Samenvatting macro-economie en
beleid
Hoofdstuk 1
Polycrisis = verschillende crisissen die zich tegelijk voordoen.
Grote depressie = jaren 1930.
Depressie = wanneer de economie (economische groei negatief) minstens 1 jaar achteruit gaat.
Economische recessie = economie gaat achteruit gedurende 2 opeenvolgende trimesters of kwartalen op
basis van het trimester/kwartaal ervoor.
Verschil recessie >< depressie!!!
BBP = GDP (Gross Domestic Product)
De evolutie van BBP (in %) voor verschillende
kwartalen/trimesters.
Blauwe lijn = rijkere economieen ook hier BBP enorm laag
Economische groei wordt negatief BBP gaat achteruit
Stippellijnen = voorspellingen voor corona hoe economie ging
evolueren
BBP klassieke maatstaf voor economische groei
Economische groei berekenen voor 2022
= ((BBP in 2022 – BBP in 2021) / BBP in 2021 )*100
= 105-100/100 * 100
Aandelenkoersen dalen spectaculair op grafiek ten
gevolge van grote recessie.
Er zal een negatief vermogenseffect optreden
waardoor de crisis nog erger wordt (wealth effect)
Vermogenseffect = wanneer de evolutie van de
aandelenkoersen/beurskoersen een invloed hebben op
de consumptie
- negatief = beurskoersen zijn gedaald waardoor
de mensen minder gaan consumeren (mensen
voelen zich minder rijk als de beurskoersen
dalen, dit heeft effect op hun koopkracht)
- positief = beurkoersen stijgen, mensen voelen zich rijker en gaan dat vertalen in meer consumptie
Wanneer de beurskoersen dalen noemen we dat een berenbeurs/bearish financiele economische crisis
lagere consumptie
Wanneer beurskoersen stijgen is er sparke van een stierenbeurs/bullish.
De gezondheid van een land zal beoordeeld worden aan de hand van een aantal maatstaven (hier 3,
economische groei, werkloosheidsgraad & inflatiegraad)
Levensstandaard = BBP/#inwoners van dat land is heel hoog in VS
Per capita = per inwoner
Economische groei BBP is maatstaf (BBP = jaarlijkse % van economische groei)
Inflatiegraad BBP-deflator is maatstaf (BBP-deflator = jaarlijkse % van verandering in prijslevel)
2008 = forse daling federal funds rate rode lijn
, Doel om economie te stimuleren (mensen minder
laten sparen, meer uitgeven) recessie zeker niet
laten uitmonden in depressie!
Lagere rente maakt het goedkoper om te lenen (bv.
Voor consumptiedoeleinden, investeringen voor
bedrijven…) C⬆️I⬆️
Expansief monetair beleid = centrale bank via
renteverlaging expansie geven aan de economie
Federal funds rate = KT-rente die Amerikaanse centrale bank
officieel gebruikt (FED)
KT-rente = officiële rente door centrale banken
KT-rente door marktrente = vraag & aanbod van geld(EURIBOR)
LT-rente = marktrente ALTIJD!
Actualiteit = Amerikaanse centrale bank verhoogde de rente om inflatie lager te houden prijsstabiliteit
Renteverhogingen lenen duurder C⬇️I⬇️
Restrictief monetair beleid = centrale banken willen de economie beperken
Meeste CB hebben inflatiedoelstelling van ongeveer 2%.
Indien renteverhoging van 1,5% naar 2% rente stijgt met 0,5%punt
Verschil van 2 percentages over zelfde variabele %punt / basispunten
1%punt = 100 basispunten
Verschil van 1% naar 2% = 100%!!! 1%punt!!
Expansief budgettair beleid = consumptie overheidsinvesteringen verhogen & belastingen verlagen
beleid om economie expansie te geven
Restrictief budgettair beleid = consumptie overheidsinvesteringen verlagen & belastingen verhogen
beleid om economie restrictie te geven
BBP per tewerkgestelde = maatstaf voor productiviteit (hoeveel output brengt 1 werknemer voort)
BBP per capita = maatstaf voor economische groei
Europa heeft hogere werkloosheidsgraad dan VS hoe kan dat?
Arbeidsmarkt is star in Europa (= het is hier moeilijker om iemand te ontslaan waardoor bedrijven ook
beter nadenken voor de iemand zullen aannemen)
China zeer grote groei gekend laatste jaren.
BBP china is zeer groot maar levensstandaard in china blijft veel lager dan bv in VS
BBP per capita in china is nog geen derde van deze van de VS
Hoofdstuk 2
Bestedingsbenadering = C + I + G(Gc+Gi) + EX – IM
Gc = overheidsconsumptie
Gi = overheidsinvesteringen
Overheidsinvesteringen >< overheidsuitgaven
Uitgaven = omvatten de overheidsinvesteringen maar intrestbetalingen, sociale uitkeringen, pensioenen en
werkloosheidsuitkeringen zitten hier wel in maar niet in overheidsbestedingen/overheidsinvesteringen.
Aggregate (total) output
= economische groei
Procentuele verandering van een maatstaf, wordt uitgedrukt in %
BBP is de meest gebruikte maatstaf hiervoor = de waarde (in euro, dollar) van alle eindgoederen en
diensten geproduceerd in een land gedurende een bepaalde periode
Andere maatstaf is het bruto nationaal inkomen (=BNI) = de waarde van alle eindgoederen en diensten
geproduceerd gedurende een bepaalde periode door de nationale productiefactoren (ingezetenen van een
land)
,Voor ons land maakt dit verschil niet zo veel uit maar bijvoorbeeld in Ierland is er heel weinig
vennootschapsbelastingen en hebben veel multinationals die zich hier vestigen door de gunstige
voorwaarden. Voor Ierland gebruik je dus beter de BNI omdat de BBP kunstmatig omhoog wordt gedreven
door de aanwezigheid door de multinationals.
Wij gaan verder met het BBP als maatstaf voor economische groei. Je kan dit samenstellen op 3
verschillende manieren.
Bestedingsbenadering
Bestedingsbenadering eindproduct (GEEN intermediare goederen)
De waarde van het eindgoed is hier 200 euro.
Wie besteed de productie van eindgoederen en diensten? =
- consumenten (C ),
- overheidsbestedingen (G)(samen met de sociale uitkeringen, rente of interest op overheidsschulden zijn
overheidsconsumptie en dit in totaal de overheidsuitgaven),
- bedrijven (I),
- Buitenland (E )
Dit allemaal min de import heb je het BBP (in een land)
C + I + G + E – IM
= BBP vanuit bestedingsoogpunt
Geeft weer wie de geproduceerde goederen besteed
De motoren van economische groei zijn zeer duidelijk aanwezig in de formule.
Productiebenadering
= som van de toegevoegde waarde (=verkopen – aankopen/intermediaire goederen)
Inkomensbenadering
Totale output = totale inkomen
= inkomens optellen (uit arbeid, winst bedrijven…)
Nominale BBP vs. Reele BBP
Waarde = prijs * hoeveelheid (pxq)
Waarde kan dus ook toenemen omdat de prijzen toenemen (door inflatie) of omdat de productie
toeneemt.
Een land kan een hoger BBP ervaren enkel en alleen doordat de prijzen zijn toegenomen.
misleidend/vertekend beeld over economische groei
Als we de invloed van de prijzen niet neutraliseren dan krijg je het nominaal BBP.
Wanneer we de prijsinvloed wel neutraliseren krijgen we het reëel BBP. (reele BBP = som van hoeveelheid
finale goederen * constante prijs van basisjaar)
Basisjaar = prijzen van een vast jaar dat we gebruiken.
Tegen lopende prijzen = nominale waarde
Naar volume = reëele waarde
Basisjaar reel BBP = nominaal BBP
Nominale economische groei berekenen =
nominaal BBP gebruiken (geel)
Reele economische groei berekenen = overal reel BBP gebruiken (blauw)
Het probleem bij het opstellen van een reel BBP in praktijk is
dat er duidelijk meer dan 1 finaal goed is. Reel BBP moet
gedefineerd worden als een algemeen gemiddelde van de
output van alle finale goederen.
Waarom is het reëel BBP groter dan nominaal BBP voor 2012
en erna omgekeerd?
Inflatie is de verklaring hiervoor
, 2012 is het basisjaar, prijzen hier groter dan in jaren ervoor. In elk jaar voor 2012, reel BBP > nominaal BBP.
Na 2012, nominaal BBP > reel BBP
Enkel indien prijzen na 2012 verder zijn blijven stijgen!! Nominaal BBP = $Yt
Nominaal BBP 2010 = Q 2010 * P 2010 Reel BBP = Yt
Reel BBP 2010 = Q 2010 * P 2012
2 manieren om Yt te berekenen:
1. Reele economische groei jaar t = ((reel BBP jaar t – reel BBP in jaar t-1) / reel BBP in jaar t-1) *100
Zelfde voor nominale economische groei
2. Reele economische groei jaar t (%) = nominale economische groei (%) – inflatiepercentage
Focus: Real GDP, technological progress and the price of computers
Hedonic pricing = model dat prijsfactoren identificeert op basis van de veronderstelling dat de prijs wordt
bepaald door zowel interne kenmerken van het verkochte goed als externe factoren die het goed
beïnvloeden.
Bijvoorbeeld:
• The quality of new laptops (computing services) has increased on average by 20% a year since 1999.
• The dollar price of a typical laptop has also declined by about 7% a year since 1999.
• This implies that laptops’ quality-adjusted price has fallen at an average rate of 20% + 7% = 27% per
year.
De werkloosheidsgraad
Werkloosheidsgraad geeft ons een indicatie van hoe goed de economie presteert.
- Werkenden = aantal mensen met een job.
- Werklozen = aantal mensen die geen job hebben maar wel op zoek zijn naar één.
- Beroepsbevolking (actieve bevolking) = werkenden + werklozen.
- Werkloosheidsgraad = aantal werklozen / beroepsbevolking(=labour force)
- Participatiegraad = beroepsbevloking / bevolking op werkbekwame leeftijd (15j-65j)
- Tewerkstellingsgraad = werkenden / bevolking op werkbekwame leeftijd
Niet-actieve bevolking = studenten, vroeggepensioneerden, huisvrouwen en -mannen,
arbeidsongeschikten, onbetaald vrijwilligerswerk.
In de VS is de Current Population Survey (CPS) een enquête waarmee de werkloosheidsgraad bepaald
wordt.
Indien alle werklozen zouden stoppen met zoeken naar een job, dan zou de werkloosheidsgraad nul zijn.
Hierdoor kijken we ook naar de participatiegraad van de beroepsbevolking en het aantal ontmoedigde
werknemers in de economie.
Ontmoedigde werknemers = personen die het opgeven om een job te zoeken en niet langer bijgerekend
worden bij de werklozen.
Als gevolg van ontmoedigde werknemers is een hogere werkloosheidsgraad gelinkt aan een lagere
participatiegraad.
De inactiviteitsgraad is hierdoor heel hoog.
= 1 – participatiegraad
=> Hoeveel procent van de mensen tussen 18-64 jaar werkt niet maar staat ook niet geregistreerd als
werkloze? (bv. Studenten)
Waarom is de werkloosheidsgraad zo belangrijk voor economisten?
1. Door het directe effect op de welvaart van de werklozen, vooral voor die dat werkloos blijven voor
een lange tijd.
2. Omdat het een signaal is dat de economie zijn human resources niet efficiënt gebruikt.
Te lage werkloosheid kan ook een probleem zijn voor economie, zeer veel openstaande vacatures, heel
moeilijk om mensen te vinden en te houden.
=> Krappe arbeidsmarkt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studenthandelswetenschappen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.30. You're not tied to anything after your purchase.