100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Literatuur week 3 - Inleiding bestuursrecht (Universiteit Leiden) $3.75
Add to cart

Summary

Samenvatting Literatuur week 3 - Inleiding bestuursrecht (Universiteit Leiden)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de literatuur van week 3 van het vak inleiding bestuursrecht.

Preview 2 out of 9  pages

  • No
  • Hoofdstuk 4 en 5
  • August 15, 2023
  • 9
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Literatuur week 3
Hoofdstuk 4 – Bestuursbevoegdheid
4.1 Inleiding
Bestuursorganen mogen alleen handelen wanneer zij daartoe op grond van de wet de bevoegdheid
hebben toebedeeld gekregen.
Dit is zo op grond van de volgende gedachte: de rechtsstaat  het legaliteitsbeginsel.

4.2 Het legaliteits- en het specialiteitsbeginsel
Legaliteitsbeginsel
Binnen onze democratische rechtsstaat mag de overheid niet ingrijpen in rechten en vrijheden van
burgers zonder dat daarvoor een uitdrukkelijke bevoegdheid is toegekend in een wettelijk voorschrift
(opgesteld door democratisch gelegitimeerde wetgever).
Met het legaliteitsbeginsel worden dus de volgende doelstellingen gediend:
- Democratische legitimatie van overheidshandelen
- De rechtsgelijkheid  de wet verzekert in de vorm van een algemene regel gelijke
behandeling van burgers
- De rechtszekerheid  doordat de overheid alleen mag ingrijpen op grond van algemene,
vooraf vast te stellen regels wordt dat ingrijpen voorspelbaar.

Specialiteitsbeginsel
Ligt in het verlengde van het legaliteitsbeginsel.
Specialiteitsbeginsel is neergelegd in art. 3:4 lid 1 Awb. Houdt in dat het bestuur bij het gebruikmaken
van een wettelijk toegekende bevoegdheid alleen die belangen mee mag wegen die de betreffende
regeling precies beoogt te beschermen.
Zou het specialiteitsbeginsel niet gelden, dan zou het bestuur elke bevoegdheid kunnen gebruiken ter
behartiging van het nauwelijks te bepalen en te begrenzen ‘algemene belang’, met gevaar voor
willekeur en machtsmisbruik als gevolg.

4.3 Bevoegdheidsverdeling binnen het openbaar bestuur
Attributie = het rechtstreeks toedelen van bevoegdheden door een wetgever.
De wetgever schept zelfstandig een voordien nog niet bestaande bevoegdheid en kent die toe
aan een orgaan.
Regelgevende bevoegdheid  kan alleen worden geattribueerd via de Grondwet of een wet in
formele zin.
Bestuursbevoegdheden  kunnen ook op lager niveau worden geattribueerd, maar basis moet wel in
de Grondwet/wet in formele zin kunnen worden aangewezen.
Bestuursbevoegdheden kunnen worden toegedeeld aan:
o Organen van publiekrechtelijke rechtspersonen
Bij organen van publiekrechtelijke rechtspersonen kan dit op de volgende manieren:
 Enkelvoudig  minister, commissaris van de koning, burgemeester,
belastinginspecteur.
 Meervoudig  de regering, gedeputeerde staten, college van burgemeester
en wethouders
o Privaatrechtelijke rechtspersonen

, Delegatie = het overdragen door een bestuursorgaan van zijn (krachtens attributie verkregen)
bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander dat deze bevoegdheid onder onder eigen
verantwoordelijkheid uitoefent.
Delegatie is alleen toegestaan als de bevoegdheid daartoe in een wettelijk voorschrift is neergelegd
 art. 10:15 Awb.
Delegatie aan ondergeschikten (ambtenaren) is niet toegestaan.

Mandaat = het betreft geen overdracht, maar wordt door de mandaatgever aan de gemandateerde
opgedragen om in zijn naam beslissingen te nemen of handelingen te verrichten.
 De bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (art. 10:1 Awb).
De verantwoordelijkheid van de besluiten blijft bij de mandaatgever.
Er kunnen verschillende soorten mandaat worden onderscheiden:
- Beslissingsmandaat  de uitoefening van een bestuursbevoegdheid wordt opgedragen aan
een ambtenaar.
- Ondertekeningsmandaat  de handtekening die onder het besluit staat is afkomstig van een
ambtenaar die zelf geen betrokkenheid heeft gehad bij de besluitvormingsprocedure.
- Afdoeningsmandaat  de mandaatgever draagt de feitelijke handelingen die voor de
toepassing van een besluit verricht moeten worden op aan een ander, meestal een
ambtenaar.
Ondermandaat = degene aan wie een bevoegdheid is gemandateerd, kan op zijn beurt die
bevoegdheid weer verder mandateren. Het ondertekeningsmandaat is in de praktijk vaak een
ondermandaat.


Hoofdstuk 5 – Bestuurlijk handelen
5.1 Inleiding
Bestuursorganen kunnen publiekrechtelijke rechtshandelingen verrichten. Het bestuursorganen moet
voor het nemen van dergelijke beslissingen uitdrukkelijk bevoegd moet zijn gemaakt door de
wetgever.
Bestuurshandelingen kunnen op twee manieren worden bezien:
a. Instrumenten  middelen om een bepaald doel te bereiken
b. De aard van de handeling  belangrijk om het volgende te onderscheiden:
o Feitelijke handelingen = beogen geen rechtsgevolg.
o Rechtshandelingen = alleen rechtshandelingen beogen rechtsgevolg.
Binnen de categorie rechtshandelingen is weer een onderscheid te maken:
 Privaatrechtelijke rechtshandelingen  gebaseerd op Burgerlijk Wetboek.
 Publiekrechtelijke rechtshandelingen  Awb vooral van belang voor
publiekrechtelijke rechtshandelingen

5.2 Besluiten
De normen die de Awb geeft, gelden in beginsel slechts voor besluiten.
Definitie van besluit = art. 1:3 lid 1 Awb. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van
een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Van een besluit is dus alleen sprake als het een rechtshandeling betreft van een bestuursorgaan. Bij
rechtshandelingen verricht een bestuursorgaan een bepaalde handeling omdat het gevolgen in het
recht wil veroorzaken. Bij besluiten zal het dan gaan om rechtshandelingen van de overheid die
publiekrechtelijke rechtsgevolgen meebrengen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophievn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75
  • (0)
Add to cart
Added