100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting biologie stofwisseling $5.79
Add to cart

Summary

samenvatting biologie stofwisseling

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Mooie samenvatting biologie hoofdstuk stofwisseling. Er zitten ook plaatjes bij om visueel te leren.

Preview 2 out of 6  pages

  • August 14, 2023
  • 6
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
stofwisseling
organische moleculen anorganische moleculen




-
- zijn meestal grote moleculen - zijn kleine moleculen
- zijn energierijke moleculen - zijn energiearme moleculen
- komen niet voor in levenloze dingen - komen in zowel levenloze als levende dingen voor
- bevatten altijd de elementen C, H en O en vaak ook N, S en P - elk element uit het periodiek systeem kan een bestanddeel
zijn van een anorganische molecuul
Belangrijke voorbeelden zijn: koolhydraten (CHO), vetten
(CHO), aminozuren (CHON en soms S), eiwitten (CHON en Belangrijke voorbeelden: koolstofdioxide (CO2), zuurstof (O2),,
soms S), nucleïnezuren zoals DNA en RNA (CHONP), ATP en water (H2O), nitraat (NO3), ammoniak (NH3-), stikstofgas (N2)
vitamines. en natriumchloride (NaCl).




biochemie organische moleculen




35
Biochemie is onderzoek over stoffen in Organische stoffen hebben een koolstof skelet. De belangrijkste zijn:
levende wezens. Het doel is om inzicht te 1. Koolhydraten
krijgen over stofwisseling in de cel. 2. Vetten
Organische stoffen reageren hetzelfde met 3. Eiwitten
elkaar als anorganische stoffen. 4. Nucleïnezuren

Polymeren: een lange rij van dezelfde moleculen, die de structuur in stand
houden. Voorbeelden zijn:

- cellulose in de celwanden van planten
koolhydraten - chitine in de celwanden van schimmels en het uitwendige skelet van insecten




*
- vetzuren in membranen
koolhydraten bestaat uit koolstof, en - keratine, een eiwit waaruit je haren en nagels bestaan
waterstof + zuurstof altijd in de verhouding 2 - de nucleïnezuren als dragers van erfelijke code (DNA en RNA)
op 1.


deze draden zijn opgebouwd uit ringvormige moleculen. Als hij 1
ring is, is het een monosachariden. Glucose, fructose en
galactose zijn monosacchariden. De molecuul formule is
C6H12O6 maar de ruimtelijke bouw is verschillend.
Desoxyribose en ribose die deel uitmaken van DNA en RNA
hebben 5 C-atomen.

Disaccharide zijn 2 aan elkaar gekoppelde suiker moleculen.
Bijvoorbeeld lactose. Het kan bestaan uit 2 dezelfde
monosacchariden (maltose) of 2 verschillende (glucose +
fructose).

Polysaccharide zijn grote koolhydraat moleculen die opgebouwd
zijn uit gekoppelde suiker moleculen, ook wel polymeren.

Belangrijke koolhydraten zijn:
- glucose; een monosaccharide, functies: brandstof voor de cel,
bouwsteen van polysaccharides

- lactose; een disaccharide, functie: voeding voor jonge
zoogdieren en het zit in (moeder) melk

- zetmeel; een polysaccharide, functie: glucose opslag in
planten, bijvoorbeeld in de wortel, zaden en aardappel

- Glycogeen; een polysaccharide, functie: glucose opslag in
dieren (lever en spieren)

- cellulose; een polysaccharide, functie: vormt celwand van
plantencellen

, stofwisseling
condensatie- en lipiden




-
hydrolysereacties
Lipiden zijn vetten en vetachtige stoffen. Ze bevatten C,H,O en
Het aan elkaar koppen van monosacchariden gebeurt door soms P atomen. Vetten zijn niet oplosbaar in water en worden
een condensatiereactie. Bij elke koppeling komt er H2O vrij. apolaire stoffen genoemd.

Andersom, als er uit een polysaccharide veel 3 groepen lipiden zijn:
monosaccharides ontstaan, heet dat een hydrolysereactie,
want H2O word gesplitst in OH- en H+. - vet: reservevoedsel, brandstof en isolatie
- fosfolipiden: bouwstof (plasmamembramen)
Als organische moleculen aan elkaar gekoppeld worden - steroïden: deel van celmembraan en sommige hormonen
onder afsplitsing van water, heet dat condensatie. Als een
organisch molecuul zich afsplitst van een ander organisch
molecuul waarbij toevoeging van een watermolecuul nodig
is, heet dat hydrolyse.


vetten
Een vetmolecuul bestaat uit 1 glycerolmolecuul met 3
vetzuurmoleculen.

Kenmerken vetten zijn:
- de binding tussen glycerol en vetzuren via condensatiereactie met
ontstaan van ester
- de drie vetzuren kunnen verschillend zijn
- meeste vetzuren bestaan uit ketens van 15 of 17 C’tjes
- er zijn verzadigde, enkelvoudig onverzadigd en meervoudig
onverzadigde vetzuren. Dat komt door een dubbele binding en
daardoor gaat een H’tje ten koste.

Bij de vorming van een vetmolecuul splitsen 3 OH-groepen van
glycerol en 3 H-atomen van de OH-groepen van de vetzuren af en
komen 3 waterstofbruggen tussen glycerol en de vetzuren tot stand.
Er komen 3 watermoleculen vrij. De vorming van vet is een
condensatiereactie.



eiwitten




-]
fosfolipiden Eiwitten bavatten C,H,O en N (soms S) atomen. Ze komen
in vrijwel oneindig veel variaties voor. De 20 verschillende
Een fosfolipide lijkt op een vetmolecuul, alleen 1 vetzuur is vervangen aminozuren die als bouwstenen voor eiwitten dienen
door een fosforzuur. De fosfolipiden vormen membranen in en om kunnen kortere of langere ketens hebben en grote variatie
cellen. Er is een grote variatie aan fosfolipiden omdat er verschillende in ruimtelijke structuur hebben door verschil in hun rest
groepen aan de fosfaat groep kunnen zitten en verschillende vetzuren groepen.
aan de andere hydrofobe kant.
Belangrijke functies eiwitten:

- bouwstof (actine en myosine in spieren en collageen in
bindweefsel

- alle enzymen zijn eiwitten

- transport eiwitten in celmembraan voor (actief) transport

- signaal eiwitten op celmembraan

- eiwitten op celmembraan die functioneren als
herkenningsmoleculen voor lichaamsvreemde cellen

- antistoffen zijn eiwitten

- eiwitten in bloed bepalen de osmotische waarde

- eiwitten in bloed om stoffen te transporteren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mf2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49160 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.79
  • (0)
Add to cart
Added