Samenvatting inleiding tot het recht C02A2A gedoceerd door Van Daele Dirk. Dit vak bevat geen boek dus lesnotities is het enige studiemateriaal. Deze samenvatting bevat lesnotities van alle lessen, schema's ter verduidelijking, voorbeeld examenvragen en aanwijzers bij belangrijke delen.
INLEIDING TOT HET RECHT – ACADEMIEJAAR 2021-2022
Prof.dr. Dirk Van Daele
DEEL I. HET FENOMEEN RECHT
HOOFDSTUK I. HET BEGRIP RECHT
I.1. Inleiding
Recht= geen algemene definitie.
- Gebonden aan een maatschappij
- Recht wordt gemaakt
- Afhankelijk van samenleving
- Gaat altijd over een normensysteem (afkomstig van de overheid)
o Overheid maakt normen, handhaaft normen en controleert normen. → sancties
→ geproduceerd, gecontroleerd, gesanctioneerd
→ (vb: 120 km rijden, regel opgelegd en gecontroleerd door overheid).
I.2. Recht als geheel van bindende regels
I.2.1. ALGEMEEN GELDENDE REGELS
Regels die voor iedereen gelden op een bepaald grondgebied (in ons geval België), voor elk rechtssubject een
bepaald gedrag opleggen, verbieden, toelaten of bepaalde prestatie beloven.
I.2.1.1. Algemene gebodsbepalingen
= iets opleggen
POSITIEF GEFORMULEERD: U bent verplicht om iets te doen. (vb: kind geboren, ouders verplicht om kind te
registereren). Meestal positief: de overheid zegt wat je moet doen.
NEGATIEF GEFORMULEERD: regel die je oplegt terwijl je die negatief beschreven hebt. (ART. 422 Bis SWB).
I.2.1.2. Algemene verbodsbepalingen
= iets dat je niet mag doen. De overheid verbiedt je zaken. Strafwetboek: gedragingen waar je geen applaus
voor krijgt. Men gaat dat gedrag omschrijven en men plakt er een prijs op. Als je het doet, dan krijg je die prijs.
Moord is dus wettelijk gezien niet verboden want er hangt gewoon een straf aan vast.
I.2.1.3. Verlofbepalingen
= je mag dit doen (vb: in huwelijk kan elk van de echtgenoten de echtscheiding aanvragen). Eigendomsrecht
(350 bis SWB): als je eigenaar bent van zaak, dan geeft artikel je meest volkomen bevoegdheid van de zaak).
I.2.1.4. Belovende regels
Algemeen geldende regels die je iets beloven, een beloft dat je in het vooruitzicht wordt gesteld. (vb: recht op
arbeid, elk persoon in België heeft recht op arbeid of behoorlijke huisvesting, of sociale zekerheid). Recht op
arbeid: GW zegt: iedereen in België heft rehct op arbeid, je bent dus niet verplicht om te werken. (waarom
werklozen? Omdat het een belofte is, moet je interpretern: overheid moest best doen in beleid om te streven
naar zoveel mogelijk werkende mensen). (vb: klimaat: GW zegt: recht op goed leefmilieu, maar dit is een belofte.
Overheid moet haar best doen om te streven naar goed leefmilieu.
1
,I.2.2. REGELS TOEPASBAAR NA KEUZE
= Regels die pas gelden als je een bepaalde keuze hebt gemaakt, maak je ze niet zijn de regels voor jou niet van
toepassing. Rechtssubjecten maken keuzes en recht probeert voor de meest voorkomende keuzes, regels aan
te bieden. (vb: regels maken over hoe huwelijk moet. Regels in keuze (vb: testament). Trouwen → regels over
trouwen, ≠ trouwen → ≠ regels over trouwen. Regels over adoptie pas toepasbaar na keuze voor adoptie. Op
basis van keuzes die je maakt → keuzes omtrent die keuze. (bv. er zijn regels rond het testament, maar als je
deze niet maakt kom je niet in aanraking met die regels -- er zijn veel regels rond het huwelijk, maar als je niet
trouwt kom je er niet mee in aanraking).
I.2.3. WILSAANVULLENDE OF SUPPLETIEVE REGELS
= gaat uit van de vrijheid van mens, en overheid gaat zich zo min mogelijk moeien in leven. Op 2 manieren
- regels toepasbaar na keuze
- veel regels ene suppletief karakter geven.
Veel regels uit het recht zijn alleen toepasbaar voor zover u geen andere regel maakt. (vb: huurcontract: een
defect (wie herstellen?) → wordt bepaald in huurcontract. Kleine herstelling→ huurder, grote herstelling→
verhuurder). (vb: (vb: Trouw huwelijkscontract: alles wat je verdient voor het huwelijk blijft van jou. Wat je
verdient tijdens het huwelijk in pot. Mogelijk huwelijkscontract met eigen regels). (vb: erfenis: je moet geen
testament maken, als je er één maakt, dan moet je regels volgen, als je geen testament maakt, dan moet je deze
regels niet volgen).
I.2.4. TECHNISCHE REGELS
= Regels over technische zaken, ze leggen dus geen welbepaald gedrag op maar onderwerpen de gedragsregels
zelf aan enkele voorwaarden en voorschriften. (vb: hoeveel handtekeningen op een contract)
I.3. Recht en de maatschappelijke orde
Waarom hebben we recht nodig?
- Zonder recht kunnen we ≠ leven
- Samenleving valt stil
- (vb: verkeersregels, huur, verkoop)
- Recht is een maatschappelijk product.
De maatschappelijke ordening (die men met recht wil bereiken) is niet los te denken van sociale en politieke
filosofieën en economische belangen. Het recht produceert een bepaalde levensvisie, en tracht deze visie te
verdedigen.
Ubi societas, ibi ius= waar er een samenleving is, is er een recht.
Ubi ius, ibi societas= waar je recht hebt, is er een samenleving.
geen samenleving zonder recht, want dan zou het de wet van de sterkste zijn. Waar er een samenleving is, is er
recht omdat er anders chaos zou zijn.
!!! Er kan geen recht zijn zonder maatschappij en er kan geen maatschappij zijn zonder recht.
!!! RECHT= MENSENWERK, EEN BELEIDSINSTRUMENT
2
,I.4. Recht en gezag
De overheid maakt normen en regels (de rechtsvorming gebeurt door de overheid), niet de staat (in ons geval
opgedeeld in provincies gewesten gemeenten). De overheid wordt samengesteld na stemming door de bevolking.
Publiek recht Privaat recht
Doel Belang Belgische staat, overheid Belang partijen: burger, rechtssubjecten
karakter Dwingend recht. Bijna geen Vaak suppletief recht, wilsaanvullend. Niet te
suppletieve regels omdat ze de veel opdringen.
overheid waarborgen.
Verhouding Verticaal: burger ten aanzien van Horizontaal: overheid staat boven de burgers,
overheid rechtssubjecten tussen particulieren.
Oplossen van conflict Opgelost via rechter, het ene Opgelost via rechter, maar deze werkt
rechtssubject tegen het andere theoretisch voor de overheid. Aangezien het
rechtssubject. Rechter behoort tot een conflict is tussen burger en overheid,
overheid dus hij moet onafhankelijk wordt de rechter beschermt zodat hij wel
zijn. neutraal tussen beide kan optreden.
Recht is een beleidsinstrument, men gebruikt het om beleid mee te voeren.
HOOFDSTUK II. DE INDELINGEN VAN HET RECHT
II.1. Rechtstakken – Publiekrecht en privaatrecht
Grens publiek en privaatrecht wordt steeds vager. (vb: arbeidsrecht: overheid is zich steeds meer gaan moeien met
arbeidsomstandigheden, dan is het geen privaatrecht meer, het is een stuk publiekrecht geworden). Onderscheid
kan vervagen afhankelijk van de keuzes die je in de overheid maakt. Van het loon van de mensen wordt geld
afgehouden, komt in sociale zekerheidspot om mensen te kunnen vergoeden die pech hebben in het leven). Eerst
geen recht, dan privaatrecht (rijke mensen konden voor zichzelf zorgen, armen niet) → men zegt NEE: we zorgen
voor sociale zekerheid voor als je ziek wordt, met pensioen gaat.
II.2. Nationaal recht en internationaal recht
Recht is in wezen ene nationaal product= recht is gekoppeld aan staten. Regels in België gelden niet in Nederland.
Er is geen staat zonder recht. Elk land maakt eigen beleidskeuzes en die vertalen zich in recht. Maar e ris ook
internationaal recht (=recht dat boven de staten heen gaat).
- Klassiek model= staten die met elkaar afspraken maken, dit doet men in een verdrag.
- Supranationaal recht= recht dat gemaakt wordt door internationale instellingen, opgericht door staten en
waar staten ene deel van hun bevoegdheid afstaan. (vb: Europese Unie) staat boven lidstaten. Deelstaten
gaan dus delen van hun macht afstaan aan deze hogere organisatie.
NATIONAALRECHT INTERNATIONAALRECHT
- Recht is gebonden aan grondgebied (land - Staten die met elkaar afspraken maken
of deel ervan) = VERDRAG (min. 2 staten)
Bv: Belgisch recht; Nederlander die hier iets komthuren - 2 soorten:
moet zich aanpassen aan onze regels. Klassieke internationale rechten = Verdrag
- Belgisch recht geld ook niet voor alle Belgen! Europees recht: Europese Uni (EU)
Bv: als deze is geïntegreerd in Amerika
3
, II.3. Objectief recht en subjectief recht
Objectief recht= alle rechtsregels die op dit moment in België bestaan, alle recht dat je ter beschikking hebt
zonder dat je je afvraagt wat het inhoudt. Ze worden afgedwongen door de overheid. Niet elk objectief recht
gaat voort in een subjectief recht. Objectief recht is ingedeeld in wetboeken. Alle regels= objectieve recht
(recht als geheel van regels) ≠ HETZELFDE VRG CODEX. (vb: recht op onderwijs, gezondheid, trouw, eigendom).
Codex= wetten en regelgeving. ≠ geheel objectief recht deel van objectief recht. Selectie teksten die nodig zijn
in rechten, criminologie. Recht wordt gebruikt door overheid om beleid te voeren. Geheel van gedragsregels
afgedwongen door de overheid.
Subjectief recht= vordering die je ontleent uit artikel. Artikel zelf is objectieve recht, de persoon die
schadevergoeding krijgt: subjectief recht. Het subjectieve volgt op het objectieve. Recht wordt bekeken vanuit
het rechtssubject waarbij we ons afvragen “wat zit daarin van mij”. Definitie= het recht van een rechtssubject
om op grond van een eigen belang, een welbepaalde juridische verplichting die afgeleid is uit regel van object
recht rechtsreeks af te dwingen van een derde d.mv. van een rechtsvordering. Start met rechtssubject die
objectief recht bekijkt en ziet een bepaald recht voor zichzelf. Je wilt dat recht waarmaken dus je gaat het
afwdingen van een derde. Je doet dit in eigen belang en door een rechtsvordering.
(vb: verhuurder= subj recht. Heeft dak hersteld. Subjectief recht dat een basis moet hebben in een objectief
recht/ rechtsregel vinden die je dat recht toekent, afdwingen van een ander rechtssubject. (verhuurder) doet
dit in eigen naam en belang. Recht gaat ervan uit dat je alleen voor jezelf kan opnemen zus kan dit ≠. Juridische
verplichting die je gevonden hebt in objectief recht afdwingen in een ander rechtssubject (verhuurder) dit doe
je door een rechtsvordering (= beschaafde persoon). Dus in de law, heb je een right gevonden (nl: kotbaas moet
dak herstellen). Je dwingt dit af van kotbaas, dit doe je door een rechtsvordering. Een subjectief recht kan je
alleen maar doen voor eigen belang. Juridische rechtsvordering= de herstelling. ≠ bedreigen, verhuurder bellen
naar rechter (=onafhankelijk persoon). Je stelt wanneer verhuurder dit niet doet een vordering in tegen
verhuurder. Je dwingt recht af door rechtsvordering (=instrument). Een rechtssubject heeft een recht uit
objectief recht. Het rechtssubject heeft dus rechten die hij kan terugvinden in het objectief recht en hij kan die
afdwingen van een andere partij die dit recht niet erkent. Dit doen ze aan de hand van een rechtsvordering, een
juridisch instrument waarmee je naar de rechter kan gaan (bv. online iets gekocht maar niet blij mee, in het
objectief recht gaan zoeken naar wetten die de toestemming geven het terug te sturen en geld terug te krijgen).
→ herroepingsrecht (14 dagen bedenktijd) = subjectief recht. In België moet iedereen optreden voor zijn/ haar
eigen belang (uitzondering: minderjarig, beperking,..). je doet dit op een beschaafde manier= rechtsvordering,
rechtsvordering kan je toepassen op alle regels waar een recht in zit.
OBJECTIEFRECHT SUBJECTIEFRECHT
- Alle recht dat op een bepaald moment in - Het recht van een rechtssubject om op grond van een eigen
eenbepaald land bestaat belang een welbepaalde juridische verplichting die afgeleid is
- Het recht zoals het is uit een regel van het objectief recht, rechtstreeks af te
- = The Law dwingen van een derde persoon op basis van een
rechtsvordering.
- Rechtsvordering: eis waarmee je naar de rechter kunt gaan om
zo recht af te dwingen van een derde (tegenpartij/persoon)
- Bv. Koopt iets en het is meteen stuk, wil je geld terug
- Is op grond van eigen belangen
- = A right
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lorevd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.