100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Uitwerking Kenmerkende Aspecten Tijdvakken $5.88   Add to cart

Summary

Samenvatting Uitwerking Kenmerkende Aspecten Tijdvakken

3 reviews
 323 views  4 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Dit document is een complete samenvatting van 19 kenmerkende aspecten, 10 tijdvakken en 5 periodes (prehistorie, oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd, moderne tijd). Ook bevat dit document de verbanden tussen de verschillende periodes.

Last document update: 6 year ago

Preview 6 out of 32  pages

  • Yes
  • May 17, 2017
  • May 8, 2018
  • 32
  • 2017/2018
  • Summary
  • Secondary school
  • 6

3  reviews

review-writer-avatar

By: romyrohrink • 2 year ago

review-writer-avatar

By: goharhovanes • 6 year ago

review-writer-avatar

By: roseozum • 6 year ago

avatar-seller
Tijdvakken:
- Tijd van Jagers en Boeren (prehistorie - 3000 v.Chr.);
- Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.Chr. - 500 n. Chr.);
- Tijd van Monniken en Ridders (500 - 1000);
- Tijd van Steden en Staten (1000 - 1500);
- Tijd van Ontdekkers en Hervormers (1500 - 1600);
- Tijd van Regenten en Vorsten (1600 - 1700);
- Tijd van Pruiken en Revoluties (1700 - 1800);
- Tijd van Burgers en Stoommachines (1800 - 1900);
- Tijd van Wereldoorlogen (1900 - 1950);
- Tijd van de Televisie en Computer (1950 - heden).


Periode Tijdvak Soort samenleving

Prehistorie (tot 3000 Jagers en Boeren (JB) Jagers-verzamelaars
v.Chr.)

Oudheid (3000 v.Chr. - Grieken en Romeinen (GR) Agrarisch / agrarisch-urbaan
500)

Middeleeuwen (500 - 1500) Monniken en Ridders (MR) Agrarisch


Steden en Staten (SS) Agrarisch-urbaan

Vroegmoderne tijd (1500 - Ontdekkers en Hervormers Agrarisch-urbaan
1800) (OH)

Regenten en Vorsten (RV) Agrarisch-urbaan

Pruiken en Revoluties (PR) Agrarisch-urbaan

Moderne tijd (1800 - Burgers en Stoommachines Industriële samenleving
heden) (BS)

Wereldoorlogen (W) Postindustrieel

Televisie en Computer (TC) Postindustrieel




1

, Prehistorie (tot 3000 v.Chr.)
Voorgeschiedenis, periode waarin de eerste mensen zich ontwikkelen tot denkende wezens
die op twee benen lopen. De prehistorie eindigt wanneer de mens begint met schrijven.


Tijdvak 1: Jagers en Boeren (tot 3000 v.Chr.)
Belangrijkste ontwikkeling: jagers-verzamelaars worden boeren (landbouwrevolutie).


Kenmerkend aspect 1
De levenswijze van jagers-verzamelaars

Vrijwel alle jagers-verzamelaars leven in kleine groepen als nomaden. Ze komen aan hun
voedsel door te jagen en voedsel te verzamelen in de natuur.


Kenmerkend aspect 2
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen

De levenswijze van mensen verandert door de ontwikkeling van de landbouw die voor het
eerst ontstaat in het Midden-Oosten omstreeks 10.000 v. Chr. (te danken aan klimaat en
rivieren). Het ontstaan van landbouw(samenlevingen) ging geleidelijk, maar had zulke
grote gevolgen dat er gesproken wordt van een landbouwrevolutie.


Kenmerkend aspect 3
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Dankzij de landbouw kunnen boeren zich vestigen op vaste woonplaatsen. Door gunstige
natuurlijke omstandigheden ontstaat er een landbouwoverschot en kunnen mensen zich
gaan bezighouden met ambachten, handel, bestuur en godsdienst (specialisatie).
→ Dorpen ontwikkelen zich tot stedelijke landbouwsamenlevingen: de
eerste landbouwstedelijke gemeenschappen (stadstaten) met een agrarisch-
urbane samenleving ontstaan in het zuiden van Mesopotamië (tegenwoordig Irak);
→ Om de bevloeiing van akkers in de landbouwstedelijke samenleving te
organiseren, ontwikkelden leiders zich tot koningen die (met ambtenaren,
priesters en soldaten) heersten over een groot gebied;
→ Mensen geloofden in machtige goden die alles bepaalden.


ontwikkeling
jagers-verzamelaars: kleine voedseloverschot / innovaties
landbouw(gemeenschappen) /
groepen nomaden (bijv. de ploeg)
vaste woonplaats




mensen worden afhankelijk
van elkaar: grotere sociale
stedelijke gemeenschappen /
verbanden / beschaving groeit: begin oudheid: kennis en
specialisatie in beroepen en
ontwikkeling godsdienst informatie op schrift 2
opkomst handel
(polytheïsme) en wetgeving
(bestuur en rechtspraak)

, Oudheid (3000 v.Chr. - 500 n.Chr.)
Ook wel Klassieke Tijd. Wordt vooral bepaald door de Grieks-Romeinse cultuur, die dankzij
de Romeinen over een groot deel van Europa verspreid is. Germaanse culturen konden zich
door de confrontatie met de Grieks-Romeinse cultuur verder ontwikkelen in Noordwest-
Europa.


Tijdvak 2: Grieken en Romeinen (3000 v.Chr. - 500 n.Chr.)
In de prehistorie verspreidt de landbouw zich vanuit het Midden-Oosten naar het vasteland
van Europa, met Griekenland als eerste.
→ In Griekenland ontstaan diverse landbouwsamenlevingen die uitgroeien
tot stedelijke gemeenschappen;
○ Cultuur komt tot bloei in de Griekse stadstaten;
○ Er ontstaan verschillende politieke bestuursvormen.


Kenmerkend aspect 4
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en
politiek in de Griekse stadstaat

De ontwikkeling van wetenschappelijk denken:
De oude Grieken geloven in meerdere goden (polytheïsme), maar ze ontwikkelen ook een
wetenschappelijke manier van denken, waarbij ze alles met hun verstand proberen te
beredeneren. De Grieken ontwikkelen een ‘liefde voor de waarheid’.
→ Filosofen en geleerden houden zich bezig met onderzoek op het gebied
van wiskunde, natuurkunde en geneeskunde;
→ Griekse wetenschappers, zoals Archimedes en Pythagoras, hebben een
grote rol gespeeld bij de ontwikkeling van het wetenschappelijk denken.

Het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat:
Op het gebied van politiek en burgerschap ontwikkelen de Grieken vele ideeën en theorieën.
In de oudheid bestond Griekenland uit onafhankelijke stadstaten met verschillende
bestuursvormen, zoals de monarchie en aristocratie.
→ In de 6e eeuw v.Chr. ontstaat in Athene de eerste democratie, waarin
burgers in een volksvergadering beslissen over het bestuur. Athene heeft
achtereenvolgens een monarchie, een aristocratie, een tirannie en een
democratie als bestuursvorm gehad.


Kenmerkend aspect 5
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

In de 5e en 4e eeuw v.Chr. ontwikkelen de Grieken hun bouw- en beeldhouwkunst tot op
hoog niveau. Wanneer de Romeinen Griekenland veroveren, zijn zij onder de indruk van de
Griekse cultuur, daarom worden Griekse beelden als oorlogsbuit meegenomen naar Rome.




3

, → De Romeinen nemen veel van de Grieken over en voegen er eigen elementen
aan toe (veel Grieken worden meegenomen naar Rome en Italië om daar te werken,
zoals: architecten, beeldhouwers, schilders, medici, leraren Grieks, enzovoort);

→ Er ontstaat een nieuwe Grieks-Romeinse cultuur,die door uitbreiding van het
Romeinse Rijk verspreid wordt in Europa (vooral bouw- en beeldhouwkunst).

Beeldhouwkunst Bouwkunst
Grieken - ideaalbeeld - Dorisch, Ionisch,
- goddelijk Korintisch
- niet zo technisch
- Paleis op de Dam
Romeinen - levensecht / reëel - koepelbouw
- gedetailleerd - beton
- technischer dan Grieken

Kenmerkend aspect 6
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in
Europa verspreidt

De Romeinen breiden hun stadstaat uit tot een wereldrijk rondom de Middellandse Zee, dat
doen ze door middel van een lange reeks oorlogen. Het Romeinse Rijk was strak
georganiseerd en was onder leiding van een machtige keizer (vanaf de 1e eeuw v.Chr.). Het
rijk ontwikkelt een welvarende landbouwstedelijke samenleving.
→ Er was veel handel, ook met de gebieden buiten het rijk. Door de groei
van het Romeinse Rijk worden de volkeren in Europa beïnvloed door de
Grieks-Romeinse cultuur. Zo is er sprake van romanisering: de verspreiding
van de Grieks-Romeinse cultuur.


Kenmerkend aspect 7
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van
Noordwest-Europa

De meeste Romeinen kijken neer op de Germaanse cultuur (maar: ze zijn wel onder de
indruk van de dapperheid van de Germanen in de strijd), terwijl de Germanen wel opkijken
tegen de Romeinse cultuur.
→ De Germaanse cultuur wordt sterk beïnvloed door de Grieks-Romeinse
cultuur.

De Romeinen breiden het Romeinse Rijk uit, maar ten oosten van de Rijn komen ze
strijdvaardige Germanen tegen.
→ Vanuit het noorden dringen Germaans-sprekende groepen door in het
Romeinse Rijk en stichten daar eigen staten (sommigen zijn duidelijk
erfgenamen van de Grieks-Romeinse cultuur, in anderen is het Germaanse
element dominanter);
→ Vanaf de 3e eeuw valt het westelijk deel van het Romeinse Rijk
uiteen, in een aantal Germaanse staten;



4

, → In 476 wordt de laatste West-Romeinse keizer door de Germanen
afgezet. Het Oost-Romeinse (Byzantijnse) Rijk blijft bestaan (*tot
1453*)


Kenmerkend aspect 8
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste
monotheïstische godsdiensten

De joden zijn het eerste volk die geloven in het bestaan van maar één God en ze zijn
daarmee de oudste monotheïstische godsdienst (kwam in Israël/Palestina tot ontwikkeling).
Romeinen veroveren het gebied, en zo komt in de 1e eeuw het christendom voort uit het
jodendom, dat over het Romeinse Rijk wordt verspreid. christenen worden van tijd tot tijd
vervolgd, omdat ze de Romeinse keizer niet als God vereren.
→ Het jodendom en het christendom hebben veel overeenkomsten, maar
ook verschillen;
→ De verschillen tussen beide godsdiensten zorgt geregeld voor grote
spanningen en gewelddadige conficten;
→ In de 4e eeuw wordt het christendom toegestaan → wordt de
staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk.


bloeitijd van de Grieks-
bloeitijd van de Griekse Griekenland veroverd door
Romeinse cultuur in het
cultuur de Romeinen
Romeinse Rijk




West-Romeinse Rijk heeft
verspreiding cultuur over splitsing Romeinse Rijk in
steeds grotere binnenlandse
Europa westelijk en oostelijk deel
en buitenlandse problemen




begin middeleeuwen / op de
plek van het verdwenen
verval en ineenstorting van West-Romeinse Rijk ontstaan
het West-Romeinse Rijk nieuwe Germaanse Rijken /
christendom breidt zich uit
over Europa




5

, De naam middeleeuwen is ontstaan door de negatieve gedachte dat de eeuwen ervoor en
erna veel interessanter en waardevoller zijn geweest voor de ontwikkeling van de Europese
samenleving. Europa laat in de middeleeuwen een boeiende diversiteit aan ontwikkelingen
en culturen zien.


Tijdvak 3: Monniken en Ridders (500 - 1000)
Vroege middeleeuwen:
- Het Romeinse Rijk is uiteengevallen en er komt een tijd waarin steden en wegen
verdwijnen, en de handel stilstaat;
- Indrukwekkende verspreiding van het christendom over Europa;
- Opkomst islam.


Kenmerkend aspect 9
De verspreiding van het christendom in geheel Europa

Aan het eind van de 4e eeuw werd het christendom staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk.
Het Romeinse Rijk valt niet lang daarna uiteen, maar het christendom blijft haar kracht
behouden.
● De reden dat het christendom haar kracht behoudt, is omdat het door diverse vorsten
en geestelijken wordt gebruikt om eenheid te creëren: een gemeenschappelijk geloof
zou ervoor moeten zorgen voor meer saamhorigheid en minder onderlinge conflicten.
→ Adel en christelijke geestelijken werken nauw samen op
bestuurs-, economisch en levensbeschouwelijk gebied


Kenmerkend aspect 10
Het ontstaan en de verspreiding van de islam

Aan het begin van de 7e eeuw ontstaat de islam. Profeet Mohammed wordt uit Mekka
gestuurd en vlucht naar Medina, wat de eerste islamitische stad wordt. Mohammed slaagt
erin om een groot deel van de Arabische wereld te verenigen in een nieuw geloof, namelijk
de islam. In minder dan 100 jaar zijn Noord-Afrika, het Midden-Oosten en grote delen van
Azië veroverd, de snelheid van de veroveringen heeft meerdere oorzaken:

- Oorlogen hebben het Byzantijnse en het Perzische rijk in hun greep, waardoor er
weinig kracht is om zich tegen de Arabieren te verdedigen;
- Djihad (Jihad);
- Volbloed Arabische paarden; met hun kracht en snelheid kunnen grote afstanden in
korte tijd worden afgelegd.




6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller losebolt808. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.88  4x  sold
  • (3)
  Add to cart