Ergonomie= de wetenschappelijke studie van de mens in relatie tot zijn omgeving
4 ergonomische strekkingen:
1. Cognitieve ergonomie
a. Bestudeert mentale processen die een mens kan ondergaan (perceptie, geheugen, denken…)
b. Spitst zich toe op:
i. Mentale werkbelasting verminderen
ii. Beslissingen nemen vergemakkelijken
iii. Mens-computer interactie optimaliseren (duidelijke symbolen
iv. Stress verminderen
2. Taalergonomie (= leesbaarheid teksten)
3. Organisatorische ergonomie (= sociotechnische systemen, bv keukenorganisatie, communicatie)
4. Fysieke ergonomie (= mens is maat van alles)
a. Anatomie: leer bouw vh lichaam
b. Antropometrie: mens opmeten
c. Fysiologie: studie werking organen
d. Biomechanica: studie beweging
e. Modulor: Le Corbusier
ERGONOMIE IN GEBOUWEN
= integrale en inclusieve toegankelijkheid op macroschaal
1. Bruikbaar voor iedereen
2. Flexibiliteit in het gebruik
3. Eenvoudig en intuïtief gebruik
4. Begrijpelijke informatie
5. Marge voor vergissingen
6. Beperkte inspanning
7. Geschikte afmetingen en gebruiksruimten
1. MINIMUM AFMETINGEN VS TOEGANKELIJKHEID
Minimum afmetingen zijn niet goed voor iedereen (bv rolstoel gebruiker meer plaats nodig)
2. CIRCULATIE
Verplaatsen tss ruimtes (gangen, trappen) geïntegreerd ontwerpen
3. TRAP/ HELLING
Trapformule: 2 X optrede + 1 X aantrede = 57 tot 63 cm
De optrede is max 18 cm.
De aantrede min 22cm
Doorloophoogte is overal min 210 cm
Breedte:
o Openbare trap: 120 cm (2 pers.), 150-180 cm (pers.)