Het vermogensrecht bestaat uit:
1. Het verbintenissenrecht.
Ziet op de rechtsverhouding tussen personen onderling. Vorderingsrechten die uit
een verbintenis voortvloeien gelden slechts tegen een of enkele personen, en zijn
daarom relatief.
2. Het goederenrecht.
Heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen een persoon en een goed. Het
recht op dit goed is absoluut: eenieder moet het respecteren. Ten opzichte van de
hele wereld.
Het goederenrecht vinden we in:
Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen
Boek 5: Zakelijke rechten (dus rechten die betrekking hebben, enkel op zaken en niet op
andere goederen)
Wat zijn goederen eigenlijk?
Art. 3:1 BW (goederen)
Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.
Art. 3:6 BW (vermogensrechten)
Vermogensrechten zijn, rechten die:
- Hetzij afzonderlijk overdraagbaar zijn;
- Hetzij tezamen met een ander recht overdraagbaar zijn;
- Hetzij er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen;
- Hetzij verkregen zijn in ruil voor verstrekt stoffelijk voordeel;
- Hetzij verkregen zijn in ruil in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel.
Simpel gezegd: vermogensrecht is eigenlijk een recht dat economische waarde
vertegenwoordigd.
Voorbeelden vermogensrechten:
de vraag is eigenlijk of het recht in kwestie enige economische waarde vertegenwoordigt
1. Alle beperkte rechten (pandrecht, hypotheekrecht, vruchtgebruik,
erfdienstbaarheden, erfpacht en opstalrecht). Ook: een eigendomsrecht.
2. Rechten op prestaties (doen of nalaten)
Vorderingen op naam = meest ‘gewone’ vordering (o.g.v. koopovereenkomst,
geldlening onverschuldigde betaling, etc.) (misleidend en hoeft geen naam bij te
staan)
Order- en toondervorderingen: hier is altijd een papier (veelal een akte): dat
nodig is ook om het te leveren. Voorbeelden: de wissel, het orderbriefje, cheque,
, kwitantie aan toonder, obligatie, cognossement, ceel, aandelen in een N.V. die aan
toonder zijn gesteld. (komt niet heel veel voor)
3. Rechten op ideeën (zoals octrooirechten en auteursrechten)
4. Aandelen in rechtspersoon
5. Lidmaatschapsrechten, concessies, veel vergunningen.
Niet: goodwill. (bijv goede naam van een bedrijf)
Art. 3:2 (zaken)
Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
Art. 5:1 (eigendom)
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.
Eigendom ziet alleen toe op zaken!
De ‘eigenaar’ van een vermogensrecht noemen we ‘rechthebbende’.
De omvang van een zaak:
Wordt bepaald door de regels omtrent natrekking.
Twee wijzen van natrekking in het BW:
1. Als iets een bestanddeel is in de zin van art. 3:4 BW, bepaalt art. 5:3 BW dat de
eigenaar van een zaak (tenzij de wet anders bepaalt) ook eigenaar is van haar
bestanddelen.
= art. 5:3 BW noemen we het eenheidsbeginsel
2. Als een zaak onroerend is in de zin van art. 3:3 lid 1 BW, vindt (in beginsel) natrekking
plaats door de eigendom van de grond (art. 5:20 lid 1 BW).
= natrekking door de grond.
Regels omtrent natrekking bepalen derhalve wat het eigendomsrecht op een zaak allemaal
omvat.
Men kan immers alleen beschikken over een gehele zaak, en niet een bestanddeel van een
zaak separaat overdragen of bezwaren met een beperkt recht.
Verkrijgen en verlies van goederen
Titel 4 van boek 3 gaat over verkrijgen en verlies van goederen.
De wijzen van verkrijging vormen een gesloten systeem: alleen op de wijzen in de wet
genoemd kan men goederen verkrijgen.
Art. 3:80 BW
Goederen kunnen worden verkregen door:
1. Erfopvolging
2. Boedelmening
3. Fusie (art. 2:309 BW)
4. Splitsing (art. 2: 334a BW)
1 t/m 4 is onder algemene titel
5. Overdracht
, 6. Verjaring
7. Onteigening
8. Voorst op andere door de wet aangegeven wijzen
5 t/m 8 is onder bijzondere titel
Verkrijging van zaken:
Titel 2 van boek 5 geeft bepalingen over de verkrijging van roerende zaken, te weten:
- Toe-eigening / occupatie (art. 5:4BW)
- Vinderschap (art. 5:5 – 5:12 BW)
- Schatvinding (art. 5:13 BW)
- Natrekking (5:14 BW)
- Vermenging (art. 5:15 BW)
- Zaaksvorming (art. 5:16 BW)
Meest voorkomende wijze van verkrijging van een goed:
Overdracht!
Vereisten voor overdracht:
Art. 3:83 BW: het goed dat overgedragen wordt, dient overdraagbaar te zijn;
Art. 3:84 BW: er dient voldaan te zijn aan de vereisten voor overdracht, te weten:
1. Geldige titel
2. Beschikkingsbevoegdheid (van degene die overdraagt)
3. Leveringshandeling
Art. 3:83 BW
1. Eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten zijn overdraagbaar, tenzij de wet
of de aard van het recht zich tegen een overdracht verzet.
Eigendom is altijd overdraagbaar. Het is een essentieel kenmerk van eigendom.
Goederenrechtelijk dan!
Beperkte rechten en vorderingsrechten zijn overdraagbaar, tenzij:
De wet, of
De aard van het recht
Zich hiertegen verzet.
Van beide een voorbeeld:
De wet verzet zich tegen overdracht:
Art. 3:83 lid 2 BW:
De overdraagbaarheid van vorderingsrechten kan ook door een beding tussen schuldeiser en
schuldenaar worden uitgesloten.
Een voorbeeld
A heeft aan B een muziekinstallatie geleverd.
Uit de koopovereenkomst vloeien twee verbintenissen voort:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarijkeAms. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.25. You're not tied to anything after your purchase.