100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting immunologie 1 $7.30   Add to cart

Summary

Samenvatting immunologie 1

1 review
 15 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting immunologie 1. Inleiding, het niet-specifieke verweer en het specifieke verweer. Je mag me steeds contacteren bij vragen/problemen/afkortingen/....

Last document update: 1 year ago

Preview 10 out of 39  pages

  • August 6, 2023
  • August 6, 2023
  • 39
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: milandebondt • 8 months ago

avatar-seller
Immunologie: inleiding
Het verweer
• Voorkomen van invasie door vreemde organismen en moleculen. Beschermen tegen
ziekten met fatale afloop en overdraagbare aandoeningen.
• Balans tussen vernietigen vreemde cellen en vermijden van zelfdestructie. (bv.
vernietigen geïnfecteerde cel)
Afwijkingen = immuunpathologie:
o Immuundeficiëntie: verzwakt of slecht functionerend immuunsysteem
Bv. HIV (human immune deficiency virus) leidt tot immuundeficiëntie doordat
virussen immuuncellen aanvallen. HiV leidt tot AIDS (acquired immune
deficiency syndrome)
o Hypergevoeligheid (allergie) of hyperactiviteit
o Auto-immuniteit: reactie tegen eigen lichaamscellen of moleculen
• Onderscheid eigen niet-eigen. Aan- of afwezigheid van eigen structuren herkennen.
Niet eigen: indringers bv. bacteriën, maar ook abnormale/veranderende
lichaamscellen bv. kankercellen, cellen transplantatie.
• Niet-specifiek verweer = aangeboren = innate immune system
• Specifiek verweer = verworven = adaptive immune system (door in contact met m.o.)


Onderscheid tussen eigen / niet-eigen
Verworven systeem: specifieke receptoren

Herkennen zowel eigen als niet-eigen => moeten leren wat eigen is, al de rest = niet-eigen
Door aan-of afwezigheid eigen structuren.
Niet eigen: indringers bv. bacteriën, maar ook abnormale/veranderende lichaamscellen bv.
kankercellen, cellen transplantatie.

Receptor: molecule (eiwit) dat op cellen staat of rondzweeft. Ontstaat tijdens ontwikkeling
van de cellen (b en T cellen)

Niet eigen? Aanvallen


Receptoren
Receptor/ligand interactie = algemeen biochemisch verschijnsel = manier van communicatie
= manier om reactie uit te lokken.
Kd = [L][R]/[LR] = bindings- of associatieconstante
à als klein, grote affiniteit tss ligand & receptor




1

,Eiwitten
Informatie opbouw: genen

Biopolymeren van AZ: peptidebindingen




Ruimtelijke structuur: 4 niveaus
• Supersecundaire structuur met bepaalde functie: domein
• 4 soorten bindingen: ionaire, waterstofbruggen, hydrofobe, covalente
• Kwaternaire structuur: niet alle eiwitten
Beta sheets




4 types bindingen: 4 bindingen vinden plaats wanneer ligand en receptor binden




Functies:
• Structuur
• Contractie (actine, myosine)
• Transport (albumine, hg, transferine = om Fe te vervoeren)
• Stockage (reserve EW bv. feritine)
• Enzym (-ase) (DNase, protease, catalase, trypsine)
• Bescherming (antilichamen = immuunglobulinen)
• Informatie: signaalmoleculen en receptoren (bepaalde hormone bv. Insulin)



2

, Substraat:
moet w omgezet
Enzymen
• Biochemische katalysatoren
• -ase
• Sleutel – slot



Pathogenen
https://www.cellsalive.com/howbig.htm
bv. Verschil WBC – pollen à kunnen we niet zo goed bestrijden omdat vele groter
(!! Grote klasseverschillen kennen)
Protozoa > fungi > bacteriën > virussen




Verschil tussen pathogeen en virulent
Pathogeen: ziekteverwekker van biologische oorsprong
Virulentie:
• Maat voor hoeveelheid schade die m.o. zijn gastheer toedient, aat voor pathogeniteit
• Aanvalskracht van m.o., vermogen van m.o. om ziekte te veroorzaken
• Ook een bacterie kan virulent zijn




3

,Plaats van het verweer
Verweer heeft specifiek (verworven) en niet-specifiek (aangeboren) luid. Beide maken
gerbuik van cellen en eiwitten




Immuniteit = weerstand van organisme tegen infectie, ziekte en ongewenste biologisch
invasie

Actieve immuniteit: wanneer ons lichaam zichzelf herstelt met eigen antilichamen, na ziek
zijn door blootstelling aan infectieus agens. Artificiële manier bv. vaccinatie. à antigenen
toedienen à zet lichaam aan tot aanmaak eigen antilichamen tegen antigeen à trager bv.
14 dagen.

Passieve immuniteit: antilichamen van moeder door placenta of via moedermelk in kind.
Artificiële passieve immuniteit = antiserum = antilichamen toedienen (eiwit) à beperkte
levensduur maar zeer snel


4

,Enkele begrippen
Besmetting of contaminatie: overbrengen van ziektekiemen op weefsel of voorwerp

Infectie:
• binnendringen in ons lichaam à vermenigvuldiging
• schade aanrichten à ziekteverscijnselen
• operatiemes kan besmet, niet geïnfecteerd. Mens kan beide
afhankelijk van:
• Weerstand of immuniteit: van de gastheer.
• Virulentie van organisme: aanvalskracht van m.o., vermogen van microbe om ziekte
te veroorzaken. (dus ook virulente bact). Bv. verschillende virulentie coronavirussen.

Ontsteking:
• Reactie van lichaam op infectie
• Calor, rubor, dolor, tumor
• = warmte, roodheid, pijn, zwelling
• Oorzaak kan ook tumoren, wonden, auto-immuunziekten, toxische stoffen, of fysiche
factoren zoals verbranding, afkoeling, bestraling (UV of radioactief), elektriciteit, …


Ontsmetting:
• Bestrijden ongewenste kiemen om overdracht op weefsels of vwp te verhinderen
• Met antiseptica. Selectief voor bepaalde m.o. bv.
o Alcoholen: denaturatie eiwitten en oplossen vetten
o Chloor: bactericide, fungicide, virucide, licht sporocide (chloorkalk Ca(ClO)2,
bleekwater NaOCl en chlooramine)
o Jood: sterk bactericide, fungicide, virucide en sporocide (te lang contact, te
hoge c à dermatitis)
o Chloorhexidine: bactericide, weinig fungicide, voor ontsmetting levende
weefsels.
o Peroxiden: sporocide veel, weinig bactericide, vooral tegen anaeroben (niet
tegen S. aureus)
o Zware metalen: mercurochroom, zilvernitraat
o Formaldehyde en Glutaaraldehyde: ontsmetten instrumenten

Steriliseren: doden van alle leven, niet selectief
• Warmte/vochtige warmte (autoclaaf)
• UV stralen
• Ioniserende stralen
• Filtratie (0,2 µm, geen virussen)
• …

Asepsis, aseptisch: vermijden van besmetting van weefsels




5

,Antibiotica
Antibioticum
Bactericide: bacterie-dodend bv. penicillin (beta-lactam antibiotica)
Bacteristatische: bacterie-remmende (groei voorkomen). Bv. doxycycline, tetracycline
Bv. tetracycline: inhibitie van translatie (eiwitaanmaak)
Werking:
• Inwerken op celwand
• Remmen eiwitsynthese
• Remmen DNA of RNA synthese
• Vernietigen van DNA
• Stoppen foliumzuurproductie van de bacterie. Stoppen foliumzuursynthese DNA.
Foliumzuur = Vit B11. = voorloper in synthese van nucleotiden (bouwstenen DNA en
RNA
• Nieuw soort antibioticum: fagen

Achtergrond:
1928 Alexander Fleming ondekte penicilline. W afgescheiden door schimmel.
Behoort tot b-lactam antibiotica = groep antimicrobiële middelen die bact doden door
productie celwandcomponenten te remmen/stoppen. Werkt in op enzymen
(transpeptidasen) die peptidoglycaan (polymeer van suikermoleculen NAM en NAG) via
peptidebruggen vasthechten aan celmembraan.




Serum en plasma
Antistollingsfactoren bv. heparine
Serum is Latijn voor ‘wei, waterige vloeistof’ à plasma zonder stollingsfactoren bv.
fibrinogeen)




6

,Antigeen en antilichaam
Antilichaam = eiwitten à immuunglobulinen à y-globulines van serumeiwitten.
(opm: oplosbaar ó collageen)
Herkennen op specifieke manier antigenen (=grote moleculen of eiwit)
Sleutel-slot fitting: specificiteit (binden met elkaar, niet covalent)
Gebruik in immunotesten
• Radio-actief femerkt: ‘hot-labeled’
• Niet-radioactief gemerkt: ‘cold-labeled’




Immuunglobulinen
Beeld bij elektroforese van serumeiwitten
Bij infectie w verweer hoger à y globulinen
Immuunglobulinen = deel van gammaglobulinen




Drie niveaus van verdediging

1e lijn: mechanische (fysich), chemische en biologische barrières

2e lijn: niet-specifiek verweer (innate immune system) à aangeboren

3e lijn: specifiek verweer (adaptive immune system) verworven




7

,Het niet-specifiek verweer
= aangeboren
Ongeacht het karakter van de indringen
Barrières:
- Fysisch
- Chemisch/biochemisch
- Biologisch
Humoraal en cellulair

Humoraal: via eiwitten aanwezig in een vloeistof (bloed) = gesecreteerde factoren


3 barrières
Fysisch-mechanisch

Intacte huid Met talg ingevet F
Vervellen m.o. op de huid weg M
Tranen m.o. weg M
lysosine (enzym) à C
celwand m.o.
Urine en faeces M
Trilhaartjes in de neus en luchtwegen M
Wimpers en wenkbrauwen M
Niezen en oesten M
Koorst = pyrexie F
• Door bacteriële toxines
• Door prostaglandines vrijgemaakt bij
ontsteking
• Inwerking PG op hypothalamus


Opmerking:
Koorts = bescherming tegen m.o. à productie en activiteit fagocyten en aanmaak
antilichamen versnelt.

w geregeld in hypothalamus. Respons op PGE2 (prostaglandine E2) (afgeleid van vetzuren).
PGE2 w op zijn beurt geïnduceerd door pyrogenen.

Pyrogene stoffen (=koortsverwekkend)
Bv. LPS (liposaccharide) van bacteriële celwand of cytokinen IL-1, IL-6 en TNF-a. Komt vrij bij
ontsteking. Induceren productie van prostaglandines à weken in op hypothalamus.




8

,Chemisch
• Talg = mix vetten. Te veel = vette huid (pubers) & acné (verstopping poriën)
• Vetzuren
• Zuurtegraad in maag, vagina, huid
• Lysozyme in speelsel en tranen
• Enzymen in maag
• Mucus in longen

Zuurtegraad
= pH
Vetzuren op huid, maag, vagina
Niet-specifiek chemisch front
Vagina: lactobacillus-soorten: melkzuur produceren
(biochemisch)
Lage (zure) pH = ladingsverstoring in eiwitten m.o. à
Eiwitten ontrollen à functieverlies (denatureren)
In maag: ontrolde eiwitten afgebroken door aanwezige zure protease pepsine

Biologisch
• Lichaamseigen bacteriën
• In harmonie met de mens
• > 500 soorten commensalen
• Overgedragen van moeder op kind
• Barrière voor pathogenen: ik was hier eerst! Competitie
• Bv. op huid, darmflora (à vitamines, vertering, verweer)
• Lactobacillus: door melkzuur aan te maken

Voorbeelden
Slijmvliezen
= op alle lichaamsopeningen (luchtwegen, gastrointestinaal en urogenitaal systeem)
Opp slijmvliezen = 400m2

Luchtwegen:
• Slijm neemt bact mee naar buiten
• Haartjes helpen opkuisen (chronisch roken en drinken verhindert werking haartjes)
• Mucoviscidose: verdikt slijm (door slecht werkend Cl-kanaal). Veel infecties (bv.
pseudomonas aeruginosa)

Gastrointestinaal systeem:
Slijm zorgt voor bescherming epitheelcellen & onderliggend weefsel à tegen
verteringsenzymen. Epitheel regelmatig vernieuwd.

Urinair stelsel: urineren houdt microben uit blaas en nieren
Vrouwen: zure afscheiding in vagina + microcidale moleculen

Goblet cel: slijmbekercel = mucussecreterende cel


9

, De huid
Buitenste laag = epidermis = stratum corneum à dode cellen = waterdichte barrière
W constant vernieuwd door keratinocyten uit onderliggende lagen (4) (M) à bact
verdwijnen mee. (sloughing = afwerpen, afschudden dode huid)

Kliertjes: microcidale moleculen, talg (F) en zweet, zure pH, zouten

Commensale/lichaamseigen bact (commensa = van dezelfde): secreteren vetzuren: inhubitie
kolonisatie bact.

Dermis: defensiemoleculen, fagocyten (dendritische cellen en macrofagen)

Opp: 2m2 (400 m2 dat we moeten beschermen)




Lesdoelen + oefeningen
• Begrijpt en omschrijft de verschillende aangebrachte begrippen
• Situeert het verweer
• Benoemt de 3 niveaus van verdediging in het verweer
• Benoemt de 3 barrières van het eerste niveau
• Linkt voorbeelden aan de 3 verschillende barrières
• Benoemt de cellen en cellulaire acties van het niet-specifiek verweer
• Benoemt de moleculen uit het niet-specifiek verweer en beschrijft hun werking

Oefeningen:
+ digitap
• Surf naar www.socrative.com
• Kies: Student login
• Room name = PITTOIS


10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauradries1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.30  1x  sold
  • (1)
  Add to cart