Anatomie van de Gastro-intestinale tractus ................................................................................................................................... 2
DEEL I: Gastro-intestinale motiliteit............................................................................................................................................ 2
Motiliteit van de slokdarm.............................................................................................................................................................. 8
Motiliteit van de maag ................................................................................................................................................................... 9
Motiliteit van de dunne darm ....................................................................................................................................................... 12
Motilitiet van het colon ................................................................................................................................................................ 13
Motiliteit van het anorectum........................................................................................................................................................ 13
Motiliteit van de galblaas en de galwegen ................................................................................................................................... 14
DEEL II: Gastro-intestinale secretie ........................................................................................................................................... 15
DEEL III: Digestie en absorptie van voedingsstoffen ................................................................................................................. 25
Digestie en absorptie van koolhydraten ....................................................................................................................................... 26
Digestie en absorptie van proteïnen ............................................................................................................................................. 27
Digestie en absorptie van lipiden .................................................................................................................................................. 29
Digestie en absorptie van vitaminen en mineralen ...................................................................................................................... 31
DEEL IV: Hepatobiliaire functie ................................................................................................................................................. 33
Functie van Hepatocyten .............................................................................................................................................................. 33
Vorming van gal ........................................................................................................................................................................... 34
Enterohepatische circulatie van galzouten (open vraag) ............................................................................................................. 35
,INLEIDING
Maagdarmstelsel = holle buis, onderverdeeld in compartimenten door sluitspieren. Toevoeging van secreties van
speekselklieren, lever en pancreas
Ph en structuur verschillen per compartiment afhankelijk van de functie
Functie = voedingsstoffen opnemen en het lichaam van energie voorzien
Anatomie van de Gastro-intestinale tractus
De darm vernieuwt zich om de 3-4 dagen
Opbouw van de darm:
o Mucosa: epitheliale laag met villi en crypten, lamina propria is bindweefsel met bloedvaten, immuuncellen …
o Musculaire mucosa: dunne spierlaag tussen de lamina propria en de submucosa
o Submucosa: los bindweefsel met bloedvaten en zenuwuiteinden
o Spierlaag: circulaire en longitudinale spierlaag met daartussen het myenterische plexus
o Serosa: omhullende bindweefsellaag met bloedvaten, lymfevaten en zenuwvezels
Intrinsieke aansturing van het maagdarmkanaal: enterisch zenuwstelsel (= het eigen zenuwstelsel, ‘the little brain’ is
belangrijk voor de short reflex en is onafhankelijk van het centraal zenuwstelsel)
Extrinsieke aansturing van het maagdarmkanaal: autonoom zenuwstelsel en enkele willekeurige vezels
Intrinsiek-enterisch zenuwstelsel
→ SHORT REFLEX CIRCUIT
Enterisch zenuwstelsel = the little brain en is een netwerk van zenuwcellen (plexus)
o Myenterische plexus (Auerbach) → in de slokdarm-
rectum, tussen circulatie en longitudinale spierlaag en
regelt de contracties
o Submucosa plexus (Meissner) → in de submucosa
van de dunne darm en regelt de secretie
2
,Short enteric reflex = Activatie van bepaalde processen door een stimulus bv. aanmaak van stoffen die de
chemoreceptoren activeren. Deze informatie uit de plexus wordt doorgegeven door de interneuronen naar het
motorneuron als reactie op de stimulus
▪ Excitatorisch: over de stimulus
▪ Inhibitorisch: onder de stimulus
Zowel inhibitorische als exciterende motorneuronen:
Inhibitorische neurotransmitters:
Exciterende neurotransmitters:
Extrinsiek-enterisch zenuwstelsel
Signalen kunnen ook via vagale afferente zenuwbanen gaan die zo verder bestuurd worden door het CZS
o Willekeurig ZS: enkel slikken en defecteren
o Autonoom ZS
▪ Parasympatische innervatie
• N. vagus: hersenstam, proximale deel van het maagdarmkanaal
• N. splanchnicus pelvinus: ruggenmerg (sacraal), sitale colon en rectum
▪ Sympatische innervatie: ruggenmerg (thoracolumbaal), door paravertebrale ganglia naar prevertebrale
ganglia en van hieruit vezels naar de darm
3
, Willekeurig Autonoom
Willekeurig:
▪ N. hypoglossus
▪ N. pudendus
Autonoom
Parasympatisch:
▪ N. vagus
Sympathisch:
▪ Vertrekken vanuit het ruggenmerg en vormen ganglia
Extrinsiek-parasympatisch afferent
N. vagus: sensorische informatie vanuit de slokdarm tot 1/3 transverse colon naar de medulla
Bekkenzenuw: sensorische informatie van 2/3 transverse colon tot het rectum naar het ruggenmerg
Extrinsiek-sympatisch afferent
→ Sensorische informatie naar één van de prevertebrale ganglia
→ Vervolgens efferente zenuwvezels langs de … verder naar de
paravertebrale ganglia in het ruggenmerg
A. Greater splanchnic nerve
B. Lesser splanchnic nerve
C. Lumbar splanchnic nerve
Extrinsiek-parasympatisch efferent
Lopen via de N. vagus en de bekkenzenuw naar de darm, geen ganglia
Activatie of inhibitie van spiercellen of enteroendocriene cellen,
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noaclaesmol. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.55. You're not tied to anything after your purchase.