Inleiding tot het recht
Hoofdstuk 1 Het begrip recht
1.1 inleiding
Normaalsysteem = regels voorschriften
Opgelegd door de overheid + handhaaft + controleert + sanctioneert
1.2 recht als geheel van bindende regels
Verschillende soorten regels
1.2.1 Algemeen geldende regels
geldt op het grondgebied in België + rechtssubjecten = juridische persoonlijkheid , iets of iemand die
drager is van rechten en plichten vb. De mens ,instellingen , warenhuizen
algemene geldende regels opgesplitst in 2 subregels
a. Algemene gebodsbepaling
= overheid legt een gebod op aan rechtsubject
vb. Overheid verplicht u om van alle criteria van autoveiligheid te voorzien.
= gebod vaak positief : iemand moet iets doen
= soms negatief : als je het niet doet wodt je gestraft
b. Algemene verbodsbepaling
= overheid legt een verbod op
Vb. 2de huwelijk terwijl het 1ste nog niet ontbonden is.
( verbodsbepaling meestal geassocieerd met strafrecht) enige verschil , strafrecht straft maar
vermijd niet.
c. Verlofbepaling
= toelating om iets te doen
Recht geeft je de mogelijkheid om handelingen te stellen
Vb. In een huwelijk mogen beiden partners een echtscheiding aanvragen.
d. belovende regels
= het recht beloofd u iets en de overheid doet z’n best om het waar te maken
Vb. Recht op onderwijs waarbij overheid haar best zal doen om financiel te helpen
1.1.2 regels toepasbaar na keuze
Ondanks het feit dat er een groot aantal regels geschreven zijn , wordt men niet bedrukt door die
regels omdat de regels afhankelijk zijn van een bepaalde keuze in uw leven.
,Aan bepaalde keuzes zijn rechtsregels verbonden
Bijvoorbeeld : adopteren van kinderen ,huwelijken , verhuisregels
1.1.3 suppletieve regels
= wilsaanvullende regels
--> Regels die maar gelden als de betrokken niets anders beslissen
--> hun wil komt eerst waardoor men van regels kan afwijken
-->suppletieve regels zijn bindend als u niets anders besloten heeft
Vb. Tijdens een huwelijk maakt men bv financieleafspraken , als dit soort regels niet gemaakt zijn
gelden de suppletieve regels. Bindend indien niet anders besloten.
1.2.4 Technische regels
- gaat het over de technische zaken
- welke correcte vermeldingen moeten op een bepaald document staan
- hoe moet een correct contract opgestelt zijn
1.3 recht en de maatschappelijke orde
Latijns gezegde : Ubi societas , ibi ius. Ubi ius , ibi societas
= waar je een samenleving hebt , is er recht en waar je recht hebt , is er een
samenleving.
= hoe primitief de samenleving ook is , recht is altijd noodzakelijk voor bepaalde
gedragsregels af te spreken.
= recht is een constructie van de mens + recht wijzigd door de mens +
beleidsinstrument
1.4 recht en gezag
Staat ≠ overheid
België = federale staat met verschillende bestuursniveaus
a. Het doel van de rechtsregels
Publiek : belangen van de overheid nastreven
Privaat : private belangen van rechtssubject nastreven
b. Relaties
Publiek : verticale relatie tussen overheid en andere partij
Privaat : horizontale relatie tussen burgers
c. Soort rechtsregels
Publiek: dwingend recht , niet afwijken van dit recht
Privaat: suppletierecht ( wilsaanvullend recht) wijzigt naar gelang uw wil.
d. Welke aanpak
Publiek: conflict tussen overheid en burger over bv belastingen. Op 1 ste zicht lijkt het niet
verstandig om als burger naar de rechter te gaan want rechter hoort bij de overheid.
Ondanks dat is het mogelijk om een bezwaar op de overheid te doen en te winnen
Privaat : conflict tussen 2 burgers in private sfeer waar overheid zich niet mee moeit kan
opgelost worden zonder rechter , zo niet, dan kan er een rechter bijkomen vb conflict
huurder- verhuurder.
- Al het recht dat de verhoudingen tussen 2 burgers inhoud
Relativeren
Vb. film Daans : arbeidsrecht was toen een privaatrecht omdat de overheid zich niet moeide
met de relatie tussen werkgever en werknemer. Nu wel Dit door de sociale welvaartstaat:
overheid legt bindende regels op en moeit zich met zaken die vroeger gewoon privaatrecht
waren. Bv: studentenbeurs, invaliditeitsuitkering
2.2 nationaal vs internationaal recht
Nationaal : recht binnen het grondgebied
Internationaal : afspraken tussen verschillende landen omtrent institutionele regels
2.3 objectiefrecht vs subjectiefrecht
Objectiefrecht : recht als een voorwerp , zoals het zich voortdoet zonder andere factoren
( the law)
, Subjectiefrecht : “ wat kunnen we nu met dat recht doen?” vb. Huurrecht , maar toch
kunnen er binnen uw huur conflicten zijn. Subjectiefrecht houd rekening met andere
factoren ( rights)
Juridische definitie : recht van een rechtssubject in om in eigen namen ( voor uzelf opkomen)
en eigen belang een welbepaalde juridische verplichting die afgeleid is van het belgisch recht
, rechtstreeks af te dwingen van een derde doormiddel van rechtsvorming
Uitleg = juridische verplichtingen die je haalt uit objectiefrecht (wetten) afdwingen aan een
ander rechtssubject op een beschaafde manier ( niet bedreigen ) waarvoor men een
rechtverordening nodig heeft.
Subjectief recht onder verdelen in bepaalde criteria
a. Absolute rechten vs relatieve rechten
Absoluut : iemand kan eender wie iets afdwingen vb. uw mensenrechten
Relatief: iemand kan alleen bepaalde rechtssubjecten afdwingen naar gelang de
context. Vb bij contracten in huur kan u alleen uw huisbaas iets afdwingen en
geen andere huisbaas.
b. Politiek vs burgerlijk subjectrecht
Politiek : rechten die je hebt ten aanziende van de overheid.
Rechten afdwingbaar vd overheid
Politieke vrijheden met participatierecht: stemrecht, recht om
verkiesbaar te stellen = vrijheid van organisatie en verenigen
Burgerlijke ( civiel) : 2a persoonlijkheidsrechten
2b familierechten
2c vermogensrechten : 2c I : zakelijk recht
2cII: vorderingsrecht
2a en 2b hebben dezelfde kenmerken: rechten op fysiek integriteit (lichaam) en
geestelijke integriteit.
Privacy en meningen ( persoonlijkheidsregels)
Persoonlijkheidsrechten is deel van familierechten : ouders moeten op de best mogelijke
manier voor hun kinderen zorgen
3 kenmerken voor 2a&b
- Rechten van extra patrimoniale : uw rechten behoord niet tot vermogen , rechten is niets
waard uitgedrukt in geld
- Rechten niet overkopen of overdragen
- Eindigt na de dood
2c vermogensrechten spiegelt de kenmerken van 2a&b
- Rechten behoren tot uw vermogen
- Rechten kunnen wel overgedragen of over gekocht worden
- Stopt niet na de dood vb erfenis
2cI zakelijke rechten : absoluut : rechten inroepen voor iedereen bv eigendom
2cII vorderingsrecht : rechten om iets te vorderen ( eisen van iemand anders)
Relatief : kan maar rechten afdwingen van bepaalde personen
Vb kotbaas is schuldeiser en student is schuldenaar
Examenvraag : Vermogensrechten zijn altijd absoluut van aard: is
niet waar: vorderingsrecht kan ook relatief zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller selsflore. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.47. You're not tied to anything after your purchase.