Volledige overzichtelijke samenvatting van het vak Mens & Organisatie van de richting Toegepaste Psychologie op Thomas more.
Alles wat te kennen is voor het examen in het jaar 2022/2023
Mens & organisatie samenvatting
Introductie
1.1 Wat is een organisatie?
➢ een organisatie = een samenwerking tussen twee of meerdere mensen om een bepaald doel
te bereiken
➢ organisaties kunnen ook anders zijn dan wat mensen “bedrijven” noemen
➢ organisatiestructuur= systeem dat aangeeft hoe taken formeel worden verdeeld,
gegroepeerd en gecoördineerd
• vaak schematisch weergegeven in een organogram
➢ organogram = schematische weergave van (de structuur van) een organisatie
• toont de formele verhoudingen
• organo/igram
➢ missie = waarvoor (de mensen van) een organisatie staat (staan); “wie we zijn”
➢ visie = algemene voorstelling van de toekomst van een organisatie; “waarvoor we gaan”
➢ waarden = iets dat iemand (een organisatie) belangrijk vindt en het gedrag aanstuurt
➢ stakeholders = iedereen die (een) belang heeft bij wat de organisatie doet? bv.:
• aandeelhouders
• werknemers
• leveranciers
• klanten
• omwonenden
• samenleving
• bestuur/management
• regering/wetgever
1.2 Belang van Mens & Organisatie
➢ Amerikaans onderzoek
• Waarom verlaten werknemers hun organisatie wel/niet?
• Wat maakt dat werknemers graag werken?
→ Niet loon en andere arbeidsvoorwaarden zijn het belangrijkst
→ Wel de kwaliteit van het werk en een stimulerende omgeving
➢ organisatiepsychologie = wetenschappelijke kennis verwerven over de relatie(s) tussen
variabelen (bv. jobtevredenheid, jobprestatie, gezondheid,…)
➢ doel? → via systematisch onderzoek
• gedrag, emoties en attitudes in organisaties en de samenleving begrijpen
• gedrag, emoties en attitudes in organisaties en de samenleving voorspellen
1.3 Onderzoek rond gedrag in organisaties
➢ onderscheid maken tussen intuïtie en wetenschappelijk onderbouwd
, 2
1.4 Waarom onderzoek in A&O-psychologie?
➢ menselijk gedrag in organisaties begrijpen door het te bestuderen
➢ menselijk gedrag in organisaties voorspellen → op basis hiervan het werk zo organiseren dat
welzijn & organisatiedoelen zo goed mogelijk in balans zijn met elkaar
➢ wetenschappelijk goede, kwaliteitsvolle kennis (itt. intuïtie)
Soorten onderzoek naar gedrag in organisaties
➢ kwalitatief onderzoek = onderzoek met behulp van teksten, of open antwoorden op
vragen,…
• bv. via interviews, historische documenten
➢ kwantitatief onderzoek = onderzoek met behulp van statistiek en cijfermatige data
• experimenteel onderzoek (sterkte: interne validiteit)
• survey-onderzoek (vragenlijsten)
▪ onder meer gebruikt om
o verbanden tussen allerhande variabelen te onderzoeken
o geen oorzakelijk (geen causaal) verband aangetoond
o dingen te onderzoeken die niet kunnen gemanipuleerd worden
▪ geen manipulaties, geen condities, wel scores per persoon op de
vragenlijsten en die met elkaar in verband brengen
1.5 Onderzoek en kennis omtrent GiO (gedrag in organisaties)
➢ weinig absolute uitspraken
• werken met gemiddelden, groepen vergelijken
• kijken naar de omstandigheden (= contingentievariabelen = moderatorvariabelen)
➢ vb. contingentievariabele
• vraag: hoe beïnvloedt het belang van de geschreven taal in een job het verband
tussen het aantal fouten en de gepercipieerde geschiktheid voor een job?
1.6 Uitdagingen voor (mens en) organisaties
➢ reageren op economisch zware tijden
➢ reageren op onzekere tijden
➢ innovatie en verandering stimuleren → vernieuwing met als doel kwaliteitsverbetering,
duurzaamheid, mvo, …
➢ werknemers en werkgevers samen laten werken aan meer werk-privébalans
➢ werken aan meer ethische organisaties
➢ omgaan met een veranderende bevolking → omgaan met
• verouderende bevolking
• meer alleenstaanden
• meer hoogopgeleiden
, 3
Attitudes en werktevredenheid
2.1 Attitudes
➢ een attitude = een basishouding die je hebt tegenover dingen, mensen, bepaald gedrag of
gebeurtenissen
• vrij stabiel
• kunnen wel veranderen onder bepaalde omstandigheden
• positief of negatief ‘gekleurd’
De 3 componenten van een attitude
➢ cognitieve/kennis component (C) → omvat jouw mening of oordeel over iets
➢ affectieve component (A) → de emotie die de cognitie bij je oproept
➢ gedragscomponent (behavior) (B) → intentie om je op een bepaalde manier te gedragen
Attitudes en gedrag
➢ oorspronkelijk → attitudes de oorzaak van gedrag
➢ Leon Festinger → attitudes volgen op gedrag
➢ conclusie:
• gedrag en attitudes kunnen elkaar beïnvloeden
• mensen willen tegenstrijdigheden tussen gedrag en attitudes ‘oplossen’
➢ cognitieve dissonantie (-theorie van Festinger)
• elke mogelijke inconsistentie die iemand kan waarnemen tussen 2 of meerdere
attitudes of tussen gedrag en attitudes
• gevoel = onaangenaam, we hebben behoefte aan consistentie (= cognitieve
consonantie)
• effect → we zorgen voor meer overeenstemming door ons gedrag en/of gevoel aan
te passen in de gewenste richting
➢ hoe kunnen we cognitieve dissonantie verminderen?
• veranderen attitudes
• veranderen gedrag
• verschil tussen gedrag en attitude rationaliseren (goedpraten)
➢ wanneer zullen we proberen cognitieve dissonantie te verminderen? → afhankelijk van:
• het belang van de attitudes die de dissonantie veroorzaken
• de invloed/controle die je hebt over je gedrag
• de beloning van dissonantie
➢ moderatorvariabelen → de krachtigste versterkers of onderdrukkers van het verband tussen
attitude en gedrag:
• het belang van de attitude
• de specificiteit van de gedragsintentie
• de toegankelijkheid van de attitude
• de aanwezigheid van sociale druk
• directe ervaring met de attitude
, 4
Gedrag op het werk
➢ werkprestaties (= succesvol functioneren)
• = in welke mate voert een werknemer het werk goed en kwaliteitsvol uit?
• meerdere invalhoeken en metingen, bv.
▪ vragenlijsten (zelf, of LG, of collega’s over jou…)
▪ hoe snel werk je?
▪ hoe correct werk je?
▪ klantentevredenheid
➢ voorbeeldig werkgedrag
• = extra-rolgedrag of organizational citizenship behavior (OCB)
• = vrijwillig taken opnemen die bijdragen aan de effectiviteit van de organisatie
• naar de organisatie → vb. events
• naar individuen → vb. collega’s helpen, shiften wisselen, …
➢ ongewenst, ongepast, deviant werkgedrag
• = gedrag dat belangrijke normen of waarden van de organisatie schendt en daardoor
het functioneren van de organisatie en/of het welzijn van haar leden in gevaar
brengt
• t.o.v. organisatie → vb. ondermijnen van beleid, te laat komen, …
• t.o.v. individuen → vb. pesten
• allerlei oorzaken, maar lage werktevredenheid is vaak duidelijk aanwezig
➢ (ziekte)verzuim / absenteïsme
• = ongepland afwezigheid van werknemers tijdens de werktijden
• geoorloofd → wit verzuim
• ongeoorloofd → grijs of zwart verzuim
• wordt vaak in een cijfer uitgedrukt
➢ verloop (& verloopintentie)
• = het effectief verlaten van de organisatie
• vrijwillig → ik neem ontslag
• onvrijwillig → ik word ontslagen
• natuurlijk → pensioen
• verloopintentie wordt vaak gebruikt als negatieve uitkomstvariabele, het is vaak een
uiting van langdurige ontevredenheid op het werk
➢ = de mate waarin je je identificeert met je organisatie en er lid van wil blijven
• affectieve binding = de mate waarin je je je emotioneel verbonden voelt met
organisatie
• continuerende binding = de mate waarin je je verbonden voelt omwille van de
kosten/baten die samenhangen met werken in je organisatie
• normatieve binding = de mate waarin je je verbonden voelt omdat je een
verplichting ervaart voelt om bij je organisatie te blijven omwille van morele of
ethische overwegingen
➢ negatief verband tussen organizational commitment (OC) en verzuim en verloop
➢ positief verband tussen organisatiebinding en werkprestaties
➢ grotere affectieve binding draagt sterker bij aan wenselijke bedrijfsdoelen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller defizemadelief. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.40. You're not tied to anything after your purchase.