Classical Hollywood ca. 1930-1960
“Klassieke narratieve” lm of "klassieke lmtaal”
Overschakeling naar geluids lm vereiste grote nanciële investeringen, kleine lmstudio’s kunnen dat niet
—> nieuwe apparatuur, nieuwe bioscopen,…
Het was in dezelfde periode als de grote crisis, dus extra moeilijk —> daardoor kwam de evolutie id lm een
beetje tot stilstand: de eerste geluids lms worden terug statisch
- min of meer vastgelegd aan vooravond van WOI met D.W. Gri th
- valt ongeveer samen met moment waarop eerste studo’s zich in Hollywood vestigen - standaardisering
van lengte
- geconsolideerd met doorbraak van geluids lm late jaren 1920
cf. André Bazin: L’Evolution du langage cinématographique (1955)
- in Frankrijk en US: ontwikkeling van lmtaal die in late jaren 1930 klassieke perfectie bereikt wereldwijde
dominantie (naast avant-garde, modernisme, ....)
Kenmerken van de klassieke lm (door Bordeel, Thompson & Staiger)
Het bevat een klassieke verhaalstructuur:
- Een verhaal dat gebaseerd is op personages die vertolkt worden door acteurs (zeer evident, maar
afwijkend voor experimentele cinema en documentaires), gebaseerd op burgerlijk realistisch verhaal,
klassieke roman.
- Enigma moet opgelost worden
- Evenwicht moet hersteld worden
- Verhaal rond personages
- Vaak romantisch heteroseksueel koppel, man vrouw
- Oorzaak-gevolg relatie
- Psychologische motivatie
- Identi catie met kijker (zeer belangrijk!)
Belang van temporele en ruimtelijke coherentie:
- Continuity editing: the process, in lm and video creation, of combining more-or-less related shots, or
di erent components cut from a single shot, into a sequence to direct the viewer's attention to a pre-
existing consistency of story across both time and physical location.
- Ellipsen: het verhalende middel om een deel van de opeenvolging van gebeurtenissen weg te laten,
zodat de lezer de hiaten in het verhaal kan opvullen.
- Montage is onzichtbaar (je vergeet dat je een lm aan het kijken bent)
- 180°-regel: in dialoog mag de camera niet over de 180°lijn gaan, want dan lijkt het gesprek onnatuurlijk
en wordt de kijker gedesoriënteerd
- Opbouw scène:
- Establishing shot: zeer wijde shots van gebouwen of landschappen
- Closer shot
- Match on action: wanneer de editor van het ene shot naar het andere beeld snijdt dat overeenkomt met
de actie van het eerste shot. Een veelvoorkomend voorbeeld is een man die naar een deur loopt en naar
de knop reikt.
- Eyeline match: in conversatie moeten de blikken van de personages juist tegenover elkaar staan
—> dit zijn de trucken van montage, de beste montage is die die onzichtbaar is
Anders dan montage bij Sovjets, gaan alles heel duidelijk maken, zodat de kijker weet dat die naar iets kijkt
dat gemonteerd is.
1
ff fi fi fi fi fi fifi fifi fifi ffi fi fi
, Klassieke lmtaal
Verbonden met een speci ek productie-, distributie- en consumptiesysteem: Classical Hollywood System
(ca. 1914/1930 - ca. 1960), mee ontstaan met Gri th en dominant tot vroeg jaren ’60.
- enorme output: elke studio had 1 lm per week
- massapubliek
Toppunt van Hollywood is 1944 (economisch gezien): grootste aantal lms uitgebracht door alle lms
samen + grootste aantal bioscooptickets verkocht, daarna minder door doorbraak van de tv
—> dus cinema en bioscoopervaring had vooral toen een grote impact
—> dit is vooral in USA, in EU zal dit altijd lager liggen
Vanaf doorbraak geluid: standaardisering van programma
- newsreel
- short
- cartoon
- double feature: A- en B-productie
Het fenomeen van de “B movie”
A- productie zijn grotere, betere en duurdere lms dan de B-productie
- low-budget lm
- vaak Westerns, vanaf jaren 1950 ook science ction en horror
- vaak serials
- meestal korter dan hoofd lm: ca. 70 min
- vele regisseurs (Anthony Mann) of acteurs (John Wayne) leerden vak in B- lm
- soms esthetisch interessant: minder duur en dus meer risico, bvb. Val Lewton: horror lms bij RKO
Het hele Hollywoodsysteem wordt gedragen door de studio’s
- massaproductie van massa-entertainment
- duizenden personeelsleden
- enorme faciliteiten: opnamestudio’s, studio lots
- belangrijke economische (en ook politieke) factor
- na WOI: enorme investeringen vanuit Wall Street
noodzaak aan codi catie en standaardisatie van commerciële productie
Classical Hollywood is een oligopolie
Er waren vijf ‘majors’ (= Big Five) die verticaal geïntegreerd waren (productie, distributie en consumptie). Zij
hadden een gigantisch bioscoopnetwerk en ze deden aan het systeem van block booking en blind bidding.
Het verschil zat in de A- en B-producties en in consumptie.
- MGM
- Paramount
- WB
- 20th Century Fox
- RKO (had geen eigen bioscoopnetwerk)
—> Elke studio had een eigen identiteit, maar die was wel uide (WB was bvb vooral gekend voor gangster
lms, Paramount had eerder een Europese touch)
Drie minors: Universal, Colombia, UA
En dan nog een paar onafhankelijke studio’s = Independents (maakten soms slechts één lm per jaar en
huurden acteurs van andere productiehuizen, waren dan wel top- lms zoals Gone with the wind)
95% van de lmproductie is dus in handen van 8 studio’s —> machtsconcentratie hangt samen met het feit
dat de lmtaal geconsolideerd wordt, vanaf jaren 60 en 70 lijken ze meer op elkaar dan dat ze verschillen.
Heel dit studiosysteem is ontstaan rond WOI en liep tot late jaren ’50. In 1930 kwam er een hertekening van
het evenwicht: RKO (nieuwe factor), Fox kreeg terugval tijdens de Depressie en WB begint opeens stevig te
groeien.
Independents
Brachten soms ook A-producties uit (Gone with the wind)
—> Sam Goldwyn en David Selznick waren zeer goed
2
fi fi fififi fifi fi fi fi ffi fl fi fi fi fi fi fi
, Er waren ook kleinere studio’s (bvb: Poverty Row Studios) die enkel B lms maakten.
—> men creëerde dan vooral low-budget lms voor speci eke etnische groepen.
Hollywoodcinema: genres
- in productie, distributie en consumptie
- gestandaardiseerde verhaalstructuren: exploiteren van eerdere successen
- herhaling en di erentiatie: belang van verwachtingen van publiek
- terugkerende conventies of patronen maar ook exibiliteit
- elk genre verbonden met eigen iconogra e, stijl, structuur, ...
- ook kruisbestuivingen
—> Western, gangster lm, misdaad thriller, musical, comedy (screwball comedy), melodrama, social
problem lm, horror lm, oorlogs lm, ...
Starsystem
- starsysteem ontwikkelt zich in jaren ’10
- standaardisering
- marketing
- gehele machinerie: talentscholen, dialoog-coaches, schoonheidssalons, …
- orkestratie van pers: fan magazines, news items, etc
Stars: complex cultureel proces
- persona van star blijft in personage zichtbaar
- zowel mens als mythisch wezen
- zowel publiek als intiem wezen
Hollywoodcinema beantwoordt aan evenwicht tussen:
- narratieve ux
- statische beelden die star uitspelen; fetisjisme
Problematiek van “auteur”
- industriële productiemethode: collectief auteurschap
- andere organisatie per studio en vaak ook per periode
- vaak werkt 20-tal schrijvers aan scenario
- centrale rol van producer
- sommige producers sterk betrokken bij productie: bvb Selznick
- sommige regisseurs ook producers: bvb. Hitchcock vanaf 1946
- sommige regisseurs konden zich (achteraf) pro leren als “auteur”
Cf. “auteurstheorie” en Cahiers du cinéma in Frankrijk jaren 1950
Systeem van (zelf)censuur
- kritiek door moralisten en religieuze pressiegroepen
- na WOI: inhoud van lms meer gekruid
- extravagante en “amorele” levenswijze van lmsterren
- 1922: Motion Picture Producers and Distributors of America (MPPDA)
- Will Hays (tot 1945); zgn. “Hays O ce”
- keuring van samenvatting van scenario
- eerder informeel advies
- lijst van “Don’ts” en “Be Carefuls”
In de vroege jaren ’30 kwam er een nieuwe golf van kritiek. Er kwam een dreiging tot boycot van religieuze
groepering zoals Legion of Decency.
- meer repressieve vorm van censuur
- 1933: Production Code Administration (PCA)
- geleid door Joseph Breen
—> bang dat overheid anders gaat ingrijpen, dus ‘production code’ vanaf 1933
Zeer strenge regels: bvb kus tussen koppel max 4 sec duren,…
Zo is er wel meer spitsvondigheid, regels ombuigen of doormiddel van suggestie dingen vertellen die niet
letterlijk gezegd worden.
3
fi fl ff fi fi fiffi fi fi fi fifl fi fi
, Want makers van de Hollywood lm gaan uit van de perversiteit van de kijker: eerst een kus, volgende
scène een wilde lichttoren en daarna de man die een sigaret rookt; je kan alleen maar interpreteren dat ze
seks hebben gehad.
- vaak ingewikkelde en belachelijke regels
- heiligheid van het huwelijk
- verbod op naaktheid, seksueel suggestieve kostuums of gebaren
- kleinste godslastering strikt verboden
- subversieve personages dienden telkens bestraft te worden
- elke uitgebrachte lm diende PCA-certi caat te hebben
- vaak lang en vernederend proces voor lmmakers
- PCA-controle vanaf begin tot einde van productieproces
PCA-code beïnvloedde zeker de stijl en inhoud van lms
- beperking vaak omgetoverd in voordeel: kracht van de suggestie
- bvb. strategische fade-out, gebruik van “o -screen”
- bizarre dynamiek: prikkelen van publiek zonder grens te overschrijden
Teloorgang klassieke Hollywood systeem
- 1946 hoogtepunt: grootste productie, hoogste aantal bioscoopbezoeken
- 98 miljoen kijkers per week in 1946
- 47 miljoen in 1957
- duizenden bioscopen sluiten in jaren 1950
- RKO stopt productie in 1957
Hollywood systeem blijft dus dominant tot vroeg jaren ’60, redenen van afbrokkeling:
- Doorbraak tv:
- Cinema niet meer belangrijkste vorm van nieuws en visueel entertainment
- Kleur wordt dominant, rage midden jaren ’50 van 3D
- Suburbanisatie
- Hollywoodstudio’s gaan TV shows produceren
- Films worden getoond op TV
- Anti-trustwetten: studio’s gingen in tegen verticale integratie en block booking, zeker omdat bioscopen
ook in handen waren van de grote maatschappijen; die wetten werden al voorgesteld in jaren ’30;
Paramount werd als eerste verplicht om exhibition los te laten (Paramount Case 1938 - Paramount
Decision 1948), daarna volgden de anderen.
- Zo kwam er een toename van onafhankelijke producties
- Sterren en regisseurs verbreken contracten
- Waardoor United Artist groeit
- Block booking verdwijnt —> productie van minder naar duurdere lms
- Hollywood Blacklist - McCartyisme (tendens genoemd naar senator, die vond dat Hollywood
doordrongen was van het communistische gevaar)
- Hollywood-intellectuelen: linkse sympathieën 1930
- Versterkt tijdens WOII
- Heksenjacht vanaf 1947 op HUAC
- Unfriendly witnesses
- Hollywood Ten
- Production Code niet langer houdbaar in dit nieuwe klimaat:
- MPAA verliest macht
- Meer onafhankelijke studio’s (brengen meer risico mee)
- Meer gedurfde inhoud
- Films zonder certi caat
- Aanpassen van de MPAA standaarden
- Target Audiences: bvb Disney speciaal voor kids, nieuwe jeugdcultuur (teenpics), Art House Cinemas, tv
voor hoogopgeleiden,…
4
fi fi fifi ff fi fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofieverbeeck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.06. You're not tied to anything after your purchase.