ARCHITECTUUR VAN HET WONEN
LES 1:
1. INLEIDING (niet kennen, is een vertrekpunt voor de volgende lessen)
Wat is wonen?
- In de volksmond: het hebben van een woning
- Van Dale: Zijn woning hebben, verblijf houden, gehuisvest zijn of gevestigd zijn,
steeds aanwezig zijn
Etymologie: “wonen”
➔ wuon, wônon (blijven, zich ophouden)
➔ wuwian (tevreden zijn, tot vrede gebracht)
➔ Tevreden zijn, vrede hebben, vrij zijn, bevrijd van gevaar
➔ Een ruimte huis bouwen
Architectuurhistoricus Paul Oliver:
➔ “Alle huizen zijn woningen, maar alle woningen zijn nog geen huizen. Wonen is verblij
ven, in, of aan, of op, of bij een plek. Voor sommigen betekent dit een permanent geb
ouw, voor anderen een tijdelijk onderkomen, voor nog anderen is het waar zij wonen,
ook al is er weinig aantoonbaar gebouwd”
Duits filosoof Martin Heidegger:
➔ “Men spreekt (…) over woningnood. (…) Maar hoe hard en bitter, hoe fnuikend en be
dreigend het tekort aan woningen ook is, de eigenlijke nood van het wonen bestaat ni
et in de eerste plaats in het gebrek aan woningen. (…) De eigenlijke nood van het won
en is hierin gelegen dat de stervelingen het wezen van het wonen altijd eerst weer zo
eken, dat ze het wonen eerst moeten leren. ”
“een huis is nog geen thuis”
Fysieke ruimte -> bezig met materiële cultuur
Sociale/ mentale ruimte -> bezig met sociologie, antropologie
➔ Architectuur is bezig met interactie tussen beide: bewoners, noden van bewoners,
hoe noden op elkaar afstemmen
Andere manier om het huis onder te verdelen -> plaatsen in 3 lagen
1. Het fysieke huis > materiële cultuur(deel van antrolopogie)
2. Het gebruik van het huis > handelingen en rituelen (deel van antropologie)
3. De mentale thuis > betekenisgeving (deel van antropologie), relaties (sociologie)
> Kunstmatige opsplitsing om de verschillende lagen afzonderlijk te kunnen ontleden.
(oa. Irene Cieraad)
, De relatie tussen fysieke en sociale ruimte (maatschappij)
~ gehanteerd denkmodel (paradigma) van de onderzoeker
1. ruimte als neutrale achtergrond (decor, scene) > vaak binnen niet-ruimte
gerelateerde disciplines (vb. sociologie, psychologie)
- bij een scheiding gaat men niet kijken naar de ruimte, daar is de ruimte een decor
2. ruimte als instrument > binnen de planning (panopticum, zonering)
- gewestkaarten, ruimte indelen in ruimtes, bepalen waar wonen mogelijk is
- cipier die midden in cirkel vol celdeuren staat voor een goed overzicht op de cellen
3. ruimte als podium voor verandering > wisselwerking tussen ruimte en gebruikers
(stage)
- gedrag aandwingen: McDonalds heeft interieur geschikt voor kort verblijf van
gebruiker
> derde paradigma > interessant binnen architectuur
“Toon me je huis en ik zeg wie je bent”:
Het huis vertelt over:
- De levenswijze van de bewoners
- Wat ze belangrijk vinden-Wie ze zijn (identiteit
- Hoe ze gepercipieerd willen worden!
- Hoe de kinderen worden opgevoed, en andere sociale rollen
- Hoe ze zich verhouden tegenover de natuur
> Vanuit het idee dat mensen hun huis bouwen en inrichten volgens hun persoonlijkheid/
smaak (zie ook lessen van Dirk Geldof)
Woonbeleid:
Een korte reis doorheen het Vlaamse wonen zoals het vorm kreeg vanaf de Tweede
Wereldoorlog via het overheidsbeleid
Impliciet woonbeleid:
- Twee visies in woonbeleid over wederopbouw na de oorlog:
1 Katholieken
➔ Privé initiatief (bouwen van eigen huis) via subsidies
➔ Vooral in landelijke gebieden (electoraal gebied)
➔ Bij voorkeur eensgezinswoningen(familie als hoeksteen van katholieke gemeenschap)
➔ Wet De Taeye 1948
2 Socialisten
➔ Nationaal georganiseerd via een centraal planbureau
➔ Vooral in stedelijke centra (waar werkgelegenheid is)
➔ Hoogbouw als goede oplossing
➔ Vooral sociale huisvesting (omdat de armsten ondersteund moeten worden)
➔ Wet Brunfaut 1949
, Katholieke woonbouw domineerde -> Belgische baksteen is door het beleid gepromoot
DUS: IMPLICIET WOONBELEID
= onrechtstreeks beleid (niet actief woningbouw sturen, maar burgers faciliteren)
- De baksteen (eigendomsbezit) is sterk gestimuleerd door het beleid, met name door
de CVP (Christelijke Volkspartij) via de Wet de Taeye
- Nu geen premies meer, maar wel een belastingsvermindering (minder belasting
omdat je een lening lopende hebt) mogelijk!
- Matteüseffect: (woonsocioloog: Pascal De Decker) (rijken worden rijker, armen
worden armer)
- Woonbonus tot dec 2019: de rijken konden fiscaal meer inbrengen dan de anderen.
Huurders al helemaal niet).
➔ Dus de Belg is geboren met een baksteen in de maag, (juist want overheid dwingt tot
eigen woningbouw) (nee want niet uit eigen instinct)
Meest geliefde woonvorm: fermette
De spelers
Verzuiling:
- Katholieke zuil: CM
- Socialistische zuil: De Voorzorg
- Liberale zuil: Liberale mutualiteit
Verzuiling (volgens Staf Hellemans)
Definitie van een zuil = organisatorische gehelen die dienstverlening verschaffen aan
een segment van de populatie gaande van scholen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen,
jeugdbewegingen, sportclubs, mutualiteiten, vakbond, … en een politieke partij.
- dienstverlening is filosofisch of religieus onderbouwd (vertikale basis)
“Bemiddeling”
Middenveldorganisaties:
- zuilgebonden organisaties:
, Elk een eigen
magazine waarin ze
ideeën over wonen
etc deelden
Bon van grote en
jonge gezinnen: niet
uitgesproken
katholiek of
socialistisch, puur om
grote gezinnen te
helpen
Boerenbond en Boerinnenbond (nu Kvlv of boerenbond)
1. Promootten het familieleven
- als dam tegen het socialisme
- versterking van het platteland
2. Wooncultuur educatie
3. Steunden de visie van de CVP
➔ particulier initiatief
➔ wonen op het platteland
De Boerinnenbond
➔ Dienst Wonen: communiceerden over huishoudkunde en wooncultuur
Via:
- publicaties
- workshops
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sienschoofs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.32. You're not tied to anything after your purchase.