Literatuur week 6
Hoofdstuk 8 – Afbakening van staatsgezag
8.2 Algemene beginselen
Elke staat heeft het exclusieve gezag ten aanzien van zijn grondgebied en de daar levende bevolking.
Hieruit vloeien beginselen voort die het gezag van staten afbakenen:
Staten mogen geen geweld gebruiken tegen de territoriale integriteit of de politieke
onafhankelijkheid van andere staten.
Staten mogen niet in ingrijpen in de interne aangelegenheden van een andere staat.
Dit is het beginsel van non-interventie. Staten mogen niet de keuzevrijheid van een andere
staat met dwang beperken.
Het uitoefenen van dwang jegens een andere staat is onverenigbaar met het recht van die
staat om zelf interne politieke keuzes te maken.
Staten moeten zich onthouden van handelingen die schade toebrengen aan het grondgebied
en de bevolking van andere staten.
De staat moet er dus ook op toezien dat particulieren op zijn grondgebied geen schade
toebrengen aan een andere staat.
8.3 Rechtsmacht
Rechtsmacht (jurisdictie) is de bevoegdheid van een staat regels te stellen of te handhaven ten
aanzien van personen of gebeurtenissen. Rechtsmacht biedt een staat bevoegdheden waarmee hij
zijn soevereiniteit inhoud en betekenis kan geven.
Een staat kan op verschillende manieren rechtsmacht uitoefenen:
- Wetgevende rechtsmacht
- Rechtsprekende rechtsmacht
- Handhavende rechtsmacht
Internationaal recht kent een beperkt aantal gronden waaraan staten hun rechtsmacht kunnen
ontlenen. De belangrijkste door het internationaal recht erkende grondslagen van de uitoefening van
rechtsmacht zijn:
- Territorialiteit
Subjectieve territorialiteitsbeginsel binnen het eigen grondgebied is de
rechtsmacht van een staat (in principe) onbeperkt.
Objectieve territorialiteitsbeginsel biedt grondslag voor de uitoefening van
rechtsmacht ten aanzien van personen in het buitenland, indien de handelingen van
die personen gevolgen hebben binnen zijn grondgebied.
- Nationaliteit
Het nationaliteitsbeginsel (ofwel: personaliteitsbeginsel).
Op grond van dit beginsel kan een staat gezag uitoefenen over zijn onderdanen, waar
die zich ook bevinden.
Twee vormen kunnen worden onderscheiden:
Actieve nationaliteitsbeginsel
Een staat heeft rechtsmacht ten aanzien van handelingen van alle
personen die zijn nationaliteit bezitten. Ook wanneer de onderdanen
zich in het buitenland bevinden.
Passieve nationaliteitsbeginsel
Verleent staten de rechtsmacht over niet-onderdanen die worden
verdacht van in het buitenland gepleegde handelingen die schade
toebrengen aan onderdanen.
- Bescherming
, Het beschermingsbeginsel. Dit beginsel maakt het mogelijk dat een staat
rechtsmacht uitoefent ten aanzien van personen/gebeurtenissen buiten zijn
grondgebied, als deze handelingen vitale belangen van de staat kunnen raken.
- Universaliteit
Kent een staten een beperkte bevoegdheid toe om rechtsmacht uit te oefenen over
personen ten aanzien van wie de eerste drie aanknopingsgrondslagen niet van
toepassing zijn, maar die fundamentele waarden van de internationale gemeenschap
schenden.
Twee vormen:
Beperkte universele rechtsmacht
De grondslag ligt in verdragen die de partijen verplichten
rechtsmacht te vestigen voor het geval een verdachte van in die
verdragen gespecificeerde misdrijven zich op zijn grondgebied
bevindt en de staat in kwestie hem niet uitlevert aan een andere
verdragsstaat waaraan (op grond van territoriale of personele
aanknoping) rechtsmacht toekomt (aut dedere, aut judicare).
Zuivere universele rechtsmacht
Gebaseerd op gewoonterecht. In beginsel wereldwijd van toepassing.
Extraterritoriale handhaving is in beginsel onrechtmatig.
Een staat kan informatie vanuit een andere staat alleen verkrijgen met instemming van de andere
staat. Instemming kan op verschillende manieren worden gegeven:
- Ad hoc
- Achteraf
- Door verdragen
- Resoluties van de VN-Veiligheidsraad
8.4 Immuniteit
Immuniteit is een uitzondering op de territoriale rechtsmacht van staten.
Staatsimmuniteit vloeit voort uit de soevereine gelijkheid van staten. Een nationale rechter kan in
beginsel geen rechtsmacht uitoefenen over een andere staat.
Staatsimmuniteit komt toe aan alle onderdelen van de staat, zoals:
- Regering
- Parlement
- Lagere overheden
- Individuele gezagsdragers
Ook personen die de staat vertegenwoordigen kunnen niet worden onderworpen aan de
rechtsprekende of handhavende rechtsmacht van een andere staat. Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tussen:
- Immuniteit ziet op bescherming tegen gerechtelijke procedures
- Onschendbaarheid ziet op bescherming tegen handelingen van een staat die de taken van
de officiële taken zou belemmeren
De immuniteit van individuele gezagsdragers kent twee grondslagen:
1) Functionele immuniteit
Zij treden op namens een staat en kunnen daarom niet voor de rechter van een
vreemde staat op hun handelen worden aangesproken.
Functionele immuniteit komt in beginsel toe aan alle gezagsdragers.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophievn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.