onroerende inkomsten
● mag verhuurd worden aan particulieren en professionelen maar MOET uit prive vermogen
komen. bij verkoop → divers inkomen (vaak vrijgesteld)
● KI = forfaitair = netto = geen aftrek (uitzondering: interestlasten) → KI = belastingheffing op
niet verhuurde goederen, bij gronden gwn KI en bij gebouwen KI +40% (vrijstelling voor eigen
woning)
● INDIEN KI ni gebruikt maar reële huur → wel forfaitaire aftrek (interestlasten → werkelijk)
onderhoud/herstel → gronden: 10% van huur, gebouwen 40% van huur (aftrek bep. tot ⅔)
● vrijstellingen van KI
○ goed gebruikt zonder winstoogmerk (ziekenhuizen, onderwijs,...)
○ eigen woning (geen PB, wel ORV)
● onroerende voorheffing → toepasbaar op iedereen met OG, uitz.: indien vrijgesteld van KI
en vrijstelling door gewesten ( O&O)
roerende inkomsten
MOET voortkomen uit privévermogen( anders geen PB maar BP)
MW meestal niet belast tenzij DI
● Dividenden =
○ ALLE voordelen( cash, auto)
○ terugbetaling kapital (niet uit gestort kap. want is onbelast)(rekening houden met
proportionele terugbtaling)
○ wnr ik mijn aandelen (van venn. A) verkoop aan venn. A is dit geen meerwaarde
maar inkoopbonus (=dividend = belast aan 30%)( verschil tussen het verkregen
bedrag van die verkoop en de representativiteit van die aandelen tov het kapitaal)
(idem bij liquidatie = liquidatieboni)
○ excessive interesten (= wnr moederond bv 10% intereest vraagt aan dochter =
belachelijk = besmette lening ⇒ dus gzn als div en dus toch belast)
● vrijgestelde div van RI → wnr div = MW (bij beleggingsfondsen zijn het interesten wat je
krijgt)
● BEVAK
○ #aandelen = stabiel ⇒ verhandeling op sec markt, belegging uitgekeert in div met RI
belast aan 15% (bij bevak met uitsluitend vastgoed → RI belast aan 30%), bij bevaks
die beleggen in woonzorg of gezondheid 15%
● BEVEK
○ #aandelen = flexibel ⇒ handel met BEVEK zelf, de AH casht zijn belegging
verzilvering van aandelen = meerwaarde ⇒ onbelast en vrijgesteld aan div.
● belastbare grondslag + tarief
○ gewone div = 30%
○ liquidatiebonus =30% tenzij liquidatiereserve (20% wnr LR <5j oud is, 5% indien LR
>5j oud is
○ reserves = 30% (tenzij aangelegd voor 2013 dan 10%)
, ● verlaagde tarieven op Div als
○ div uit nieuwe KMO uitkering in 2de BJ = 20%, later = 15%
○ Div uitgekeerd aan buitenlandse venn en voldoen aan DBI VW = volledige vrijstelling
■ DBI voorwaarden:
■ minimumparticipatie : min 10% deelneming in kapitaal of min AW van 2.5M
■ minimumbezitsduur : min 1j in bezit
■ aandelen moeten van FVA aard zijn
■ taxatievoorwaarde : de venn moet bel betalen of belgië of buitenland)
○ + vaste vrijstelling van €800
● Interesten
○ = alle opb van leningen, schuldvorderingen (geen spaarrek.)
○ = rentecomponenten van onroerende leasing-termijnen (omdat lessor eigenaar
blijft)
○ = alle inkomsten uit vastrentende effecten (bij AK aan onder pari of bij VK aan bove
pari)
○ = inkomsten uit levensverzekeringen
■ tak-21 : gewaarborgd rendement → geen belastingvermindering
■ tak-23 : verzekering gekoppeld aan beleggingsfonds (geen cash maar
aandelen)
● zuivere tak-23: geen vast rendement= niet belast
● tak-23 met kapitaalgarantie: vast rendement met bepaalde duur, en
bij vervaldag krijg je min het ingelegde bedrag terug
● vrijgesteld op bel bij tak-21 als overlijdens component >= 130% en
min 8j
● vrijgesteld op bel bij tak-23 met kap garantie als looptijd >8j
○ = inkomsten uit fixed fondsen = BEVEKs wnr bij uitgifte aandelen garanties zijn en
max looptijd van 8j
○ = inkomsten uit obligatiefondsen = alle collectieve beleggingsinstellingen die >10%
hebben belegd in in schuldvorderingen → belastbaar inkomen = alle interesten,
meer-minderwaarde die voortkomen uit activa die collectieve beleggingsfondsen
hebben belegd in schuldvorderingen
⇒ concreet: belegging in kapitalisatiebevek is onbelast als: geen fixed fonds en <10% belegd in
schuldvorderingen
● inkomsten uit verhuring RG (allemaal uit privévermogen ntrlk)
○ geen RV maar 30% PB op NETTO RI = inkomen - kosten(voor verwerving van dit
inkomen/behouden)
■ kosten = werkelijke kosten of forfaitair 15% (bij gebrek bewijs), uitz.
toneeldecor (50%), goederen die gemeubelde woning stofferen(50%),
partituren/concessies om audiovisuele werken te verspreiden(85%)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lucaseppegem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.