1) Spoelfiguur ligt niet in midden bv bij oögenese → secundaire oöcyt + poollichaam
2) In moedercel liggen bepaalde regulatieve proteïnen langs 1 kant van de cel
3) Cel deelt verticaal ipv horizontaal
Prokatyoten & eukaryoten = 2 grote groepen cellen
,Intracellulaire organisatie van dierlijke cellen
Plasmamembraan
- bestaat uit dubbele laag van fosfolipiden
- levert protectie aan cel
- selectief permeabel
Cytosol
- waterige component van cytoplasma
- plaats van proteïne synthese en metabole activiteit
Cytoskelet
- belangrijk voor celstabiliteit, celvorm, celbeweging, intracellulair transport en
communicatie
1) microfilamenten (actine polymeer)
└ cytoskelet onder plasmamembraan is de celcortex
└ de cortex is rijk aan actine-filamenten
└ de cortex biedt mechanische ondersteuning aan de cel,
kan snel opnieuw worden gemodelleerd waardoor gecontroleerde
veranderingen in de celvorm mogelijk zijn zoals endocytose en
vergemakkelijkt celbeweging door bv. Filopodia en lamellipodia te vormen
2) microtubules (tubiline polymeer)
└ meer rigide structuur dan actine-filamenten
└ belangrijke bouwstenen van centrosomen en spoelfiguur, cilia en flagella
3) intermediaire filamenten (bv. keratine in epitheliale cellen)
Cilia
- structuur met microtubuli
- sommige gespecialiseerde epitheelcellen meerdere cilia → beweging
- primair cilium bevat receptormoleculen en fungeren als sensor voor micro-omgeving
Endoplasmatisch reticulum
- opslagplaats voor Ca2+
- synthese, vouwing en modificatie van proteïnen en lipiden
- start van glycosylering
Golgi complex
- verder modificeren van glycoproteïnen uit het ER
- scheiden celproducten zoals eiwitten uit naar buitenkant
- helpen plasmamembraan en membranen van lysosomen
,Lysosomen
- single membraan vesikel met hydrolytische enzymen die materialen verteren die
door fagocytose of pinocytose in de cel worden gebracht
- helpen bij degradatie van cel-componenten na celdood
Peroxisomen
- single membraan vesikel met enzymen die substraten oxideren → waterstofperoxide
Nucleus
- nuclear enveloppe = 2 membranen, buitenste bevat ribosomen
- nuclear pores = bevatten proteïne complexen die fungeren als transporters van
macromoleculen tussen nucleus en cytoplasma
- nuclear lamina = bestaat uit intermediaire filamenten en geassocieerde proteïnen
- nuclear matrix = proteïne netwerk waar chromosomen aan vastgehecht worden
Mitochondria
- 2 membranen
- plaats van oxidatieve fosforylatie en dus ATP productie
Structuren die het genoom van dierlijke cellen bevatten:
- nucleus → chromosomen
- mitochondria → mtDNA
Genoom = collectie van verschillende DNA moleculen in een eukaryote cel
, Celdiversiteit in het lichaam
- Gemiddelde grootte = 10-30 micrometer, afhankelijk van het celtype
- Aantal cellen = 1014
- Gemiddelde levensduur = 10 jaar, afhankelijk van het celtype
- Aantal celtypes = 200
Celfusie door celopname
Fagocytose = gele cel afgebroken
Endosymbiose = gele cel blijft bestaan
Endosymbiose van eukaryoten: anaërobe archaeon neemt aërobe α-proteobacterium op
1) Oerachaeon heeft bacterie opgenomen dmv fagocytose
2) Horizontale gentransfer: stukjes DNA bacterie geïncorporeerd in genoom archaeon
3) Genoom wordt complexer & interne membraanstructuur wordt gevormd
4) Opname van α-proteobacterium waarbij endosymbiose is gebeurd
5) Zuurstofspiegel is gestegen → aëroob
6) Insertie van α-proteobacterium sequenties in genoom archaeon & deel blijft ook
afzonderlijk bestaan met kleiner genoom = voorloper mitochondrion
Zowel archaeale als bacteriële DNA-sequenties droegen bij aan evolutie van
eukaryote genomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julievandenabbeele. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.94. You're not tied to anything after your purchase.