H1. Eiwitten
1. Inleiding
Biochemie = de studie van de structuur + de reacties van biomoleculen
De 4 hoofdcomponenten van het leven
→ 2 hoofdonderwerpen: enzymen en biologische katalyse
Alle levensvormen op aarde zijn primair opgebouwd uit dezelfde chemische elementen* (6)
➔ De chemische elementen vormen bij al deze levensvormen dezelfde 4 typen biomoleculen**
→ Uit deze 4 typen wordt heel het leven gevormd
➔ De chemie van het leven is gelijkaardig voor alle organismen
*De 6 chemische elementen waar leven is uit opgebouwd zijn:
▪ Koolstof (C) → vormen de ruggengraat van biomoleculen (koolstofketens)
▪ Waterstof (H) → H2O is het belangrijkste component (de mens bestaat uit 60-70% water)
▪ Stikstof (N)
N- en O-atomen zijn de functionele groepen die aan de C-ketens hangen
▪ Zuurstof (O) → Zij zorgen voor de reacties en chemische activiteit van het molecule
▪ Fosfor (P)
Zijn in mindere mate aanwezig dan de 4 hoofdcomponenten, maar wel in
▪ Zwavel (S) elk organisme aanwezig
➔ Fosfor zien we terug in nucleïnezuren (DNA + RNA) en in
energetische metabolische pathways
➔ Zwavel is ideaal om chemische reacties te laten doorgaan
Naast deze 6 zijn er ook heel veel zouten/ionen aanwezig → Na, K, Cl, Mg en Ca
**De 4 typen biomoleculen die gevormd worden uit de 6 chemische elementen zijn:
1. Nucleïnezuren (DNA en RNA)
→ Functies: opslag, transmissie en expressie van informatie
2. Proteïnen
→ Functies: structuur bieden (bv. keratine in haar), reacties laten doorgaan (enzymen),
transport van intracellulaire componenten, signaaloverdracht (hormonen), …
3. Polysachariden of koolhydraten
→ Functies: opslag van energie en structuur bieden
4. Vetten
→ Functies: isolatie tegen de kou + isolatie van zenuwen (betere zenuwimpulsgeleiding), …
Biomoleculen zijn polymeren → ze bestaan uit verschillende bouwstenen/monomeren
,2. Eiwitten
Functies:
1. Enzymatische katalyse
▪ Zo goed als elke reactie die in ons lichaam plaatsvindt wordt gekatalyseerd/versnelt
door enzymen
▪ Enzymen versnellen reacties met een factor minstens van een miljoen (106)
▪ ➔ Enzymen binden met de startproducten + bieden
geoptimaliseerde reactieomstandigheden aan waardoor
dat de reactie veel sneller en makkelijker kan doorgaan
→ Uiteindelijk komt het product vrij en is het enzym
terug ter beschikking om een volgende reactie te
katalyseren
→ Enzymen worden NIET verbruikt!
2. Transport
▪ Transport in de cel → doorheen de cel moeten er vesikels + eiwitten getransporteerd
worden van punt A naar punt B
▪ Transport doorheen het lichaam (via de bloedbaan)
→ Bv. hemoglobine in RBC bindt aan O-atomen + transporteert ze vanaf de longen
naar allerlei plaatsen in het lichaam
3. Opslag
▪ Eiwitten binden aan ionen om ze op te slaan
▪ Bv. metaalionen binden aan eiwitten om opgeslagen te worden in de lever
4. Bouwstof
▪ Eiwitten zijn de belangrijkste onderdelen van spieren, huid, haar en beenderen
→ Ze zorgen voor elasticiteit + stevigheid
▪ Het cytoskelet in cellen is opgebouwd uit eiwitten
5. Immunologische bescherming
▪ Sommige eiwitten herkennen indringers (bv. virussen, bacteriën, cellen van
andere organismen, …) + binden hieraan om het lichaam te beschermen
6. Signaaltransmissie
▪ = Het creëren + doorgeven van zenuwimpulsen
▪ 2 soorten:
➢ Zenuwtransmissie → receptoreiwitten in zenuwcellen
➢ Hormonale signalisatie → bv. insuline
7. Groeicontrole en differentiatie
▪ Gecontroleerde sequentiële expressie van de genetische informatie is noodzakelijk
voor een geordende groei + differentiatie van de cellen
▪ Groeifactoren = eiwitten die ervoor zorgen dat bepaalde cellen gevormd worden
▪ Hormonen = eiwitten die zorgen voor communicatie tussen totaal verschillende
cellen
8. Nutritioneel aspect
▪ Via voeding krijgen we de essentiële aminozuren binnen die we zelf niet kunnen
aanmaken + andere aminozuren
→ Deze worden door het lichaam afgebroken voor energie of om om te zetten in
andere moleculen
, Eiwitten of proteïnen zijn opgebouwd uit aminozuren (AZ)
➔ Uit deze eenvoudige bouwstenen wordt een driedimensionale structuur opgebouwd
➔ De specifieke taak van een eiwit wordt bepaald door de opeenvolging van AZ + de
driedimensionale structuur die met de AZ kan gevormd worden
➔ Eiwitten komen in 2 belangrijke vormen voor:
- Globulair = opgerolde eiwitketens die (meestal) oplosbaar zijn in water
→ Bv. enzymen, hormonen, transportmoleculen, …
→ Kunnen soms ook niet oplosbaar zijn in water (bv. membraaneiwitten)
- Vezelvormig = niet o pgerolde eiwitketens die niet oplosbaar zijn in water
→ Bv. eiwitten in zijde, wol, haar en spierweefsel
3. Aminozuren
Aminozuren = afilatische verbindingen (verbindingen die C-ketens bevatten maar geen aromatische
ringstructuur hebben) met een aminogroep en een carboxylgroep
➔ Het zijn amino-carbonzuren
➔ ➔ De carboxylgroep, de aminogroep en het waterstofmolecuul zijn
standaard altijd covalent aan de α-koolstof gebonden
➔ De R-groep bepaalt welk aminozuur het is
→ Er zijn 20 verschillende zijketens / functionele groepen
→ Dus er zijn in totaal 20 verschillende α-aminozuren
➔ De functionele groep of zijketen bepaald de eigenschap van een AZ
→ Bv. zure en basische eigenschappen, ester- of amidevorming, …
Een α-aminozuur heeft een asymmetrisch koolstofatoom
→ Er zijn dus 2 stereoisomeren:
➔ In het menselijk lichaam + in bijna alle zoogdieren vinden we
enkel de L-configuratie terug
➔ De D-configuratie komt zeer zelden voor
→ Bv. bij bacteriën
➔ De aminozuren die in eiwitten voorkomen zijn enkel
α-aminozuren met de L-configuratie
Aminozuren kunnen worden onderverdeeld op basis van:
De variabele zijketen
➢ De polariteit van de zijketen is heel belangrijk bij de opbouw van de driedimensionale
structuur van het eiwit
➢ Apolaire zijketens: alanine, valine, leucine, methionine, cystine, fenylalanine, proline en glycine
➢ Polaire zijketens:
- Neutraal: serine, threonine, tyrosine, tryptofaan, cysteïne, asparagine en glutamine
- Zuur: asparaginezuur en glutaminezuur (als COO-)
- Basisch: arginine, histidine, lysine en hydroxylysine (als NH3+)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nimarnatin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.57. You're not tied to anything after your purchase.