,PROLOOG: SITUERING EN DEONTOLOGIE ALS BEROEPSETHISCH PERSPECTIEF
1 MORAAL EN ETHIEK
Moraal en ethiek in dagelijks taalgebruik vaak onderling inwisselbaar
ethisch klimaat ≠ moralistisch klimaat
ethisch perspectief kan afkerig staan tegen moraliseren
MORAAL
= het geheel van waarden en normen die richting geven aan ons handelen en zin geven aan wat we denken en doen (vaak
intuïtief)
− Morele intuïtie wordt al van kinds af aan ontwikkeld door socialisatie, trial-and-error, leren vallen en opstaan
− als mensen doen we voortdurend waarderende of normatieve uitspraken
ETHIEK OF MORAALTHEORIE
= de theoretische/filosofische studie van de moraal waarbij men morele standpunten, keuze en waarde-en normenstelsel
kritisch bekijkt en onderzoekt en nagaat welke argumenten bepaalde keuzes voor dat goede legitimeren
DISCIPLINES BINNEN DE MODERNE ETHEIK
− Theoretische ethiek bestaat uit metaethiek en normatieve ethiek
Metaethiek: zoekt naar fundamenten van de ethiek en bekijkt het morele taalgebruik en het argumenteren
Normatieve ethiek: zoekt naar theoretische kaders waarbinnen morele problemen behandeld kunnen worden
− Empirische ethiek: betreft disciplines zoals moraalsociologie en psychologie, waarbij concrete waarden en normen
onderzocht worden die gelden in een samenleving of behoren tot het referentiekader van een persoon
→ wordt gekeken naar hun sociale of psychologische oorsprong, naar veranderingen, oorzaken en naar hun impact
1.1 DE VERWISSELBAARHEIDSGEDACHTE
Vertrekken vanuit de normatieve ethiek
Verwisselbaarheidsgedachte/principe van de gelijkheid: belangrijk toetssteen binnen normatieve ethiek en bepaalt of een
theorie ethisch is
DE VERWISSELBAARGEIDSGEDACHT/PRINCIPE VAN GELIJKHEID
= bij het innemen van een standpunt de eigen belangen niet meer gewicht toekent dan de belangen van anderen
Mijn eigen rol in moreel standpunt moet verwisselbaar kunnen zijn met anderen hun rol
Oordeel is pas moreel of ethisch als het handelen uit eigenbelang of egoïsme overstijgt
De verwisselbaarheidsgedachte geeft antwoord op de vraag naar ethische aanvaardbaarheid van een handeling
2 DE RECHTVAARDIGHEIDSTHEORIEEN
Binnen (westerse) normatieve ethiek
→ onderscheiden van drie ethische stromingen:
1. consequentialisme geven eigen antwoord op hoe we onze morele standpunten
2. deontologie ethisch kunnen rechtvaardigen = rechtvaardigheidstheorieën
3. teleologie of deugdenethiek
1
,2.1 CONSEQUENTIALISME
Consequentialisme
Evalueert een handeling o.b.v. de toestand die de handeling veroorzaakt:
een handeling is goed als die de best mogelijk consequenties (gevolgen) oplevert of de minst schadelijke
→ Afweging van onze belangen en die van anderen = streven naar een positieve balans
→ Handelingen stellen die meer ‘goed’ dan ‘slecht’ veroorzaken
→ 18de eeuw grote populariteit van deze stroming binnen de normatieve theorie
→ In eerste instantie streven we naar goede gevolgen voor onszelf → voldoet niet aan verwisselbaarheidsgedachte
→ Gevolgen binnen consequentialisme zijn niet best mogelijke gevolgen voor je zelf maar gevolgen in belang van iedereen
→ een ethische handeling is een handeling die na afweging meer ‘goed’ veroorzaakt en iedereen in dezelfde situatie
dezelfde keuze maken
each one counts as one and no more than one
2.2 DEONTOLOGIE
= Griekse oorsprong: vertalen als ‘plichtenleer’, ‘beginselethiek’ of ‘principe-ethiek’
In professionele context → beroepscodes, met richtlijnen om professioneel ethisch te handelen en zegt ons hoe we horen te
handelen en evalueert die handelingen
Consequentialisme weegt een handeling af o.b.v. gevolgen
Deontologie weegt een handeling af o.b.v. achterliggende intenties
Handeling is goed als ze vertrekt van de juiste intentie waarbij die gebaseerd is op een principe of beginsel
Kiezen liever voor de term beginselethiek dan plichtenleer (= associaties met paternalisme en dogmatisme)
WAARDEN NORMEN PRINCIPES
= iets wat we persoonlijk belangrijk Concrete gedragsregels die waarde of Hangen samen met waarde en normen
vinden en waaraan we waarde hechten principe in de praktijk omzetten = waarden die in onze samenleving niet
te bediscussiëren uitgangspunten zijn,
waarden met prioriteit
Vb. vrijheid, gelijkheid, solidariteit
Vb. gezondheid Vb. x aantal stappen per dag Vb. hulpverlening → vertrouwen
2.3 CONSEQUENTIALISME EN DEONTOLOGIE: EEN VERHAAL VAN ‘WORDEN’ EN ‘ZIJN’
In 18de eeuw ontstond er een tweestrijd in de normatieve ethiek:
− Consequentialisme (Bentham)
− Deontologie (Kant)
Tweestrijd = een echo van de klassieke tweedeling in de filosofie namelijk tussen de empiristen en rationalisten
→ wordt vervolgd door een discussie die er al is sinds het ontstaan van de westerse filosofie
= de discussie van het ‘worden’ of ‘zijn’
Consequentialisme → het ‘worden’ = het goede krijgt vorm in relatie tot elkaar, wat goed is wordt door ons bepaald
Deontologie → het ‘zijn’ = juist handelen volgens universaliseerbare principes, taal van wet + mensenrechten
Metafoor van de ingenieur en de rechter:
− Consequentialist (= de ingenieur): salus populi suprema lex (= het welzijn van het volk moet de hoogste wet zijn)
− Deontoloog (= rechter): fiat justitia et ruant coeli (= het recht moet zijn loop kennen, al stort de hemel in)
Deontologie: handelingen die vertrekken vanuit verkeerde intenties zijn verboden (ongeacht of er een positief gevolg aan is)
Consequentialisme: kunnen belofte wel verbreken maar het moet voordeel opleveren (algemeen belang)
2
, HET ALGEMEEN BELANG IS GEVAARLIJK VOOR MINDERHEIDSGROEPEN
Werken vanuit een idee van medemenselijkheid
− Doel van consequentialisme en utilitarisme: bevordering van welzijn = doel van sociaal-agogische beroepen
→ theorie is een mogelijke bedreiging voor de grondrechten van individuen en kan voor uitsluiting zorgen van
(minderheids)groepen
Vb. iemand die niet wil/kan maatschappelijk redenen en wil bijdragen tot algemeen belang kan uitgesloten worden
→ belangrijk om als sociaal-agogisch werker rekening mee te houden en oog voor te hebben
Voordeel van deontologische visie: recht op onze menselijke intuïtie waar principes als eerlijkheid en rechtvaardigheid een
belangrijke plaats innemen
Vb. Sociaal-werk: streven naar sociale rechtvaardigheid, respect voor mensenrechten, zwijgplicht en beroepsgeheim
2.3.1 het goede doen of het juiste doen?
Cruciaal verschilpunt consequentialisme en deontologie:
− consequentialisten: leggen nadruk op het goede ten nadele van het juiste → priority of the good over the right
− deontologen: leggen nadruk op het juiste ten nadele van het goede → priority of the right over the good
het goede moeten we daarbij opvatten als een moreel positief doel dat we bereiken door ons handelen
het juiste als een geheel van regels of morele normen die onze zoektocht naar het goede mogelijk houden
moeilijkheid: algemeen belang/goede is niet eenvoudig te bepalen
hedendaagse ethiek bepaald door dit onderscheid
WAT IS HET GOEDE? IS GOED GOED?
Discussie gaat over vraag of we het goede kunnen kennen
George Edward zegt in zijn Principia Ethica dat dit onmogelijk is omdat het goede ondefinieerbaar is
R.M. Hare zegt: iets als ‘goed’ omschrijven voegt niks toe en is enkele een talige actie, een aanbeveling (Fhilippa Foot ging hier
tegenin)
→ in boek gaan we ervan uit dat we wel een invulling kunnen geven van het juiste en het goede, allebei ethische kwalificaties
1. John Rawls (deontoloog)
− In pluralistische samenleving is het onmogelijk om een consensus te vinden over het goede, wel voor het juiste
door wetgevingen
− Ethiek: waar mensen ‘recht’ op hebben = primaire sociale goederen
(= deze maken het mogelijk dat individuen hun leven inrichten zoals zij dat willen)
− Goede is voor iedereen verschillend, het juiste schept mogelijkheidsvoorwaarden voor het goede
2. Simon Blackburn (consequentialist)
− Hij merkt een dominantie van deontologie in onze hedendaagse samenleving
− Vragen over het goede leven worden uit de weg gegaan
− We voelen ons ongemakkelijk bij het formuleren van het ‘goede’
− moraliseren voelt ondemocratisch, doet denken aan paternalisme en dogmatisme
− alle mensen = ethische wezens → we oordelen, ordenen en delen in, waarderen en vergelijken
3. David Hume (compromis tussen beide)
− Indirecte utilitarisme: een compromis
− Verbindt het principiële met het algemeen belang
− Stelt dat regels gerechtvaardigd worden door hun uitwerking op het algemeen belang
− rechtvaardiging van regels → utilitaristisch
− beschouwt recht als sociaal bouwwerk
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelbotte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.