Deze samenvatting bestaat uit de ppt, notities van in de les gecombineerd met het boek.
De inhoud:
BASIS
Inleiding
DEEL 1: de ontwikkeling van het kind - Theoretische perspectieven
DEEL 2: de babytijd
-De fysieke ontwikkeling in de babytijd
-De cognitieve ontwikkeling in de babytijd
-De sociale...
Everything is in it and it's super clear!
By: ygonegilles • 7 year ago
Seller
Follow
jadestaal
Reviews received
Content preview
Jade Ontwikkelingspsychologie 2016-2017
Ontwikkelingspsychologie
Algemene doelstellingen
o Om te weten wanneer ‘gedrag’ fout gaat, moet je eerst inzicht krijgen in de normale ontwikkeling van
gedrag
o Gedrag interpreteren vanuit verschillende theorieën
o Inzicht krijgen in de menselijke ontwikkeling binnen de verschillende levensfasen
Basis Specialisatie
- Theoretische perspectieven op - Erfelijkheid en prenatale
ontwikkelingspsychologie Ontwikkeling
- Levensfasen: - Motorische en fysieke ontwikkeling
- Babytijd - Joint attention
- Peuter- en kleutertijd - Taalontwikkeling
- Schooltijd - Creativiteit
- Adolescentie - Grens normale ontwikkeling en
- Volwassenheid en oudere volwassenheid psychopathologie kinderen
En binnen deze levensfasen steeds: - Grens normale ontwikkeling en
o Cognitieve ontwikkeling psychopathologie
o Sociaal-emotionele (oudere)volwassenen
ontwikkeling
o Persoonlijkheidsontwikkeling
Deel 1: de ontwikkeling van het kind
1. Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
1.1. EEN Oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie = wetenschappelijke studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit van
conceptie tot de ouderdom. Synoniem = levenslooppsychologie
Ontwikkeling =genese, ontvouwen
Lichamelijke groei en veranderingen in de psyche van individuele personen die worden beïnvloed door de
ontwikkeling van de samenleving
Het is een continu proces in de tijd dat zonder onderbreking verloopt. Het is bovendien ook een proces dat
niet omkeerbaar is en het is globaal en gedifferentieerd.Ontwikkelingspsychologie richt zich op de menselijke
ontwikkeling
sommige ontwikkelingspsychologen probereren de universele ontwikkelingsprincipes te doorgronden
terwijl andere kijken naar de invloed van culturele en etnische verschillen op het verloop van de ontwikkeling
Ze zijn niet alleen bezig met de manier waarop mensen tijdens hun leven groeien en veranderen. Maar ook met
de stabiliteit van het leven van de kinderen, adolescenten en volwassenen. Ze vragen zich af welke gebieden in
welke perioden in het leven van mensen veranderen en groeien en hoe hun gedrag zich verhoudt tot eerder
gedrag
1.1.1 REIKWIJDTE VAN HET VAKGEBIED
THEMATISCHE GEBIEDEN
Fysieke ontwikkeling: ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke bouw van het lichaam, de focus ligt
hierbij op de hersenen , het zenuwstelsel,de spieren, behoefte aan eten, drinken en slaap. Bv: onderzoek richt
zich op de effecten van ondervoeding op het groeitempo van kinderen/ seksuele rijpingsproces bij
adolescenten
Cognitieve ontwikkeling ontwikkeling die betrekking heeft op de manier waarop het gedrag van mensen
wordt beïnvloedt door groei en verandering in de eigenschappen (intellectuele vermogens) die de ene
persoon van de andere persoon onderscheiden. Ontwikkelingspyschologen houden zich bezig met het leren,
geheugen, het denken ,probleemoplossing en intelligentie.Bv: ze willen erachter komen hoe intellectuele
vermogens in de loop van de kindertijd veranderen of het proberen achterhalen van culturele verschillen
bestaan in factoren waaraan kinderen hun successen en mislukkingen op school toeschrijven
Sociale ontwikkeling kijkt naar de sociale relaties en interacties die in de loop van hun leven groeien,
veranderen en stabiel blijven.Bv: reageren pasgeborene anders op hun moedere dan andere mensen? Hoe
speelt de impact van de ander in de verschillende levensfasen?
Persoonlijkheidsontwikkeling Studie naar stabiliteit en veranderingen in eigenschappen die personen van
elkaar onderscheiden
o Wat is de beste manier om kinderen op te voeden?
o Wanneer word een kind zich bewust van zijn sexe?
o Wat zijn de oorzaken van zelfmoord bij adolescentie?
INDIVIDUELE ONTWIKKELING
= individuele variatie rond het normatieve verloop van de ontwikkeling Variatie wordt groter/kleiner
naarmate kind ouder wordt?
Waarom?
1.1.2 DE INVLOED VAN COHORTEN OP ONTWIKKELING
COHORT een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren
Leden van zelfde cohort delen aantal
omgevingsfactoren (bv. economische
toestand, epidemieën, oorlogen,…)
NORMATIEVE GEBEURTENISSEN
= gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op dezelfde manier voltrekken
Verschillende soorten die invloed hebben op de ontwikkeling
Normatieve historisch bepaalde invloeden
gebeurtenis die zich voor de meeste individuen binnen een groep op dezelfde manier verstrekt
o = algemene veranderingen en gedragsreorganisaties die iedereen doormaakt bij het ouder worden
o Biologisch, cultureel en sociaal bepaald
Bv: het bereiken van de puberteit omdat het iedereen ongeveer in dezelfde periode voorkomt
Gevolg van normatieve historisch bepaalde invloeden cohorteffecten
= biologische invloeden en omgevingsinvloeden die verbonden zijn aan een historisch moment
Leeftijdsgebonden invloeden
Leeftijdsgebonden invloeden
biologische en omgevinsinvloeden die gelijk zijn voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep,
‘ongeacht’ wanneer of waar ze opgroeien
Normatieve sociaal-cultureel bepaalde invloeden
Naar school gaan kan beschouwd worden als een normatieve leeftijdsgevonden invloed omdat in de meeste
culturen rond het zesde jaar plaatsvindt
Niet-normatieve gebeurtenissen
= specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een specifieke persoon op een tijdstip dat zulke
gebeurtenissen de meest andere mensen niet overkomen
Bv: Atypische gebeurtenissen op tijdstip dat dit meeste anderen uit die groep niet overkomt
1) Continue versus discontinue verandering
CONTINUE VERANDERING = geleidelijke ontwikkeling waarbij prestaties op een bepaald niveau voortvloeien uit
die van vorige niveaus
o Geleidelijke, kwantitatieve verbetering
o Onderliggende processen blijven gehele levensduur gelijk
Bv: lengtegroei, toename hersenactiviteit
Bv: nieuwe vaardigheden vloeien automatisch voort uit bestaande vaardigheden
DISCONTINUE VERANDERING= ontwikkeling in aparte stappen of stadia, waarbij elk stadium gedrag oplevert
dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia
o Meer in de kleutertijd, kindertijd en de adolescentie
o Vanuit dit standpunt kan gezien worden ams de ontwikkeling heel abrupt ofwel discontinue verloopt
Kwalitatieve verandering Bv. Cognitieve ontwikkeling (?) discontinue verandering in de vaardigehden
En-en: sommige ontwikkeling
meer continu, andere meer
discontinu
Een gebogen, rechte lijn =
continue verandering
2) Kritieke en gevoelige perioden: de invloed van de
omgeving
Kritieke periode = specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een
bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen heeft
Onomkeerbare consequenties door aan- of afwezigheid van bepaalde omgevingsfactoren
Bv. Prenataal: medicatiegebruik moeder
Bv. Hechting in eerste levensjaren?
Plasticiteit = mate waarin een ontwikkelend gedrag of fysieke structuur kan worden gewijzigd
Bv. Plasticiteit hersenen
Bv. Adoptie?
Gevoelige periode = periode waarin organisme extra gevoelig is voor omgevingsinvloeden
o Periode waarin bepaalde vermogens optimaal naar voren komen
o Kinderen gevoelig voor omgevingsinvloeden
o Aan- of afwezigheid van bepaalde omgevingsfactoren hoeft niet tot onomkeerbare consequenties te
leiden
3 ) Levensloopmodel versus focus op specifieke perioden
o Op welke perioden moeten ontwikkelingspsychologen hun aandacht richten?
o Vroeger vooral focus op babytijd en adolescentie
Redenen
4
, Jade Ontwikkelingspsychologie 2016-2017
1. Ontdekking dat er in elk levensstadium sprake is van ontwikkelingsgroei en verandering
2. Belangrijk deel van iemands omgeving wordt bepaald door de sociale omgeving
Bv. Samenhang levensloop ouders en kinderen
4) De relatieve invloed van nature en nurture op de ontwikkeling
Nature = genetisch bepaalde eigenschappen vermogens en capaciteiten
Maturatie: geleidelijke ontvouwing van voorbestemde genetische informatie
o Biologisch georiënteerde theorieën
o Endogeen = vanbinnen
o Milieu bepaalt niet WAT er ontwikkelt maar DAT er ontwikkeling kan plaatsvinden
Bv. Oogkleur
Bv: nature zorgt er voor dat hersenen zo zijn ontwikkeld dat we alle woorden op een pagina kunnen lezen
Nurture = sociale omgeving waarin men opgroeit, die ons gedrag bepaalt
o Milieutheorieën
o Omgevingsvloeden: sociaal van aard
Bv manier waarop de ouders hun kinderen opvoeden / invloed leeftijdsgenoten op adolescent
o Kunnen biologisch zijn
Bv de invloed van drank en druggebruik van een zwangere vrouw op een ongeboren kind/ of de
hoeveelheid en het soort voedsel dat het kind krijgt
o Exogeen = vanbuiten
o Erfelijkheid bepaalt niet WAT er ontwikkelt maar DAT er ontwikkeling kan plaatsvinden
Bv. Wolfskinderen, ernstig verwaarloosde kinderen
Interactionisme: genen én omgeving spelen rol bij het tot stand komen van eigenschappen en mogelijkheden
Complexe interactie tussen genetische en omgevingsfactoren
vb.: chagrijnig kind – reactie ouders
5) Gevolgen voor de opvoeding van kinderen en voor sociaal beleid
Bv. Intelligentie: als iemands intelligentie wordt bepaald door erfelijkheid, zijn pogingen om deze intelligentie
later in het leven te verbeteren gedoemd te mislukken. Intelligentie is vooral een resultaat van
omgevingsinvloeden
o Gevolg van genen: stimulatie niet veel impact
o Gevolg van omgevingsinvloeden: stimuleren belangrijk
welke mate spelen beide processen een rol’?
2 uitersten van een continuüm
Nature _______________________________ Nurture
Continue verandering Discontinue verandering
Verandering verloopt geleidelijk Verandering verloopt in duidelijk te
onderscheiden stappen of fasen
Prestaties op het ene niveau zijn een vervolg
op een voorgaand niveau. Onderliggende Gedrag en processen zijn in verschillende
ontwikkelingsprocessen blijven tijdens
Voor normale ontwikkeling zijn bepaalde Mensen zijn gevoelig voor bepaalde stimuli
stimulu uit de omgeving noodzakelijk uit de omgeving maar de gevolgen van het
ontbreken van bepaalde stimuli zijn terug te
Vroege ontwikkelingspsychologen leggen hier draaien.
de nadruk op
Deze theorie wordt momenteel gehanteerd
door levensloop van psychologen
Levensloop Focus op specifieke perioden
In moderne theoriën ligt de nadruk op de Vroege ontwikkelingspsychologen zien de
groei en verandering in de loop van het leven kindertijd en de adolescentie nadrukkelijk
en op verbanden tussen verschillende ams de belangrijkste perioden
perioden
Nature nurture
De nadruk ligt op het ontdekken van erfelijke De nadruk ligt op de invloed van de
eigenschappen en vermogens omgeving op iemands ontwikkeling
Deel 2: theoretische perspectieven
2.1. Visies op kinderen
2.1.1 Het psychodynamisch perspectief 23-26
Gedrag wordt gemotiveerd door innerlijke krachten, herinneringen en conflicten waarvan een persoon zich
nauwelijks bewust is en waarover hij weinig controle heeft
BV: marije heeft geen goede relatie met haar vader op kunnen bouwen terwijl een meisje op haar leeftijd erg
naar haar vader trekt. Zij zoekt een vaderfiguur als ze ouder is, maar de verlatingsangst en de pijnlijke
gevoelens komen terug las het serieus wordt.
2 toonaangevende theorieën:
A. Psychoanalytische theorie van Freud (grondlegger moderne psychologie)
kijkt naar wat mis loopt
theorie van freud die ervan uitgaat dat onbewuste krachten bepalend zijn voor iemands
persoonlijkheid en gedrag
o Onbewuste = afgestoten infantiele wensen, verlangens en behoeften van verstorende aard
o ‘Abnormaal’ gedrag = veroorzaakt door inadequaat werken van driften
6
,Jade Ontwikkelingspsychologie 2016-2017
met zijn patienten zoeken naar wat er in dat onbewuste leefde
o Drieledige persoonlijkheidsstructuur:
» Es (id)
- primitieve, ongeorganiseerde, aangeboren deel van de persoonlijkheid dat aanwezig is bij de geboorte
- gaat om onze primitieve driften zoals honger, seks, agressie en irrationele impulsen
- opereert vanuit het genotsprincipe
- doel om zoveel mogelijk bevrediging en zo weinig mogelijk spanning te creeëren
gezonde persoonlijkheid
» Ich (ego)
- rationele en redelijke deel van de persoonlijkheid
- vormt een buffer voor de echte wereld rondom ons heen en het primitieve id
- ego opereert vanuit het realiteitsprincipe
- instinctieve energie in toon wordt gehouden om de veiligheid van het individu te bewaren en hem te
helpen integreren in de samenleving
- persoon is in belans wanneer hij handelt vanuit het ego
» Überich (superego)
Gedrag = gemotiveerd door (onbewuste) innerlijke krachten, herinneringen en conflicten
- vertegenwoordigt volgens freud iemands geweten
- onderscheid tss goed en kwaad
- ontwikkeld zich ron 5/6 jarige leeftijd
- mensen nemen het over van alle belangrijke figuren in hun leven
- freud maakte ook de theorie van waarop de persoonlijkheid zich tijdens de kindertij vormt
bijvoorbeeld
Ego gaat compromis tussen es of het id en het superego ( de wereld waarin we leven)
Honger es
Superego niet gepast om eten in college
Ego gaat dan zoeken naar compromis hoe kan ik men behoefte bevredigen door middel ook integreerd te
zijn
Alle gedrag wordt gemotiveerd door het willen
ervaren van lust. Twee aangeboren
driften/instincten zijn hierbij werkzaam
Sexualiteit = eros levensdrift en geslachtsdrift
Agressie = thanatos doodsdrift
Hoe de instincten tot uiting komen wordt
bepaald door drie stucturen
1. ID of ES
2. EGO of ICH
3. SUPEREGO OF UBER-ICH
Fasen in psychoseksuele ontwikkeling
een aantal fasen die kinderen doorlopen waarin genot, of bevrediging telkens gericht is op een andere
biologische functie en een ander deel van het licham
Orale fase (0– 1,6 jaar)
o Mondzone staat centraal het es zijn energie gaat koppelen aan mondzone
o Zuigen aan moederborst, op vingertjes, op objecten
o Persoonlijkheid het es of id
o Levensdrift (zuigen) en destructiedrift (bijten)
o Bevrediging en indrukken opdoen
o Enkel Id/Es
7
, Jade Ontwikkelingspsychologie 2016-2017
Anaal-sadistische fase (1,6 – 3 jaar)
o Lustbeleving : anus
o Ontwikkeling ego of ich
o Uitdrukkingsmiddel : loslaten (volgzaamheid) ophouden (protest)
o Controle van kind op omgeving: fysisch en psychisch - Ontwikkeling van “Ich”
o Energie vanuit es superego ontw
Fallische fase (3 – 5 à 6 jaar) Latentiefase (6 – 11 jaar)
o Lustbeleving: geslachtsorgaan
o Kind ontdekt verschil tussen seksen: hebben of niet (meer) hebben van fallus
o Jongens: castratieangst
o Meisjes: penisnijd
o Tederheid ontw
Oedipusconflict:
Jongens: bezitten van moeder vader = bewonderen, rivaal identificatie met gevreesde
vaderaanvaarding van wetten en normen ontstaan Über-Ich
Meisjes: verliefd op vader moeder = model en rivaal identificatie met moeder ontstaan Über-Ich
(Elektracomplex: Jung)
Genitale fase (11 - ... jaar)
o Heropleving van libido
o Aandacht voor alle seksuele lichaamsdelen
o Fase puberteit
Fixatie: gedrag dat in een eerdere ontwikkelingsfase is blijven steken als gevolg van een onopgelost conflict
B. Psychosociale theorie van Erikson
Psychosociale ontwikkeling: veranderingen in de manier waarop we aankijken tegen interacties, gedrag van
anderen en onszelf als leden van maatschappij
Hij legt de nadruk op interactie met anderen
Erikson: persoon gevormd en belemmerd door hun samenleving en cultuur
- Ego-psychologie
- omgeving gaat een rol spelen
- Samenleving: bevorderend en belemmerend
- Ontwikkelingsmodel met 8 stadia in elk stadia is er een probleem dat opgelost moet worden of
een bepaald conflict, hoewel geen crisis helemaal wordt opgelost
Anaal- musculair (1-3j) Autonomie vs. schaamte Gezagsvolle en Wilskracht
en twijfel oordeelkundige ouders
Locomotorisch-genitaal Initiatief vs. schuldgevoel Harmonieuze Doelgerichtheid
(3-6j) gezinssituatie
8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jadestaal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.58. You're not tied to anything after your purchase.