100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting tentamen AFT $8.56
Add to cart

Summary

Samenvatting tentamen AFT

 17 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting voor het tentamen van AFT. Bevat alle uitleg en uitgewerkte leerdoelen. Met deze samenvatting is een 7,5 behaald.

Preview 4 out of 37  pages

  • August 14, 2023
  • 37
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Werkcollege 1
Epitheel

Epitheelcellen
Epitheelweefsels bedekken het lichaamsoppervlak en de oppervlakken van inwendige organen.
→ Functie: bescherming onderliggende weefsels & opname/afgifte stoffen

Ze bestaan uit meerdere lagen van epitheelcellen die door intercellulaire verbindingen met elkaar en
via het basaal membraan met het onderliggende bindweefsel verbonden zijn. Epitheel vormt tevens
klieren. De epitheelcellen vormen een selectieve barrière voor de opname van stoffen

Het epitheel van de huid, mond en anus is afkomstig van het ectoderm. De bekleding van de
ademhalingsorganen en van het spijsverteringskanaal (inclusief de klieren) stammen af van het
entoderm.

Basaal membraan: vormt verbinding tussen epitheel en onderliggende bindweefsel. Bestaat uit:

- Lamina basalis
o Lamina densa met collageen type IV en proteoglycanen→ ligt centraal
o Lamina lucida met laminine → een lichtere laag die de bovenzijde van de lamina
densa begrensd.
- Lamina reticularis met collagene vezels

De lamina basalis wordt aan het onderliggende bindweefsel bevestigd door ankervezels. De
ankervezels hechten vast aan een netwerk van collagene vezels (lamina reticularis). De epitheelcellen
zelf zijn met de hemidesmosomen aan de lamina basalis bevestigd.
→ Functie lamina basalis: hechten, filteren, reguleren van celdeling/differentiatie door binding
groeifactoren


1: epitheelcellen
2: hemidesmosomen
3: lamina basalis
4: ankervezels vanuit lamina basalis
5: lamina reticularis
6: collagene vezels

,Intercellulaire verbindingen
Occludensverbinding: zorgt voor afsluiting van intercellulaire ruimten

- Zonula occludens (tight junction) → meest apicaal gelegen verbinding tussen epitheelcellen.
Het vormt een band die de ruimte tussen de epitheelcellen afsluit. De mate van
doorlaatbaarheid van het epitheel voor water en opgeloste ionen is o.a. afhankelijk van het
aantal richels en groeven in de tight junctions.

Adhaerensverbinding: zorgt voor aanhechting

- Zonula adhearens → wordt ondersteund door transmembrane adhesiemoleculen
(cadherinen) die de plasmamembraan van naburige cellen aan elkaar hechten.
- Macula adhearens (desmosoom) → bestaat ook uit cadherinen. Deze cadherinen hechten in
de intercellulaire ruimte aan elkaar. De eiwitten zijn via een hechtingsplaat verbonden met
intermediate filamenten die weer verbonden zijn met de aanhechtingsplaten van andere
desmosomen.

Nexusverbinding: zorgt voor communicatie

- Gap junction → communicatiekanalen tussen epitheelcellen. Ze bestaan uit eiwitpartikels
(connexinen) die in het plasmamembraan gerangschikt zijn in een eiwitcomplex (connexon).
De connexonen in aaneenliggende plasmamembranen sluiten op elkaar aan en vormen zo
communicatiekanaaltjes tussen epitheelcellen. Deze maken de uitwisseling van o.a. water,
ionen, aminozuren en suikers mogelijk.

Macula: ronde/puntvormige verbinding
Zonula: bandvormige structuur
Fascia: onregelmatiger verbreide verbinding



Oppervlaktespecialisaties
Microvilli: uitsteeksels van de plasmamembraan. Ze vergroten het oppervlak, waardoor de
uitwisseling van stoffen bevorderd wordt. In microvilli komen groepjes actinefilamenten voor.
Stereociliën: variant van microvillli. Ze zijn langer en sterk vertakt. Ze komen voor in organen met
zintuigfuncties.
Ciliën (trilharen): langgerekte uitsteeksels van het oppervlak van epitheelcellen en kunnen een
slagbeweging uitvoeren. Ze hebben centraal twee microtubili.
Flagellen: hebben zelfde structuur als ciliën, maar hebben een ander bewegingspatroon. Ze worden
allen aangetroffen bij spermatozoa.

Classificatie van epithelia
Eenlagig epitheel: het epitheel vormt een enkele laag van aaneensluitende cellen, waardoor de
opname/afgifte van stoffen vergemakkelijkt worden.

- Plaveiselepitheel (plat) → binnenzijde van de longblaasjes
- Kubisch epitheel → afvoergangen van vele klieren
- Cilindrisch epitheel (kolom) → dunne darm

Meerrijig epitheel: eenlagig epitheel waarvan kernen op verschillende niveaus liggen → grotere
luchtwegen.

,Meerlagig epitheel

- Plaveiselepitheel
o Verhoornend: onderste laag bestaat uit kubische basale cellen. De basale cellen
delen en hun dochtercellen schuiven op naar de huid. Hierbij krijgen ze een
afgeplatte vorm, verhoornen en gaan dood. Deze laag beschermt het lichaam.
o Niet-verhoornend: bovenste laag bestaat uit levende afgeplatte cellen die hun kernen
behouden. Dit begrenst inwendige vochtige holten.
- Kubisch epitheel → twee lagen van kubische cellen. Komt voor in zweetklieren.
- Cilindrisch epitheel → enkele lagen van polygonale cellen en een bovenste laag cilindrische
cellen. Komt voor in de conjunctiva.
- Overgangsepitheel → paar lagen van kubische tot pluriforme epitheelcellen. Bovenste laag
bestaat uit overkoepelende paraplucellen die onderliggende cellen beschermen. Komt alleen
voor in urinewegen.




Klierepitheel
Klierepitheel is gespecialiseerd in de productie van een vloeibaar secreet dat buiten de cel een effect
uitvoert. Er zijn eencellige en meercellige klieren.

Eencellige klieren bestaan uit solitaire kliercellen, zoals slijmbekercellen in het epitheel ban de darm
en luchtwegen.

Meercellige klieren bestaan uit grote complexe samenstellingen van kliercellen.

- Exocriene klieren: ontstaan uit het bedekkende epitheel door proliferatie en uitstulping in het
onderliggende bindweefsel. De klieren behouden via afvoergangen een verbinding met het
oppervlakte-epitheel. Ze bestaan uit een secretoir deel met kliercellen en een
klierafvoergang.
o Enkelvoudig: hebben 1 enkele onvertakte afvoergang
o Samengesteld: hebben een vertakte afvoergang. Ze kunnen één soort secreet
afscheiden (homocrien) of verschillende soorten (heterocrien).

, → Tubulair: tonen een basaal gelegen, afgeplatte kern en produceren mukeus
(glycoproteïnerijk) secreet.
Acinair: tonen een basaal ronde kern en produceren sereus (eiwitrijk) secreet.

- Endocriene klieren: ontstaan eveneens door afdaling van epitheelcellen in het bindweefsel,
maar deze cellen verliezen contact met het epitheel. Ze hebben geen afvoergangen en het
secreet wordt afgegeven aan de bloedbaan.
o Strengen van kliercellen
o Kliercellen rondom een holte, waarin secreet zich kan ophopen voordat het wordt
afgegeven.


Merocriene secretie: het secreet verlaat de cel via exocytose, zonder dat ander cellulair materiaal
mee uitgescheiden → spijsverteringsenzymen door exocriene pancreascellen.
Holocriene secretie: het secreet wordt tegelijk met de hele cel uitgescheiden → talgklier.
Apocriene secretie: het secreet het secreet wordt tegelijk met een deel van het apicale cytoplasma
uitgescheiden, zodat het vet geëmulgeerd blijft→ melkklier.

Sereuze kliercellen: hebben een ronde celkern. Het secreet is een sereus product dat voornamelijk
eiwitrijk is. Het basale deel van de cellen zijn sterk basofiel door de grote opeenhopingen RNA. In
deze cellen zorgt een sterk ontwikkelt Golgi-systeem voor de verpakking van eiwitten in ronde
secretiegranula. De inhoud komt via exocytose vrij.
Mukeuze kliercellen: hebben een afgeplatte kern. Het secreet is mukeus, bestaande uit
glycoproteïnen met een hoog gehalte suikergroepen. Ook dit wordt via exocytose uitgescheiden.



Bindweefsel

Bindweefsel ondersteunt en geeft vorm aan het lichaam en vormt de extracellulaire matrix die cellen,
weefsels en organen verbinden.
→ Functie: steun en binding weefsels, transport en interactie van stoffen en cellen, bescherming
tegen micro-organismen, herstel van schade en opslag.

Bindweefsel is afkomstig van het mesoderm.

De extracellulaire matrix bestaat uit:

- Grondsubstantie
Vult de ruimte tussen cellen en vezels in het bindweefsel
- Vezels
Het bindweefsel bestaat voor een groot deel uit collegene en elastische vezels
- Weefselvloeistof

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabeldevette. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.56  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added