H10. Atoomstructuur en periodieke eigenschappen
1. Atoombouw (herhaling)
Atomen:
▪ Bestaan uit positieve kernen + negatieve elektronen
▪ Bevat protonen, neutronen en elektronen
➔ De protonen + neutronen zitten in de kern van het atoom, het zijn
kerndeeltjes/nucleonen
➔ De elektronen zweven rond de kern (elektronenwolk)
▪ Elk afzonderlijk atoom is elektrisch neutraal want het aantal protonen is gelijk aan het aantal
elektronen
Een atoomkern is positief geladen want het bevat nucleonen (protonen (+) en neutronen (0))
Een elektronenwolk is negatief geladen want het bevat elektronen (-)
➔ Protonen, neutronen en elektronen vormen de elemenaire deeltjes van een atoom
Het massagetal (A) = het aantal protonen + het aantal neutronen
Het atoomnummer (Z) = het aantal protonen = het aantal elektronen
Het symbool
➔ DUS: het aantal neutronen = A – Z
2. Isotopen
Isotopen = atomen van hetzelfde chemische element, en dus met hetzelfde aantal protonen maar
met een verschillend aantal neutronen in de atoomkern
Waterstof en haar isotopen:
of protium (Stabiel) (Onstabiel)
Radionucliden of radioactieve nucliden = nucliden (isotopen van elementen) met een
onstabiele atoomkern die door radioactief verval overgaan in andere elementen of andere isotopen
van hetzelfde element die al dan niet stabiel zijn
➔ Bv. tritium:
- Er is een overmaat aan neutronen waardoor de kern onstabiel wordt → de kern zal
uiteenvallen
- Gaat terug naar een stabiele toestand door het uitstralen van β-stralen
→ Deze β-stralen zijn bij tritium lage energetische stralen, ze kunnen niet door de
menselijke huid dringen (+ zijn daardoor moeilijk detecteerbaar) en ze hebben een
halfwaardetijd van 12,32 jaar
, - Is een natuurlijke isotoop van water
- Kan ontstaat door interactie van kosmische straling (afkomstig uit heelal tussen
hemellichamen) met deuterium kernen in de waterdamp/atmosfeer
→ Kan ook in kernreactoren gevormd worden
- Bij kernfusie (= het samensmelten van atoomkernen):
Deuterium + tritium → 4He + neutron + energie
- Toepassingen:
➢ Militair → bv. in atoomwapens
➢ Om materiaal op te lichten → bv. de wijzers van een klok
Hoe ontstaat radioactiviteit?
➔ Wanneer een isotoop te veel of te weinig neutronen heeft, zal het onstabiel zijn
→ Er is dus een onstabiele combinatie/samenstelling van de atoomkernen
➔ Het element zal na enige tijd terug gaan vervallen om terug een stabiele toestand te bereiken
➔ Wanneer het element vervalt, zendt het ioniserende stralen uit
→ De straling kan van 3 soorten zijn:
1. Alfastraling → straling afkomstig van heliumkernen (bestaan uit
2 protonen + 2 neutronen) → kan gestopt worden door papier
2. Bètastraling → kan gestopt worden door aluminium
3. Gammastraling → kan deels gestopt worden door lood
De halveringstijd:
▪ = Een maat voor de snelheid waarmee radioactieve isotopen vervallen tot stabiele atomen
▪ = De tijd waarin de helft van de radioactieve atomen verdwijnen
→ Hoe langer de halfwaardetijd, hoe trager het isotoop vervalt tot zijn stabiele toestand
▪ Is een karakteristiek voor elk radionuclide
→ Bv. 131I heeft steeds een halfwaardetijd van 8 dagen
▪ Kan erg kort zijn (seconden) maar ook erg lang (miljoenen jaren)
Radioactiviteit/stralingsintensiteit kan op verschillende manieren uitgedrukt worden:
1) Geabsorbeerde dosis
- = De geabsorbeerde energie per kilogram materiaal
- Grootheid: D
- Eenheid: Gray of Gy → 1 Gy = 1 J/kg
2) Acitiviteit
- = Het aantal kernomzettingen per seconde
- Grootheid: A
- Eenheid: Becquerel of Bq → 1 Bq = 1 kernomzetting
3) Dosisequivalent
- = De geabsorbeerde energie per kilogram rekening houdend met de aard van de
straling
- Eenheid: Sievert of Sv → 1 Sv = 1 J/kg
4) Curie = het aantal kernomzettingen per seconde → 1 curie = 3,7 . 107 Bq
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nimarnatin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.92. You're not tied to anything after your purchase.