Embryologie = beschrijvende studie van het ontstaan en ontwikkeling van het organisme
- (*) Humane embryologie = studie van ontwikkeling van de mens
o Gametogenese (vorming gameten)
o Embryonale structuren (organen die gevormd worden uit embryonale stamcellen)
o Extra-embryonale structuren (organen die blastocyste/later embryo verbinden met buitenwereld)
▪ Trofoblast
▪ Dooierzak
▪ Placenta
▪ Navelstreng
- Vergelijkende embryologie = studie van mens en andere diersoorten
- Belang embryologie: normale en afwijkende anatomie beter begrijpen, nieuwe fertilisatietechnieken (IVF,
ICSI, intra-uteriene inseminatie), therapeutische toepassingen: stamcellen
Stamcellen = cellen met capaciteit om te differentiëren tot verschillende celtypes in respons tot specifieke
omgevingsfactoren
- Embryonale weefsels:
o Embryonale stamcellen: cellen van inner mass → totipotent of pluripotent (omstreden)
o Primordiale kiemcellen: voorlopercellen op geslachtscellen
- Volwassen weefsels:
o Adulte stamcellen: in bepaalde orgaansystemen zitten ‘reservecellen’ die kunnen differentiëren
o Induced pluripotent stemcells: uit eender welke cel een stamcel maken door toevoegen van 3
transcriptiefactoren waardoor ze worden geherprogrammeerd
(**) Indeling humane ontwikkeling
- Prenatale periode (voor geboorte)
o Foetale leeftijd: vanaf bevruchting tot geboorte (38weken)
o Gynaecologische leeftijd: vanaf eerste dag van laatste menstruatie tot geboorte (40weken)
- Periodes van ontwikkeling
o Embryonale periode: 1e 8 weken, aanleg alle majeure organen
o Foetale periode: week 9-38, groei en toename complexiteit
,(*) Anatomische positie
Beschrijvende termen:
- Proximaal: dichtst bij lichaam (zoals bovenarm)
- Distaal: verst van lichaam (zoals vingers)
- Afferent: aanvoerend naar lichaam
o Venen naar hart, sensorische zenuwen
- Efferent: wegvoerend van lichaam
o Arteriën weg van hart, motorische zenuwen
Andere termen
- Proliferatie: vernieuwen door deling
- Differentiatie: veranderingen die leiden tot specifieke vorm en functie
- -blast: cellen die nog niet gedifferentieerd zijn → progenitor
- Primordium: primaire aanleg voor orgaan of weefsel
- Zygote: bevruchte eicel
- Embryo: ontwikkelende mens tot einde week 8
- Foetus: ontwikkelende mens vanaf 8 weken
- Conceptus: alle afgeleiden van zygote (embryonaal en extra-embryonaal)
GAMETOGENESE
GAMETOGENESE
(*) Definitie: ontwikkeling van gameten (spermatozoön en oöcyt)
1. Meiose/reductiedeling
a. Van 46 naar 23 chromosomen
b. Voorbereiding op bevruchting
2. Vormverandering
a. Zaadcel: verlies cytoplasma, krijgen van kop hals staart
b. Eicel: wordt steeds groter met toename cytoplasma
Fasen gametogenese:
- Ontwikkeling en migratie van primordiale kiemcellen
- Toename in aantal kiemcellen door mitose
- Reductie chromosomen in meiose
- Structurele en functionele rijping
,(**) Geslachtsspecifieke gametogenese
Spermatogenese Oögenese
Migratie van de geslachtelijke stamcel
Mitose: spermatogonien Mitose: oogonia
Meiose: spermatiden Meiose: oocyten
Spermiogenese: spermatozoide Oogenese: finale differentiate
(*) Gemeenschappelijke gametogenese
- Geslachtelijke stamcellen ontwikkelen zich rond de 3/4e week in de dooierzak
- Einde 4e/begin 5e week migreren de stamcellen naar testis/ovaria: ontwikkeling tot
oögonia/spermatogonia
MEIOSE
(*) Definitie: rijping-/reductiedeling
- Meiose I en meiose II
- Uniek voor geslachtscellen
- Diploïde stamcellen → haploïde gameten
- Kenmerken:
o Leidt tot constant chromosomenaantal tussen generaties
o Laat willekeurige verdeling van chromosomen toe over gameten
o Laat recombinatie van genetisch materiaal toe via crossing-over → variatie binnen populatie
(**) Meiose I en II
n = chromosoominhoud → 2n = 1 materneel en 1 paterneel chromosoom
c = chromosoomaantal → varieert naargelang mitose en meiose
, SPERMATOGENESE
- 4 fasen:
o Migratie van stamcel
o Mitotische fase: °spermatogonia
o Meiotische fase: -cyte I → -cyte II → spermatide
o Spermiogenese: °spermatozoïde
- Duur: 64-72 dagen
- Overleving: 3-5 dagen
(**) Normale spermatogenese
- Tot puberteit: °spermatogonia via mitose
- Vanaf puberteit: °spermatozoïde via meiose
(*) Meiose I (*) Meiose II
(*) Spermiogenese
Ronde spermatide → lange spermatozoïde met
kop en staart
Mitochondria → ATP productie
Microtubuli → motiliteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nce. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.