-
Bij geslachtelijke voortplanting versmelten een eicel en Fenotype: geheel van waarneembare eigenschappen van het
zaadcel met elkaar. Een geslachtscel bevat in de kern het individu.
totale pakket erfelijke eigenschappen in enkelvoud.
Genotype: verzameling genen van individu.
In feite is het niet zo dat de eigenschappen bij elkaar
komen, maar de aanleg daarvoor. De eigenschappen Genoom: totale erfelijke code.
moeten tijdens de ontwikkeling tot expressie komen.
Fenotype = genoom + milieuomstandigheden
Lagere dieren en veel planten kunnen zich door
ongeslachtelijke voortplanting vermeerderen. Er
verandert niks aan het erfelijk materiaal en er vinden
klonen plaats. Als ze er anders uitzien komt het door
allelen
mileuomstandigheden tijden de groei en ontwikkeling. Elk gen heeft een bepaalde plaats op een chromosoom. Die plaats
heet de locus. Twee homologe chromosomen vormen samen een
paar. Zo’n paar overeenkomstige genen noem je een allelenpaar.
letaal allel Allelen komen altijd in precies dezelfde volgorde op precies
8
dezelfde plaatsen in de homologe chromosomen voor.
Het niet werken van slechts één gen kan al dodelijk zijn voor
een organisme. Ook teveel genen kan ernstige gevolgen Elke erfelijke eigenschap wordt veroorzaakt (gecodeerd) door
hebben. Als een organisme niet levensvatbaar is door de minstens één gen. Elke eigenschap of gen kan ook wel eens
aanwezigheid van een bepaald allel, heten die letale allelen. meerdere allelen hebben (multipele allelen).
begrippen
P-generatie: ouders
F1-generatie: eerste generatie nakomelingen
F2-generatie: tweede generatie nakomelingen
Resultaat uit een kruising zijn de hybriden. Bij monohybride
let je op één erfelijke eigenschap en bij dihybride let je er op notatie
twee.
Dominante allelen worden aangegeven met een hoofdletter en
recessieve allelen met de bijbehorende kleine letter.
Als van twee allelen het ene altijd in het fenotype tot uiting
komt, noem je dat een dominant allel. Het andere allel dat
overheerst wordt, heet het recessieve allel.
intermediair fenotype
Bij onvolledige dominate allelen komen beide allelen tot uiting in het
chromosomen fenotype. Die tussenvorm heet een intermediair fenotype. Soms zijn
Ieder mens heeft in elke lichaamscel 23 paar chromosomen. 22 allelen even dominant en komen ze beide tot uiting: codominant. Als
hiervan zijn autosoom (niet betrokken bij geslachtsbepaling). er één gen verschillende allelen bestaan, spreek je van multipele
Het 23ste paar zijn geslachtschromosomen. Vrouwen hebben allelen.
twee X-chromosomen en mannen een XY-chromosoom.
Die worden dan bijvoorbeeld zo aangegeven:
Alle eicellen hebben één X-chromosoom en alle zaadcellen
hebben 50% X-chromosomen en 50% Y-chromosomen. De
geslachtsorganen krijgen pas in de zevende week van de
embryonale ontwikkeling hun typische mannelijke of x-chromosomale overerving
-
vrouwelijke kenmerken. Een allel in een X-chromosoom heet een X-chromosomaal allel.
Hier kan je ziektes op overdragen:
Bij veel insect soorten bepaald het vrouwtje het geslacht.
x-chromosomale overerving
Bij mannen komen genetische bloedziekten veel vaker voor dan
bij vrouwen door X-chromosomale overerving. Regels hiervoor:
1. Het geslacht wordt bepaald door de gamenten van de vader.
2. De zonen krijgen hun (enige) X-chromosoom van de moeder.
3. Bij zonen komen alle allelen in hun X-chromosoom tot uiting,
ook als deze recessief zijn.
4. Dochters krijgen altijd een X-chromosoom van de vader en
een X-chromosoom van de moeder. Zij kunnen voor genen in
het X-chromosoom normaal homo- of heterozygoot zijn.
5. Als moeders draagsters zijn, hebben hun zoons 50% kans op
de ziekte waarvan hun moeder draagster is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mf2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.55. You're not tied to anything after your purchase.