100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Wijsbegeerte (herziene uitgave 2012) - Inleiding in de filosofie met inbegrip van wetenschapsleer (C03A2a) $6.83   Add to cart

Summary

Samenvatting Wijsbegeerte (herziene uitgave 2012) - Inleiding in de filosofie met inbegrip van wetenschapsleer (C03A2a)

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting zijn collegenota's en extra uitleg uit de cursus. Geslaagd in eerste zit

Preview 4 out of 68  pages

  • No
  • Unknown
  • August 14, 2023
  • 68
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Filosofie
Inhoud en opbouw
7 delen

 oudheid
 middeleeuwse filosofied
 moderniteit
 einde moderniteit
 wetenschapsfilosofie
 antropologie
 hermeneutiek

Maatschappelijke relevantie
 actuele debatten met filosofische relevantie:

 euthanasiewet (minderjarigheid)
 vrije wil en juridische verantwoordelijkheid
 utilitarisme i.v.m. Covid19 • religieuze symbolen
 vb. Kant (uit: Verplaetse & Delmotte, Beginselen van samenleven)

 Luftsicherheitsgesetz, 2004

 renegade vliegtuigen neerhalen?

 ongrondwettelijk: door het doden van mensen om andere mensen te beschermen beschouw
je hen louter als objecten

 geschiedenis van de filosofie
 hermeneutiek
 receptie van de antieke wijsbegeerte •

 verbeelding
 materie
 neoplatonisme
 platoonse traditie

,Preliminaria (theoretisch)
 Plato’s grot
 filosofie en ideologie
 historiciteit van de filosofie
 wereldbeelden

Plato’s grot
 filosofie vertrekt vanuit de verwondering ( vanuit een ervaring van betekenisverlies) : ineens ziet
u de dingen anders, u stelt vragen die u eerder nooit hebt af gevraagd. De gewone betekenis
komt onder druk te staan.
 actief ( filosoof verwonderd zich bewust over zaken , wat andere niet doen) en passief

 Allegorie van de grot vertrekt vanuit het idee dat mensen gevangenen zijn met hun rug tegen
een muurtje met achter hun een vuur. Achter dat muurtje lopen mensen met voorwerpen en
van die voorwerpen zien ‘de gevangenen ‘ de schaduwen op die wand. Als u nu vraagt aan
die mensen ‘ wat is echt?’ dan antwoorden ze met die schaduwen.

 voorwerp van verwondering = alles
 wereld is vooraf geordende structuur
 ‘tweede natuur’ wordt het voorwerp van kritische reflectie : u bent zich niet bewust dat u
gevangen zit , iemand moet u bevrijden. Als u bevrijdt word, dan wordt u verblind en ziet u de
“echte” realiteit ipv de schaduwen. Beeld je in dat die persoon terug naar de grot gaat, en zegt
tegen zijn vorige medegevangen dat waar ze zich bevinden , niet de realiteit is maar dat dat
buiten de grot zit. Wat wij werkelijkheid noemen ,dat is niet de ‘echte ‘werkelijkheid. The
symbolic is de structuur die de realiteit castreert.

Nietche : iedereen wordt geboren als een kameel ( een
lastdier) erna leeuw
Metafoor het spelen van een kind ( met blokken bouwen) voor volwassen , het niet zien als
constructie maar als iets verworven. Het verschil is dat kinderen wel zien als een constructie , het kan
afgebroken worden en terug opnieuw beginnen
 “waarom?” “daarom!” vs. de blik van het kind

filosofie = wetenschap : aan afspraken houden ( argumentatie ,jargon)
 argumentatie
 technisch vocabularium
 stelling poneren
 verwondering blijft in het spel
 filosofie stelt zich open
 ruimte voor kritiek en vragen

vs. ideologie
 definitieve zekerheden
 conservatief : bewarend , in stand houden
 ‘verfijning

Kan er gesproken worden van vooruitgang als de gedachte van filosofen steeds weer worden
bekritiseerd. Sommige filosofen gaan ervan uit dat de geschiedenis een lineair proces is die naar
volmaking streeft.

,Historiciteit van de filosofie
= heeft een geschiedenis. Op 2 maniere: bevind zich in de geschiedenis en heeft een geschiedenis , er
gaan zaken aan vooraf
 spatio-temporele context : ruimtelijke en tijdelijke context. Filosofie afhankelijk van tijd en
ruimte

 vragen en antwoorden veranderen voortdurend
 filosofie is wezenlijk historisch Hegel: “Die Philosophie ist ihre Zeit in Gedanken erfasst.”
 ook de interpretatie is historisch bepaald : om iets te begrijpen (bijvoorbeeld Plato), dan moet je
ook iets over de historie begrijpen (Griekse oudheid). Je moet dus rekening houden met de
historisering van het subject, hoewel de betekenis van een object voortdurend verandert. We
zijn een product van onze tijd
 historisch object ( systeem , kunst) én subject ( wie dat gaat interpreteren: dan veranderd de
manier waarop het object wordt geïnterpreteerd ook.

 geen objectieve maatstaf : moderne lectuur over een middeleeuws object verschilt van een
lectuur over datzelfde object in andere tijdsperiode
Risico van het relativisme : dan is er geen vaste en juiste waarheid / interpretatie

Wereldbeeld
= kijken naar de werkelijkheid met uw bril die je niet kan afzetten
 bestaanshorizon waarin we zijn ‘geworpen’ : we worden altijd ergens in geworpen waar we niet
voor kiezen.
 voor ons gekozen
 slechts gedeeltelijk expliciteerbaar : niet heel uw wereldbeeld blootleggen , niet alles kan
beantwoord worden ( blinde vlekken). Waar men later dan wel op kan antwoorden of bepalen.




 veranderlijk:

 revoluties
 avant-garde
 breuken

wijsbegeerte vs. wereldbeeld

 conservatief-legitimerend • kritisch-progressief

Les 2 ( kijk les 1)

Oudheid

Oudheid
 van mythos naar logos
 mythos, verhaal

 grond-leggende gebeurtenis

 niet kritisch: niets wordt in vraag gesteld , niet in een bepaalde geschiedenis ( ahistorisch)

,  normatief & legitimerend : geeft normen en waarden weer en geeft een verklaring

 cultuurschok 6de eeuw

 contact vreemde volkeren (antropomorfisme) : zorgt ervoor om eigen wereldbeeld in vraag te
stellen en betekenisverlies. Menselijke vorm heeft impact op weergave van goden
( Xenofanis)
 mondelinge naar schriftelijke cultuur (pesistratus) : bepaalde systematiek herkennen, ..

 kritiek op mythe

 logos, rede, uit-leg = zoekt naar systematiek , objectiviteit en universaliteit mythos -> mytho-
logie -> logos

 desacralisering natuur : vroeger geloofde ze dat goden identiek waren met de natuur. De rivier is
de godin , de zon is een god. (= natuurgodsdienst). Geleidelijk aan zal er een desacralisering van
natuur bestaan , waar men dus van uit gaat dat een rivier of de zon niet de god zelf is maar een
attribuut van een god. Goden gaan in hun antropomorfe gedaante op een berg gaan wonen ver
weg van de mens. Dat zorgt dat de natuur vrij komt van de goden en zo op een andere manier
bekeken kan worden
 theoria ( van een afstand kijken naar de dingen), beschouwing, onderzoek

Dit verschilt grieken met andere volkeren : grieken niet geintereseerd van kennis met het oog van
toepassen , maar kennis omwille van kennis
 ‘Griekse wonder : voedingsbodem voor de filosofie
Kritiek op Nestle : mythe heeft altijd al een vorm van logos gehad
Logos is eigenlijk gewoon een kwestie van beheersing , het getemde denken, maar niet
minder of beter.

Natuurfilosofen

Het goddelijke wijkt uit verklaringen , alleen logos
 filosofie ontstaat als natuurfilosofie

Kosmos: ‘mooi’ : ze gaan ervan uit natuur mooi en mooi in elkaar zit.
 gedesacraliseerde natuur als phusis ( groei van natuur) : groeien doet je uit jezelf
 natuur = organisme : de schoonheid ervan ligt in de orde ( logos)
 kosmos, sieraad, opsmuk -> kosmo-logie
 materialisme: oer-stof : alles kan herleid worden naar 1 element ( vb alles kan herleid worden
aan lucht ) Anaximander : p29 hij gelooft dat er een stoffelijke iets is ( onbepaald) waaruit in een
volgende fase het tegengestelde ontstaat. De tegengestelde gaan in conflict komen met elkaar
en wie overwint nieuw evenwicht  nieuwe wereld
 natuurfilosofen (Heraclitus & Parmenides) : natuur bestuderen dat uit zich zelf uit bepaalde
principes bestaat. Rationele ordening ( logos). Schoonheid van de natuur hangt samen aan
rationele ordening = logos van de mens. Dus het verstand van de mens kan de logos van de
natuur weergeven , bestuderen.

Meta –fysica : studie van de niet-materiële principes die de grondslag vormen voor de natuur.
• °ethiek (sofisten en Socrates)
 systeembouwers (Plato & Aristoteles)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller selsflore. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79373 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.83
  • (0)
  Add to cart