Samenvatting Invloeden op de Levensloop. Leerjaar 1 deel 2.
6 views 0 purchase
Course
Invloeden op de Levensloop 1 (WESWA2IL123)
Institution
Avans Hogeschool (Avans)
Book
Ontwikkelingspsychologie
Een uitgebreide samenvatting van het vak invloeden op de levensloop. Deze samenvatting omvat het tweede deel van het boek. Dit is hoofdstuk 1
tot en met 6. Door het gebruik van deze samenvatting heb ik een 8,2 behaald voor mijn tentamen. Succes met leren!
Hoofdstuk 1: lichamelijke cognitieve ontwikkeling tijdens de vroege volwassenheid.
Vroege volwassenheid: 20 tot 40 jaar.
In de meeste opzichten zijn de lichamelijke ontwikkeling en de rijping aan het begin dan de vroege
volwassenheid voltooid. De meeste mensen zijn op hun hoogtepunt van hun lichamelijke
ontwikkeling.
Veroudering: natuurlijke lichamelijke achteruitgang wanneer je ouders wordt.
De hersenen blijven in omvang en in gewicht groeien tot ze hun maximum bereiken. Hierna zullen de
hersenen in volume afnemen. De myelinisering loopt door: zorgt ervoor dat zenuwimpulsen sneller
worden doorgestuurd.
De zintuigen zijn in de periode gevoeliger dan ooit de gevoeligheid van de zintuigen neemt af na
de veertigste of vijftigste verjaardag.
Osteoporose: het zwakker en brosser worden van botten.
De gezondheidsrisico’s tijdens de vroege volwassenheid zijn klein. In deze periode zijn mensen
minder gevoelig voor verkoudheden en als ze ziek worden, worden ze sneller beter.
Grootste doodsoorzaak: ongeluk.
Keuzes in de levensstijl zoals het gebruik van alcohol, tabak of drugs kunnen leiden tot secundaire
veroudering: lichamelijke aftakeling die veroorzaakt wordt door omgevingsfactoren of individueel
gedrag.
Ondanks dat de meeste jongvolwassenen weten hoe een gezond dieet eruit ziet, hebben ze geen zin
om zich hier aan te houden.
Overgewicht: lichaamsgewicht dat 20% hoger ligt dan het gemiddelde bij een bepaalde lengte.
- BMI: 25 tot 29,9.
- BMI obesitas: 30 en meer.
Anorexia nervosa: ernstige eetstoornis waarbij mensen weigeren te eten. Zij zien zichzelf als te dik.
1. Beperkende type: zichzelf regels opleggen met betrekking tot voeding.
2. Purgerende type: regelmatig eetbuien en laxeren.
Het leven van iemand met een lichamelijke beperking is een uitdaging. Met name wanneer zij niet
meer in staat zijn om
ADL: algemene dagelijkse levensverrichtingen.
HDL: huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen.
Stress: fysieke reactie op gebeurtenissen die ons bedreigen of uitdagen.
Stressoren: gebeurtenissen die stress veroorzaken.
- Acute stressoren: eenmalige gebeurtenissen.
- Chronische stressoren: doorlopende gebeurtenis of vaste omstandigheden.
1
,Psychoneuro-immunologie (PNI): vakgebied waarin onderzoek gedaan wordt naar de relatie van de
hersenen, het immuunsysteem en psychologische factoren. Zij hebben ontdekt dat stress
verschillende oorzaken kan hebben.
Stadia van stress:
1. Primaire inschatting: het beoordelen van de gebeurtenis om te bepalen wat het gevolg
hiervan kan zijn. Dit doe je aan de hand van vergelijkbare gebeurtenissen uit het verleden.
2. Secundaire inschatting: kan ik dit aan? Inschatting van je hulpbronnen en cognitieve
vaardigheden.
Stress en het stressniveau verschillen door de inschatting van de betrokkene. Die inschatting hangt af
van het temperament van de betrokkene en de omstandigheden.
Meer stress. Minder stress.
Negatieve emoties. Positieve emoties.
Onbeheersbaar en onvoorspelbaar. Beheersbaar en voorspelbaar.
Ambigu en verwarrend. Eenduidig en overzichtelijk.
Veel taken tegelijkertijd. Weinig taken.
De prikkels die optreden wanneer het lichaam probeert om weerstand te bieden tegen de stress
leiden tot slijtage die op lange termijn negatieve gevolgen kan hebben hoofdpijn, rugpijn,
verstopping en chronische vermoeidheid.
Psychosomatische aandoening: medische problemen die worden veroorzaakt door de interactie
tussen psychologische, emotionele en lichamelijke problemen.
Stress beïnvloedt mensen op veel verschillende manieren:
- Verhogen van het risico op ziekte.
- Moeilijker herstel van ziekte.
- Vermindering toekomstig coping vermogen.
Coping: de manier van omgaan met stress.
- Probleemgericht: direct ingrijpen waardoor de situatie minder stressvol wordt.
- Emotiegericht: bewust reguleren van emoties.
Defensive coping: onbewuste strategieën die de ware aard van een situatie verdraaien of
ontkennen. Dit is een manier om de werkelijke problemen te ontkennen of vermijden.
Cognitieve ontwikkeling tijdens de vroege volwassenheid:
Labouvie-Vief: stelt dat denken niet alleen op formele operaties gebaseerd is complexiteit van de
samenleving vereist een manier van denken die niet alleen op logica gebaseerd is, maar ook op de
praktische ervaring, morele waarden en normen.
Postformeel denken: complex denken. Denken is niet alleen op basis van logica maar houdt ook
rekening met de relativerende wijze piekeren.
2
, Dialectisch denken: belangstelling en waardering voor argumenten, tegenargumenten en debat.
Dualistisch denken: iets is goed of fout er is geen middenweg.
Meervoudig denken: iets kan vanuit meerdere perspectieven bekeken worden.
Schaies stadia van ontwikkeling: onder perspectief op postformeel denken. Jongvolwassenen zullen
hun denken in de vorm van verschillende stadia verder ontwikkelen. Hierbij wordt gekeken naar de
manier waarop jongvolwassenen de informatie wordt gebruikt, in plaats van naar de verandering in
het verwerven en begrijpen van nieuwe informatie.
1. Verwervend stadium: kindertijd en adolescentie. De informatie die verzameld wordt, wordt
voor een groot deel opgeslagen voor gebruik in de toekomst. In het onderwijs worden
kinderen voorbereid op de toekomst.
2. Uitvoerend stadium: jongvolwassenheid. De verworden kennis wordt toegepast op situaties
die te maken hebben met het bereiken van langetermijndoelen.
3. Ondernemend stadium: middelbare leeftijd. Mensen gaan zich verantwoordelijker voelen
voor de wereld, in plaats van zich alleen op hun eigen leven te richten.
4. Reïntegratief stadium: ouderdom. Mensen focussen zich op taken die voor henzelf betekenis
hebben. Informatie wordt niet meer verworven om problemen op te lossen, maar om zich te
verdiepen in onderwerpen die hen interesseren. Er is minder belangstelling voor dingen die
niet direct kunnen worden toegepast.
Intelligentie volgens Robert Sternberg:
Triarchische theorie over intelligentie (Sternberg): intelligentie bestaat uit drie onderdelen:
1. Componentiele component: analyse van data om problemen op te lossen. Er wordt gebruik
gemaakt van wat men heeft geleerd.
2. Experimentele component: datgene wat men al weet wordt in verband gelegd met een
nieuwe situatie inzichtvolle aspect.
3. Contextuele component: hoe intelligentie wordt gebruikt om aan de eisen van anderen te
kunnen voldoen.
Slim zijn. Slim weten te combineren. Slim weten te handelen.
Praktische intelligentie: informatie die verworven is door het observeren en nadoen van andermans
gedrag. Mensen met een grote praktische intelligentie zijn in staat om nieuwe situaties in te schatten
en aan te pakken omdat ze gebruik maken van eerdere ervaringen.
Emotionele intelligentie: vaardigheden die de basis vormen voor de inschatting, evaluatie,
uitdrukking en regulatie van emoties. Het zorgt ervoor dat mensen goed met elkaar over weg
kunnen, dat ze begrijpen wat anderen voelen en ervaren.
Creativiteit: dingen op een andere manier aanpakken dan de meeste mensen zouden doen
creatief denken.
Aanpassingsreactie in het eerste jaar: psychologische symptomen waar eerstejaarsstudenten aan
kunnen lijden: angst, depressie. Dit hangt samen met de overgang van de middelbare school naar het
hoger onderwijs plotselinge verandering van status.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurvandenbroek1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.