Wat is het verschil tussen radiolucent en radiopaak:
Radiolucent → Zwarting op de foto, omdat er minder straling geabsorbeerd wordt dan de
omgeving. Dit komt omdat de dichtheid ook minder is.
Voorbeelden: cariës, ontsteking wortelpunt.
Radiopaak → Grijs of wit op de foto, omdat er meer straling geabsorbeerd wordt dan de
omgeving. Hoe witter, des te meer absorptie. Voorbeelden: almagaanvulling.
Een breuk in een element kan op de röntgenfoto zichtbaar zijn als:
- Radiolucentie → twee botdeeltjes staan uit elkaar = minder absorptie. (zwart)
- Radiopaak → twee botdeeltjes staan over elkaar heen = meer absorptie. (wit)
Een verkeerde projectierichting kan voor radiopaciteit zorgen, omdat er meer straling wordt
geabsorbeerd, doordat twee elementen over elkaar heen staan.
,Noem een aantal voorbeelden van radiolucente en radiopake structuren op een tandheelkundige
röntgenfoto:
Radiolucent:
• Normale anatomie → sinus maxillaris.
• Artefact (drogbeeld) → beweging van de patiënt.
• Pathologie → zachte delen, zoals cariës of
andere openingen. Ontsteking?
Radiopaak:
• Restauratie
Begin ↑
• Normale anatomie
• Artefact → een kras op je sensor.
• Corpus alienum (vreemd voorwerp) → piercings.
• Pathologie → andere oorzaken, maar hard
materiaal(speekselstenen?).
Kan de relatie tussen absorptieverschillen vertalen naar zwartingsverschillen op de röntgenfoto:
1. Glazuur → absorbeert meer straling dan dentine en pulpakamer (radiopaak dus wit).
2. Dentine → absorbeert minder straling dan glazuur, maar meer dan de pulpakamer
(radiolucent dus donkerder )
3. Pulpakamer → absorbeert minder straling dan glazuur en dentine (radiolucent dus donkerst).
Dus normaal gesproken heb je drie grijstinten. Hierdoor kun je dus weten (of zien) wanneer je een
cariëslaesie hebt.
Burn-outs op de foto worden weleens
verward met halscariës, door Radiolucentie.
Glazuur en het alveolaire bot absorberen
meer straling dan dentine. Vaak steekt boven
het alveolaire bot een stuk dentine, dit stukje
absorbeert dus minder röntgenstraling dan
het stukje erboven en eronder, en dit kan
voor een donkere vlek aan de zijkant zorgen
→ burn-out
, Verklaar waarom de afbeelding groter is dan de werkelijkheid:
Dit komt door vertekening. Het object dat gefotografeerd wordt (kies) staat altijd iets van de sensor
af (dus niet er tegenaan), hierdoor krijg je een vergroting in werkelijkheid. Deze vergroting zou je
niet krijgen als je de sensor volledig tegen het object aan zou hebben.
In deze afbeelding kun je zien dat bal A en bal C in werkelijkheid even groot zijn. B is groter dan A
maar toch zijn A en B even groot op de projectie en is C kleiner dan A. Dit komt door de afstand van
de bal ten opzichte van de Focus (F) → röntgenbuis en Detector (D) →Beeldplaat. De stand van de
bal kan bepalen wat de vergroting (V) is.
Om de vertekening op de röntgenfoto te beperken is er de Bissectrice-techniek ontworpen. Als je
opneemt met F1 of F2 dan krijg je vertekening. Door een denkbeeldige lijn door te trekken van het
object en van de film en dan tussenin een denkbeeldige lijn B te trekken, kun je de focus loodrecht
zetten op de Bissectricevlak (B), waardoor je een projectie krijgt zonder erge vertekening. Als je toch
wel een hele schuine projectie hebt dan is de vertekening groter omdat de röntgenbundel divergeert
(verspreidt).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sabrinsaliii. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.28. You're not tied to anything after your purchase.