Deze samenvatting hoort bij het vak IPU. Ik verkoop de andere rechtsgebieden voor IPU ook los, maar ik heb ook een bundel! Ik heb op deze toets een 7,6 gehaald en hopelijk haal jij ook een mooi cijfer!
Inleiding in het Publiek recht (IPU)
HBO – Rechten en SJD
blok 1.2
Staatsrecht: PDF staatsrecht begrepen, hoofdstuk 1 (1 t/m 1.7.2), hoofdstuk 5 (5.1 t/m 5.2.4,
5.2.9, 5.2.10, 5.3.7 , 5.5 t/m 5.5.6), hoofdstuk 6 (6.1 t/m 6.4.3 en 6.5)
Hoofdstuk 10 (10.1, 10.3 t/m 10.6 en 10.8)
Staatsrecht hoofdstuk 1
De onderverdeling in provincies en gemeenten noemen we territoriale decentralisatie.
Een staat is:
- Een organisatie
- Die betrekking heeft op een bepaald territorium/grondgebied
- Die op dat territorium gezag (overheidsgezag) uitoefent (burgers kan binden en
gedrag van burgers kan normeren)
- Geweldsmonopolie
- Heeft soevereiniteit
- Eenheid van bevolking, door dezelfde taal, uiterlijke kenmerken, geschiedenis en
cultuur.
Daarnaast vanuit internationaal rechterlijke perspectief wordt toegevoegd:
- Erkend zijn als staat, zodat de statelijke organisatie beschouwd wordt als de
vertegenwoordiger van die staat in het internationaal rechtsverkeer en het
kunnen sluiten van verdragen. Voor het beoordelen hiervan spelen de criteria een
rol, maar ook motieven van diplomatie en internationale betrekkingen.
- Met als rechtsgevolgen dat de staat internationale externe soevereiniteit geniet
en beschermd wordt tegen inbreuken op het grondgebied door andere staten
(agressieverbod en het recht op zelfverdediging)
Soms scheiden regio’s zich af: dat heet secessie, zoals Catalonië en Californië. Naar
Nederlands recht heeft de Nederlandse staat rechtspersoonlijkheid: hij kan deelnemen aan
het internationale rechtsverkeer.
Soevereiniteit: dat je de eigen lotsbestemming en koers mag kiezen, geen interventies op het
grondgebied door andere staten hebt en niet bedreigd of aangevallen mag worden door
andere staten.
Interne soevereiniteit: zonder interne soevereiniteit is het geen staat. Er moet een kern zijn
die niet mag worden overdragen. Voor wat betreft de EU acht hij de grenzen nog niet
overschreden.
, Waar beginnen de overheidsbevoegdheden voor Nederland? Dit staat in de grondwet, door
de gewone wetgever, maar met 2/3 meerderheid. Hij bepaalt hoe de staatsrechtelijke orde
eruitziet. Naar nationaal recht zijn er geen belemmeringen, maar wel bij internationaal recht
en Europees recht die bijvoorbeeld eisen stelt aan mensenrechtenbescherming.
Verschillende betekenissen soevereiniteit:
1. Interne soevereiniteit: in de zin van autonomie bij het maken van eigen keuzes: wel of
geen hoge belastingen etc.
2. Soevereiniteit als aanduiding waar binnen de staat het laatste woord is: wat is het
hoogste gezag, wat is de bron, de basis van alle staatsgezag.
3. Soevereiniteit om aan te duiden waarin de staat zijn grondslag vindt en wat het
fundament is van het gezag dat de staat uitoefent: hoe beenderen we de ratio van
een staat, als voortvloeiend uit de almacht van een god, of als uitvloeisel van het volk.
Hoe de staat wordt gelegimenteerd: voor de VS staat in de GW -> we, the, people. De
GW wordt gegrondvest in de wil van het volk: ook wel volkssoevereiniteit genoemd.
Andere staten baseren hun grondslag in een godsdienst, religie of een partij. De
Nederlandse grondwet zwijgt op dit punt.
4. Externe soevereiniteit: om aan te geven dat een staat naar internationaal recht
gevrijwaard dient te blijven van vreemde inmenging, bedreiging of aanval en zich mag
verdedigen tegen aanvallen van buitenaf.
5. Soevereiniteit als retorisch begrip om het streven aan te duiden dat de staat, vooral
ten opzichte van de toegenomen internationalisering of macht van grote private
ondernemingen, meer macht moet terugnemen en bevoegdhedenovedrachten
moeten terughalen, omdat internationalisering en de onderwerpen aan
internationale organisaties de macht van de staat en het volk uithullen.
Een staat is een organisatie, dus is er sprake van een structuur. Dit heet constitutie. De
basisregels, de meest fundamentele regels, zijn in het algemeen in de GW. Het verenigd
koninkrijk is een land zonder geschreven constitutie met eigen regels over aanname en
verandering. Het staatsrecht kan veranderd worden door de gewone wetgever dit heet de
sovereignity of parliament.
Een GW die speciale procedures bevat, zoals Nederland, heet regid constitution in tegen
stelling tot een flexible constitution van het Verenigd Koninkrijk.
Het staatsrecht wordt ook wel het constitioneel recht genoemd.
Naast het geschreven staatsrecht is er ook ongeschreven staatsrecht. De bekendste regel: dat
een kabinet en de ministers het vertrouwen dienen te hebben van het parlement, zolang het
tegendeel is gebleken. Het vertrouwensbeginsel of vertrouwensregel. Ook geldt dit voor het
initiatief tot kabinetsformatie na de Tweede Kamer verkiezingen en dat de grootste winnaar
betrokken moet zijn bij de formatie.
Van een staat die een rechtsstaat is, spreken we als de staat voldoet aan:
- De staat opereert op basis van een algemene regels via wetgeving, die door een
democratische samengestelde wetgever wordt gemaakt waardoor discriminatie
en willekeur worden voorkomen.
- Er is sprake van scheiding van machten. De trials politica
- Legaliteitsbeginsel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarah72011. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.