College aantekeningen Geschiedenis van het publiekrecht (HBR30) Blokwijzer Geschiedenis van het publiekrecht Deel 2
14 views 0 purchase
Course
Geschiedenis van het publiekrecht (HBR30)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Book
Blokwijzer Geschiedenis van het publiekrecht Deel 2
Uitgebreide uitwerking en samenvatting van deel 1 en deel 2, geschiedenis van het publiekrecht gegeven door professor Van Hulle, KULeuven campus Brussel.
Mijn excuses voor de typfouten!
Hoorcollege 1: Inleiding en de crisis van de republica Christiana:
Blokwijzer 1: p. 48-88
De crisis van de respublica Christiana en de opkomst van de soevereine staat
(c.1500-1661)
1) Laat-middeleeuwse politieke en juridische orde: Europa c. 1600
- 1492 Ontdekking Amerika door Columbus
- 1517: Martin Luther -> christelijke eenheid ondergraven
- 1453 Val Constantinopel (val v byzantijnse rijk)
= Startpunt reformatie
Heilige Roomse Keizer
+ Paus
Frankrijk, Engeland,
Aragon, Castilië, etc.
Graafschap
Vlaanderen, hertogdom
Brabant, Prinsbisdom
Luik, grote steden, etc.
2) Politieke desintegratie na val West-Romeinse rijk
Oost-Romeinse rijk (Byzantium) → 1453
Arabisch Islamitisch kalifaat
Christelijk West-Europa
o Karolingers:
▪ Karel de Grote (747-814) → 800: keizerskroon
▪ Na Lodewijk de Vrome (778-840): Verdrag van Verdun (843)
• Huidige verdeling tss duitse, franse en nederlandse gebieden
o 9de en 10de eeuw: invasies
▪ Versnippering van verdediging
▪ Vikingen
▪ Normandiërs
o 10de en 11de eeuw: gedeeltelijk herstel van centrale gezag
1
, a. Feodaliteit
Feodale contract: contract tussen leenheer en leenman.
Combinatie tss 2 Germaanse contracten:
Commendatio (aanbeveling) Beneficium (weldaad), later feodum
= contract waarbij een man zichzelf Contract waarbij iemand een goed
onder bescherming van een rijkere, levenslang in gebruik gaf aan een ander
machtiger heer plaatste in ruil voor trouw
Vergelijkbaar met Romeinse ususfructus
en gehoorzaamheid
(vruchtgebruik)
Rechten en plichten van de partijen:
Leenheer: De vazal:
De vazal bescherming en onderhoud Moet de leenheer “met raad en daad”
verschuldigd bijstaan/ Consilium et auxilium
- Raad: deelnemen aan beraadslagingen
van de hofraad van de leenheer (de
curia)
- Daad: vechten voor de leenheer
Beide waren elkaar trouw en loyaliteit verschuldigd
Waarom sloten de Karolingische koningen feodale contracten?
1) Een leger van ridders te vormen
o Creëren een feodale band + gaven gronden uit waardoor vazal een economische
positie en onafhankelijkheid gaf om als ridder te oefenen en voor de koning te
vechten OF om gronden verder te belenen (en meer ridders te maken)
o Oplossing tegen het volgend probleem: vrije Franken plaatsten zich onder
commendatio van een senior om zich te onttrekken aan de heerban
▪ Heerban: de militaire dienstplicht; dit was een recht van de koning als koning;
die dienstplicht was economisch te zwaar.
o Oplossing: koning sloot feodaal contract met een ridder die o.b.v. dit contract de
(dubbele) verplichting zou hebben om voor de koning te vechten
2) Om belangrijke notabelen en ambtenaren (zoals gouwgraven die namens de koning
gouwen of graafschappen bestuurden) persoonlijk aan zich te binden
2
,Deze poging om het centraal gezag te versterken keerde zich tegen de koningen vanaf 9e eeuw
omwille van de volgende redenen:
1) Vermenging overheidsmacht met privaat bezit van grond:
o De koningen gaven ambten van het koninklijk gezag als leengoed (amtslenen)
Vb. functie van een graaf was een openbaar ambt die normaal door de koninklijke
benoeming werd verleend – nu werd deze als feodum gegeven aan leenman voor het
leven
o Ook allerlei andere banrechten als feodum gegeven – recht om te bevelen
(Tollen, belastingen, handelsmonopolie) werd in leen gegeven
2) Subinfeodatio: meerdere achterleenmannen
“De man van mijn man is niet mijn man”
De verplichtingen aan beide zijden van de partijen waren intuitu personae, dus partijen
waren enkel aan elkaar prestaties verschuldigd -> de leenheer van de leenheer had geen
direct gezag op de achterleenheer.
Door persoonlijke karakter, militaire dienst man niet de leenman van mijn leenman
aanspreken.
3) Verzakelijking
Vanaf 9e eeuw:
o Verschuiving van focus van de persoonlijke verplichting van “raad en daad” naar het
genot van de geleende zaak
▪ Erfelijkheid van de lenen
• Om te erven moest de ervende leenman een verheffingsgeld betalen
• Op den duur konden minderjarigen en vrouwen ook erven, waardoor
militaire functie op achtergrond raakte
o De feodums werden verhandelbaar: leenman kon het verkopen of schenken
4) Pluraliteit van lenen
Vazal kon meerdere leenheren hebben maar zorgde voor problemen tussen leenheren
Oplossing: hoofdleenheer aanduiden
11e en 13e eeuw: ontstaan van feodaal recht dat deel werd van de rechtenstudies aan de
Universiteiten -> Libri feudorum werd aan de codificatie van Justinianus toegevoegd
Patrimonium = privaat vermogen van een persoon: geheel van alle lichamelijke en onlichamelijk
goederen waarop iemand rechten kan laten gelden en waarover hij kan beschikken (vervreemden:
verhandelen, schenken, beschikken bij testament/erfopvolging)
Patrimoniaal = behorend tot het privaat vermogen
3
, b. Het heerlijk stelsel
Verschillend van feodaliteit = pol stelsel
Heerlijk stelsel: Economisch Stelsel vb. hertogdom Brabant die op illegale wijze publieke macht
van de vorst wijzigt
= Lokale heren usurperen delen van de koninklijk macht
9de E: heerlijkheden
o Heerlijkheden (romeinen) -> heerser (dominus) en villa ruraal met groot aantal
landen, met meer publ m8 (=rechtsmacht)
Op lokaal niveau entte de heerlijke usurpatie vaak op domeinen:
Domein: een landbouwgemeenschap was rond een centrale villa die toebehoorde aan de
heer; er was een onderscheid tussen de volgende:
o Demesne: gronden die rechtstreeks voor rekening van de heer werden bewerkt
o Tenure: Gronden die de boeren voor zichzelf bewerkten
i. Grond in vrije eigendom van de boeren
ii. Gronden die de boeren in tenure hielden van de heer
Horigheid: iemand die gebonden was aan de grond, hij kon de grond niet zomaar verlaten
zonder toestemming en werd met de grond mee overgedragen aan een nieuwe heer – hij
was tot bepaalde diensten gehouden en betaalde allerlei belastingen.
Dus slaaf maar met meer rechten (kon subject zijn van recht maar was onvrij aangezien die
gebonden was aan grond (gn bewegingsrecht))
→ Na zwarte dood (14e E) verdwenen door te weinig arbeidskracht, dus werden ze pachters
o Waren niet meer gebonden aan de grond
o Pachtten de grond van de heer langdurig voor een vaste jaarlijkse vergoeding
Band met feodaliteit?
Allodiale heerlijkheden Feodale heerlijkheid
De heer is de eigenaar van het domein De heer heeft het domein in leen
Oefende heel wat overheidsrechten en allerlei (heer is leenman van iemand anders)
banrecht in eigen naam uit, maar viel nog
onder opperste gezag van de koning
(nt verbonden aan feodaal contract, heer is de
eigenaar van land)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstud3nt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.17. You're not tied to anything after your purchase.