Reciprocal pronouns B1 B2 C1
[B1] Je gebruikt de wederkerige voornaamwoorden each other en one another om te praten over
‘elkaar’. One another is iets formeler en wordt minder vaak gebruikt dan each other.
The twins talk to each other on the phone every day.
De tweeling praat iedere dag met elkaar over de telefoon.
Both countries blamed one another for the trade crisis.
Beide landen gaven elkaar de schuld voor de handelscrisis.
Let op het verschil tussen ourselves/yourselves/themselves (zie Reflexive pronouns) en each
other/one another.
They talk to themselves a lot = ze (= allemaal individueel) praten veel in zichzelf
They talk to each other a lot = ze (= als groep) praten veel met elkaar
Bij werkwoorden zoals meet, marry, hug, cuddle, embrace en kiss gebruik je normaal gesproken geen
wederkerig voornaamwoord. Deze geven namelijk zelf al aan dat er meerdere personen bij
betrokken zijn. Alleen als je extra nadruk wilt leggen op de personen over wie het gaat, gebruik je
een wederkerig voornaamwoord.
My parents married each other in 1995.
My parents married in 1995.
Mijn ouders zijn in 1995 (met elkaar) getrouwd.
maar:
Both my parents were previously married before they married each other.
[B1] Je gebruikt de wederkerige voornaamwoorden each other en one another om te praten over
‘elkaar’. One another is iets formeler en wordt minder vaak gebruikt dan each other.
The twins talk to each other on the phone every day.
De tweeling praat iedere dag met elkaar over de telefoon.
Both countries blamed one another for the trade crisis.
Beide landen gaven elkaar de schuld voor de handelscrisis.
Let op het verschil tussen ourselves/yourselves/themselves (zie Reflexive pronouns) en each
other/one another.
They talk to themselves a lot = ze (= allemaal individueel) praten veel in zichzelf
They talk to each other a lot = ze (= als groep) praten veel met elkaar
Bij werkwoorden zoals meet, marry, hug, cuddle, embrace en kiss gebruik je normaal gesproken geen
wederkerig voornaamwoord. Deze geven namelijk zelf al aan dat er meerdere personen bij
betrokken zijn. Alleen als je extra nadruk wilt leggen op de personen over wie het gaat, gebruik je
een wederkerig voornaamwoord.
My parents married each other in 1995.
My parents married in 1995.
Mijn ouders zijn in 1995 (met elkaar) getrouwd.
maar:
Both my parents were previously married before they married each other.