Samenvatting filo
Inhoud
Waarom filosofie:...................................................................................................................................2
Deel 1: Leven in een moderne maatschappij..........................................................................................2
1.1. Het moderne wereldbeeld...........................................................................................................2
1.2. De ambivalentie van de moderne economie...............................................................................5
1.3. Het authentieke leven.................................................................................................................7
Deel 2: Filosofie van de wetenschappelijke kennis...............................................................................10
2.1. Het probleem van inductie: David Hume...................................................................................10
2.2. Falsificationisme: Karl Popper....................................................................................................11
Deel 3: Ethische theorieën....................................................................................................................12
3.1. Ethiek en het bedrijfsleven........................................................................................................12
3.2. Utilitarisme................................................................................................................................12
3.3. Kants deontologie......................................................................................................................14
3.4. Deugdethiek..............................................................................................................................15
3.5. Zorgethiek..................................................................................................................................17
Deel 4: Filosofische reflecties over maatschappelijke thema’s.............................................................18
4.1. Eigendom en belastingen...........................................................................................................18
4.2. John Rawls over rechtvaardigheid.............................................................................................18
4.3. het debat over rechtvaardigheid: Nozick, Dworkin, Cohen.......................................................20
4.4. Democratietheorie....................................................................................................................23
1
,Waarom filosofie:
Er zijn vragen waaraan je je niet kan onttrekken
Bv: aardbeving; moeten we iets doen? Hoeveel moeten we doen? …
=> er staat iets op het spel
o Vaak hebben we hier al een antwoord op klaar, zonder de vraag expliciet te
stellen of zonder er echt over na te denken.
Iedereen apart moet hier op antwoorden (want meerdere antwoorden)
=> specialist kan geen antwoord geven over hoeveel solidariteit nodig
is in dergelijke situaties
Socrates
Stelde typische filosofische vragen (beetje ambetant want niemand wist daar echt
antwoord op)
o “Ken uzelf”
Wat zijn eig de antwoorden die ik al heb, en zijn het goede antwoorden
Oudheid: Filosofie VS mythologie
Middeleeuwen: Filosofie VS religie
Moderniteit: Filosofie VS wetenschap
Waarden VS feiten
Normatief VS descriptief
Speculatie VS observatie
Deel 1: Leven in een moderne maatschappij
1.1. Het moderne wereldbeeld
Aardebeving in Lissabon gevolgd door een tsunami en een brand. Dit zorgde ervoor dat Lissabon van
rijkdom naar armoede ging.
Oordeel van God?
o God roept op om terug meer te geloven
o Maar alle kerken waren verwoest en hoerenbuurt was er wel nog (paradox)
Is het einde der tijden nakend?
Sleutelmoment in het moderniseringsproces: seculiere, rationele, wetenschappelijke
benadering van de natuur.
Filosofisch debat
Leibniz (1646-1716)
o Theodicee: rechtvaardiging van bestaan van goede God terwijl de wereld kwaad kent
o God heeft de beste van alle mogelijke werelden geschapen
Waarom is er dan armoede, problemen (want God is goede god)
o Een geschapen wereld is echter per definitie begrensd en onvolmaakt.
Niets te maken met intenties van God
Wat beperkt is, is niet perfect (want scheppen is beperkte handeling)
2
, Voltaire (1694-1778)
o Satirisch verhaal over Leibniz, tegen religie en optimisme
o Filosofieleraar Pangloss: “hij die alles goedpraat”
o “Als dit de beste van alle mogelijke werelden is, hoe moeten die andere werelden er
dan uitzien?”
Ramp is van zo’n omvang dat de verhalen dit niet meer staven
o “Ecrasez l'Infâme!”
Weg met het bijgeloof
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)
o Argument tegen steden en voor leven in de natuur
Leven in de stad was oorzaak van grote ravage natuurramp
Goethe (°1749)
o Verloor naar eigen zeggen bijna zijn geloof
Immanuel Kant
o Enkel kijken naar de natuur niet naar de mens en het menselijk lijden
Probeert wetenschappelijke verklaring te geven (volledig fout)
o Eerste werk in moderne seismologie
o Verlichting: God komt niet voortdurend tussen in de wereld (deïsme)
o Tegen consequentialisme/utilitarisme
=> Je hebt niet alles onder controle je kan dus niet 100% verantwoordelijk worden
gesteld voor je handelingen.
o Premoderniteit VS moderniteit
Ramp is signaal met boodschap VS natuurwetenschappelijke verklaring
Desacralisering/onttovering: wegvallen van omvattende betekenisorde
Rationalisering
Verwetenschappelijking
Secularisering
Gewicht van religie op de samenleving verminderd
Individualisering
o Moderne tijd
Een (zelfbewuste) nieuwe tijd
Verlichting (= sleutelmoment)
De schepping van Adam, Michelangelo (modern; God even groot als mens)
Robinson Crusoe, Daniel Defoe (moet heel het leven heruitvinden, eigen
keuzes)
Aristoteles (naar modern wereldbeeld)
o Empirische methode
Inventariseren en classificeren (ordenen)
Zowel natuur (planten, dieren…) als politiek (regimes)
o Geen experimenten, enkel observeren
o Niet in labo, maar in open lucht (dus ook niet altijd juist)
o Aristoteles meet niet, zoekt geen wiskundige verbanden (modern wel)
o Aristoteles probeert veeleer de ‘essentie’ van de dingen te bepalen
Essentie heeft te maken met het doel van dingen
o Eenheid en hiërarchie van de kennis (alle weten vormt 1 syteem)
Biologie < fysica < metafysica (helemaal niet hoe wij nu denken)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ibedeweer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.