1 WAT IS METHODISCH HANDELEN?
‘Methode’ afgeleid uit het Griekse “meta hodos” = de weg waarlangs, manier van handelen
METHODISCH WERKEN
= handelen volgens een vaste doordachte manier om een bepaald doel te bereiken
→ basiskenmerk in orthopedagogie en noemen het methodisch handelen
Methodisch handelen: bewust omgaan met inzichten en vaardigheden, je bent je bewust van de effecten van jou handelen
op de ander en kiest doelen en vraagt je af hoe je deze stap voor stap het beste in een bepaalde tijd kan bereiken
Bestaat uit 4 elementen:
1. Doelgericht:
− cliënten moeten zich verder kunnen ontwikkelen/zich handhaven en er belang bij hebben
− samen met client en netwerk doel kiezen en nadenken hoe je dit doel kan bereiken
2. Bewust:
− Afvragen welke invloed jouw gedrag op de ander heeft
− In sommige situaties zal je wel direct en intuïtief moeten reageren maar meestal niet uit gevoel handelen
3. Systematisch:
− Stap per stap handelen
− Elke stap moet verbonden zijn met de voorgaande situatie
− Van zodra er een doel is steeds af vragen wat de volgende stap is en welke hulpmiddelen/mensen je daarbij
nodig hebt
4. Procesmatig:
− Voortdurend afvragen of je in de richting van het doel werkt (= of alles volgens plan verloopt) en of je ergens 1
moet gaan bijsturen
1.1 ORTHOPEDAGOGISCH HANDELEN
→ begeleider: waarom werk je op de ene manier met de ene cliënt en op de andere manier met een andere cliënt?
Vertrekt altijd vanuit een vraag van de client
→ uit de vraag worden doelen opgesteld waar samen aan gewerkt wordt
→ voor elke handling die we stellen moeten we dus ook kunnen zeggen waarom we zo handelen
Vb. we bakken niet zomaar pannenkoeken met client, je moet kunnen aantonen waarom je dit doet
Visies die methodisch handelen en orthopedagogisch handelen illustreren:
1. Ter Horst:
− Heeft begrip POS geïntroduceerd (= de door betrokkenen ervaren uitzichtloze opvoedingssituatie waarin men
niet slaagt zonder hulp van buitenaf er verandering in te brengen
− POS-situatie vraagt om actie → opvoeder moet verandering brengen aan POS-situatie en perspectief bieden
2. Kok:
− Vraagstellingstypes vraagt om actie
− Gaat niet over een afwijking of tekortkoming van het kind maar over het gehele functioneren van het kind en
de opvoeding
− Vraagstellingstype bepaalt het orthopedagogisch behandelingstype
3. Broekaert:
− Orthopedagogiek als handelingswetenschap
− Men kijkt naar de totaliteit van het opvoedingsgebeuren, zinvol en doelmatig en men wil verstoorde dialoog
hertstellen en het verhaal interpreteren
→ vertrekken steeds van handelen SAMEN met de cliënt (wisselwerking tussen theorie en handelen)
→ door samen dinge te doen werk je aan relatie met de cliënt > inzicht op vraag die cliënt stelt
1|O R T H O P E D A G O G I S C H E H A N D E L I N G S P L A N N I N G
,2 WERKEN MET DOELEN
− handelen afstemmen op ondersteuningsvraag cliënt
− belangrijke vragen: “wie is de persoon die je wil ondersteunen?”, “wat is zijn vraag?” …
− = intakegesprek: hoeverre aanbod van de voorziening antwoord kan bieden op gestelde ondersteuningsvraag
DOELGROEP
= de mensen die we in ons werk be-doel-en te bereiken
= groep mensen met gelijkaardige ondersteuningsbehoeften
→ doelgroep-analyse: kijken wat de gemeenschappelijke criteria zijn van alle personen binnen een doelgroep
! niet bedoeling om mensen in een vakje te plaatsen, elke persoon is uniek en vraagt in principe een geïndividualiseerde
aanpak
Belang van functionele relatie (= professionele houding) met de doelgroep en persoonlijke relatie vermijden (= je handelt
anders als mama dan als opvoeder)
→ afstand en nabijheid
Cyclus van het orthopedagogisch handelen
1. We plannen
2. We voeren uit
3. We evalueren
4. We sturen bij evalueren uitvoeren
3.1 PLANNEN
Vier soorten plannen:
1. Instellingsplan/beleidsplan: beschrijft de visie, doelstelling en werkwijze van de voorziening 2
2. Afdelingsplan: beschrijft de agogische doelen en werkzaamheden die op de afdeling plaats vinden om doelen te
bereiken
3. Individueel handelingsplan: plan voor individuele client
4. Activiteitenplan (individueel/groep): beschrijft het aanbod, doel en werkwijze van de activiteiten
− over wie gaat het (doelgroep)?
wie is de cliënt?
wat zijn interesses, behoeften en mogelijkheden?
wordt er in groepsverband of individueel gewerkt?
− waarom vindt de activiteit of handeling plaats?
zelfstandig bevorderen
mogelijkheden stimuleren
bevorderen van sociale contacten
− wat vindt er plaats (handelingsplanning)?
korte of lange activiteit?
hoeveel mensen nemen deel?
− hoe moet het gebeuren? → agogisch doel
− waar, wanneer en waarmee vindt de activiteit plaats?
2|O R T H O P E D A G O G I S C H E H A N D E L I N G S P L A N N I N G
, 3.2 UITVOREREN
Bij uitvoeren van activiteitplan is je begeleidingsstijl zeer belangrijk en is afhankelijk van de client, de activiteit en de
omstandigheden
Vb. bij een puber gebruik je een andere stijl dan bij een persoon met dementie
Autoritair democratisch Laisser faire
− De begeleider beslist alles − Alles wordt bepaald via − Veel vrijheid voor de client; weinig
− De begeleider geeft aanwijzingen groepsbeslissingen waarbij de inbreng van de begeleider
stap per stap begeleider helpt − De begeleider geeft geen
− De begeleider verdeelt het werk − De begeleider geeft de grote lijnen aanwijzingen
− De begeleider doet zelf niet mee aan en de mogelijkheid om te − De begeleider geeft geen
kunnen kiezen taakverdeling
− De cliënten verdelen zelf het werk − De begeleider doet niet mee
en de taken (in overleg met de
begeleider)
− De begeleider doet mee als
‘groepslid’
3.3 EVALUEREN
Evalueren bij een activiteitenplan
Productevaluatie: nagaan met cliënt of dat de vooraf geformuleerde werkdoelen bereikt zijn
Procesevaluatie: na gaan of je alle aspecten van het methodisch handelen hebt doorlopen
Vb. was de beginsituatie correct?, pasten de doelen bij de beginsituatie, waren de activiteiten goed gekozen, rekening gehouden
met onverwachte situaties
3.4 BIJSTUREN
3
Door de conclusies van de evaluatie kan men eventueel het methodisch handelen, de beginsituatie of de doelen/plan gaan
bijsturen
3|O R T H O P E D A G O G I S C H E H A N D E L I N G S P L A N N I N G
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelbotte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.75. You're not tied to anything after your purchase.