100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van het tijdperk Middeleeuwen $6.95
Add to cart

Summary

Samenvatting van het tijdperk Middeleeuwen

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting gaat het over de Middeleeuwen. Hierbij valt te lezen over onder andere de positie van verschillende bevolkingsgroepen, de manier van besturen, de kerk en de verschillende opstanden.

Preview 4 out of 32  pages

  • August 11, 2023
  • 32
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Middeleeuwen uitwerking
Stof:

Week 1 : beeldvorming en periodisering middeleeuwen

Beeldvorming Middeleeuwen

Term “middeleeuwen” bedacht door humanisten  donkere tussenperiode tussen humanisten en
klassieke oudheid

Beeldvorming middeleeuwen sterk gekleurd door de eeuwen/gebeurtenissen er na:

- Renaissance  negatief
- Nationalisme  positief beeld middeleeuwen. Op zoek naar nationaal verleden, eigen staat
legitimeren
- Humanisten  negatief, donkere tussentijd die hun scheidde van oudheid. Aandacht voor
foutieve middeleeuwse handschriften  teksten naar origineel herstellen
- Protestaten  weinig aandacht aan middeleeuwen, meer aandacht voor reformatie

Middeleeuwen werden vaak in scherp contrast geplaatst met de tijd er na  eigen identiteit extra
benadrukken.

Beeldvorming middeleeuwen hangt nauw samen met beeldvorming renaissance, immers
renaissance=einde middeleeuwen.

Tijdens renaissance word de eigen tijd gezien als de beste, renaissance heeft de mensheid bevrijd van
de ‘donkere’ middeleeuwen. Verschillen worden extra benadrukt.

- Echter minder verschil dan gedacht, veel overeenkomsten, minder plotselinge
veranderingen, ook waren er meerdere renaissances (Karolingische renaissance)
o Karolingische renaissance = vertalen uit latijn, nadruk op intellect, maakte werk van
humanisten mogelijk, de basis zeg maar

Ook door instelling van leerplicht is het verkeerde beeld extra blijven hangen. Immers, iedereen werd
verplicht foutieve zaken te leren. Zaken werden niet in de juiste context bekeken.

Clichés middeleeuwen: ridders, kastelen, jonkvrouwen, etc

Periodisering middeleeuwen

Periodisering van 4e tot 16e eeuw niet heel sterk. Veel veranderingen al langer bezig, ook
tegenwoordig nog. Periodisering is nu eenmaal gangbaar en dus praktisch om aan te houden. Er was
ook wel voldoende verandering om onderscheid te maken tussen de periodes.

- Vroege middeleeuwen: 300/500-1000
- Hoge middeleeuwen: 1000-1300

, - Late middeleeuwen: 1300-1500

Verschillen & continuïteit middeleeuwen <–> moderne tijd

Verschillen:

- Weinig kennis buiten eigen dorp/stad
- Geen grote overkoepelende staten of besturen
- Weinig reizen
- Christendom in alle aspecten van het leven

Continuiteit:

- Universiteiten
- Gemeentelijk zelfbestuur
- Scheiding kerk-staat
- Kapitalisme

Vanaf de 17e eeuw speelt Europa een dominante rol.

- Onderlinge concurrentie  veel innovatie om voordeel te behalen op andere europese
staten  grote staten meer gericht op behoud van stabiliteit ipv vernieuwing.
- Minder politieke grootmachten / meer autonomie in de steden  goede omgeving voor
handelaren en economie  nog meer innovatie

Middeleeuwse standenmaatschappij

Geloof in strak geordende maatschappij  alle standen waren van elkaar afhankelijk  God had een
helder en strak plan voor de aarde. God heeft alles volkomen gemaakt.

Uit je stand treden werd niet getolereerd  je ging in tegen Gods bedoeling  systeem stort in

Burgerijstand: ontstond uit boeren-kooplieden gericht op handel.

Veel tegenstand  verstoring ‘aardse orde’, gestuurd door de duivel met geld als wapen

Dit kwam door hun geld, ze waren onafhankelijk van andere standen.

Theorie standenmaatschappij verzwakte!

Burgers waren individualistisch, onafhankelijk en pasten dus niet in de standenmaatschappij waar
iedereen afhankelijk was van elkaar.

,Week 2: De Adel
Karel de Grote

Beeld dat er enigszins gecentraliseerd bestuur was  was er wel, maar lang niet zo sterk als bij
Romeinen.

Munten/geld verloren hun waarde, symbolische waarde als geschenken bij edelen  ruilhandel

Karolingen hadden geen belastingstelsel

9e eeuw: koningen in karolingische rijk weinig macht  lokale hertogen en graven hadden veel
macht  heren onder deze hertogen en graven trokken zich ook niks aan van degene boven hen 
veel machtsmisbruik

Banale revolutie:

Banale revolutie = Macht is niet meer geconcentreerd bovenin (koningen ed.) maar versnippert ook
over lagere machthebbers/leenheren.

Verandering van macht gebaseerd op grootgrondbezit (macht gegeven door hogere
bestuurders/koning)  naar macht die zelf verkregen was en uitgeoefend zonder toekenning
van bovenaf

Dit kon ontstaan omdat het belang van schrift weg viel in Karolingische tijd  wetten en
orders vanuit een centrale machthebber waren lastig te verspreiden met weinig schrift

Bannus = recht om bepaalde zaken naar benden toe af te dwingen (belasting, etc)

Banheren = leenmannen/heren die zaken kunnen afdwingen

Leenheren eigenden zich koninklijke bannus toe en lokale heren gaan op lokaal niveau besturen. De
bannus die ze zich toe-eigenden werd bovendien overerfelijk.

Gevolgen voor gewone bevolking:

- Macht kwam dichtbij (lokale heren) ipv machthebbers op afstand (koning)
- Lokale heren gingen rechtspreken  vrije boeren werden onvrij. Ze konden verplichtingen
krijgen die voorheen alleen golden voor onvrijen.
- Meer belastingen, meer herendiensten
- Kans op slechtere behandeling door de lokale banheren.

Kastelen waren verbonden aan deze revolutie: macht beschermen tegen andere lokale heren,
bevolking beter controleren/terroriseren

Eerste kastelen: mottenkasteel  toren midden op een berg (motten) met een gracht en
houten omheining. Soms klein dorp er bij.

Geen feodale anarchie  uiteindelijk gingen veel banale heren toch band aan met koning/graaf/etc.

Banheerlijkheden verdwenen in de 11 e/12e eeuw door:

, - Geldnood bij aristocraten/stijgende lasten aristocratie.
o Groeiende bevolking  erfenissen verdeeld over meer adellijken  rijkdom nam af
per adellijke.
o Veel geld geleend aan kerk  kerk zag dit als gift  verlies land en macht
o Bouw kastelen en onderhoud legers was duur
o Door nieuwe luxegoederen uit Midden-Oosten werd het adellijke leven duur
- Koningshuizen werden weer machtiger  inperking banheerlijkheden, centrale belastingen,
sterker leger  minder afhankelijk van lokale heren
- Nieuwe ontginningen vroegen om nieuw bestuurssysteem
- Verstedelijking  meer vraag landbouwgoederen  markt werkte domeinexploitatie tegen
 arbeidskracht niet langer schaars, landbouw goederen schaars  geen monopolie op
arbeidskracht mogelijk door banheren

Herendiensten omgezet in pachten (geld)  slecht voor adel. Pachten waren vastgesteld op een vast
bedrag, inflatie deed de waarde van dit bedrag afnemen  in verhouding werd minder betaald.

Ontstaan ridderorde als afzonderlijke sociale groep

- Groeiend belang professioneel leger om feodale oorlogen te winnen  meer ridders nodig
- Deze professionalisering liet niet-adellijke personen ridder te worden
- Hoge adel en koningen gingen zich positief identificeren als ridder  lieten zich zo afbeelden
- Formele ceremonie nodig om ridder te worden  stimuleerde ontstaan als aparte groep.

Vroege middeleeuwen: hogere adel ruiterij

Later: lokaal niveau ruiters van lage komaf in dienst van banheren

Deze twee versmolten steeds meer tot de groep: ridders

Kenmerken riddercultuur:

Christelijk Niet-christelijke
Godsvrucht (vroomheid/devotie) Moed
Bescherming van weerlozen Loyaliteit/trouw aan leenheer
Vrede t.a.v. mede-christenen Kameraadschap
Kruistochten Heraldiek, uiterlijk vertoon
Soldaat van Christus/petrus Toernooien


Hoofsheid / hoofse ideaal

Hoofsheid:

- Gedragscode om spanningen tussen ridders te reguleren  opvoeding in het teken van
geweld, geweld onderling moest ingeperkt worden
- Verwerven respectabele plaats aan het hof door eer te vergaren
- Eergevoel als belangrijkste kenmerk

Hoofse liefde: (hoofse lyriek, ridderromans, etc)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zadekeskin. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.95
  • (0)
Add to cart
Added