100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Directe Belastingen II - HC 6 t/m 10 volledig uitgetypt (dictaat) en met PP en voorbeelden erbij $3.76   Add to cart

Class notes

Directe Belastingen II - HC 6 t/m 10 volledig uitgetypt (dictaat) en met PP en voorbeelden erbij

1 review
 116 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Directe Belastingen HC 6 t/m 10 volledig uitgetypt (dictaat) en met PP erbij getypt

Preview 4 out of 86  pages

  • May 19, 2017
  • 86
  • 2016/2017
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: floorvanroggen • 7 year ago

avatar-seller
DB II
HC 6

Fiscale eenheid
- Systeem van de fiscale eenheid algemeen.
- Consequenties fiscale eenheid algemeen.
- Voorwaarden voor totstandkoming fiscale eenheid.
- Bepalingen bij totstandkoming fiscale eenheid.
- Bepalingen tijdens het bestaan van de fiscale eenheid.
- Verrekening van voorvoegingsverliezen.
- Verrekening van verliezen na ontvoeging.
- Winstsplitsing.
- Bepalingen bij de verbreking van de fiscale eenheid.

Wat doen we niet?
- Papillon fiscale eenheid.
- Andere grensoverschrijdende fiscale eenheden.

Indeling bepalingen fiscale eenheid
- Art. 15 lid 1: wezen van de f.e. Kan er een fiscale eenheid gevormd worden? Wanneer
eindigt de fiscale eenheid?
- Art. 15 overig: voorwaarden voor totstandkoming/verbreking f.e.
- Art. 15aa: definities.
- Art. 15ab: regels bij voeging. Wat gebeurt er op het moment dat een fiscale eenheid tot
stand komt?
- Art. 15ac: regels winstberekening tijdens het bestaan van f.e.
- Art. 15ad: regels over renteaftrek.
- Art. 15ae: regels verliesverrekening over voegingstijdstip heen.
- Art. 15af en 15ag: regels verliesverrekening over ontvoegings-tijdstip heen.
- Art. 15ah: winstsplitsing tijdens fiscale eenheid.
- Art. 15ai en 15aj: regels bij ontvoeging.

Besluit fiscale eenheid 2003
- Artikel 15 geeft delegatiebevoegdheid voor nadere regels voor specifieke onderwerpen.
- Besluit f.e. geeft uitvoering aan veel bepalingen van de Wet.
- Bij elke casus: Besluit erbij nemen.

Bijna elke wettelijke bepaling wordt verder uitgewerkt in het Besluit fiscale eenheid 2003.

Wat doet een fiscale eenheid?
- Geeft mogelijkheid om belastingheffing van ‘groepsmaatschappijen’ ‘geconsolideerd’ te
laten plaatsvinden.
- Art. 15 lid 1 Wet:
- ‘….wordt (..) de belasting van beide belastingplichtigen geheven alsof er één
belastingplichtige is,

, - in die zin dat de werkzaamheden en het vermogen van de dochtermaatschappij
deel uitmaken van de werkzaamheden en het vermogen van de
moedermaatschappij’.
- ‘Alsof fictie’.
- Net doen alsof er maar één vennootschap is.
- Volgens art. 1, 2 en 8 Wet wordt van elke vennootschap belasting geheven.
- Art. 15 lid 1 Wet maakt hierop dus belangrijke inbreuk.

Wat doet een fiscale eenheid? Zie art. 15 lid 1 Vpb. Er zijn twee BV’s, die normaal gesproken
zelfstandig belastingplichtig zijn, maar op verzoek van beide belastingplichtigen wordt de
belasting van hen geheven alsof er maar één belastingplichtige is. Als je een moeder en een
dochter hebt die een fiscale eenheid gaan vormen, dan doe je net alsof het één
belastingplichtige is en dan reken je alles wat de dochter heeft, toe aan de moeder, zowel de
werkzaamheden als het vermogen. De activiteiten van de dochter zijn dan activiteiten van
de moeder geworden. Alle vermogensbestanddelen van de dochter zijn
vermogensbestanddelen van de moeder geworden. In fiscale zin. Juridisch gezien heb je nog
steeds twee entiteiten, maar voor fiscale doeleinden doen we net alsof alles wat de dochter
doet, gedaan wordt door de moeder. Dit noemen we de alsof-fictie. We doen net alsof alles
van de moeder is.

Vergelijking I




Wat betekent dat? Stel je hebt BV A en die heeft zowel een winkel in A als in R. Winkel A
maakt 100 verlies en de winkel in R maakt 100 winst. Dit mogen we gewoon bij elkaar
optellen. BV A heeft twee filialen, maar uiteindelijk heffen we de belasting van BV A. We
hebben belasting van een subject; BV A is hier de belastingplichtige. Het verlies van winkel A
kun je dus prima corrigeren met de winst van winkel R. Je gaat dus geen belasting betalen in
dat jaar. Het is namelijk één belastingplichtige; je ziet geen transactie.

Als je dit vergelijkt met het rechterplaatje: BV A heeft een deelneming A en een deelneming
R. Stel dat A weer 100 verlies maakt en R 100 winst. Je hebt dan pech, want dit zijn drie
aparte belastingplichtigen, drie aparte rechtssubjecten. Alles wat tussen die drie entiteiten
gebeurd, is zichtbaar en we belasten elke entiteit voor zijn eigen winst.

,Vergelijking II




Wat doet dan een fiscale eenheid? Als er een fiscale eenheid wordt gevormd tussen BV A, A
en R, dan doen we net alsof er maar één BV over is. Dit is eigenlijk hetzelfde als het
linkerplaatje. Als A dus winst maakt en R verlies, dan kun je met elkaar compenseren. Ook
als er een machine wordt overgedragen van het ene filiaal naar het andere filiaal, dan is dat
niet zichtbaar. Er is maar één belastingplichtige. Voor belastingdoeleinden denk je de
dochtermaatschappijen dus weg, want alles wat de dochter doet, wordt toegerekend aan de
moeder. Overdreven gezegd bestaan de dochtermaatschappijen dus niet meer. Je ziet geen
transacties en overdrachten meer. Je moet alle winsten en verliezen op een hoop gooien.
Alles van de dochters, is van de moeder op grond van de alsof-fictie.

Gevolgen f.e. voor winstberekening
- Geen deelnemingsverhouding meer.
- Geen dividenden op aandelen.
- Regels in art. 13 ev Wet zijn niet meer van toepassing na voeging.
- Verliesverrekening.
- Niet alleen horizontaal (over jaren van dezelfde vennootschap heen).
- Ook verticaal (tussen de vennootschappen van de f.e.).
- Onderlinge vorderingen en schulden.
- Niet meer zichtbaar.
- Geen valutaresultaten/afwaarderingen/rente(-aftrekproblemen).
- Onderlinge diensten en transacties.
- Geen realisatie, transacties en diensten niet zichtbaar.

Nog meer gevolgen? Er is geen deelnemingsverhouding meer. De aandelen die BV A heeft in
A en R, die verdwijnen voor fiscale doeleinden. De deelneming bestaat niet meer, er is geen
aandelenbelang meer. Je kunt ook geen dnv meer toepassen binnen een fiscale eenheid.
Verliesverrekening, niet alleen horizontaal, maar ook verticaal tussen moeder en dochter. Je
kunt dus alle verliezen en winsten van de entiteiten op één hoop gooien en slechts over het
saldo betaal je belasting.
Onderlinge vorderingen en schulden. Stel je hebt een lening verstrekt vanuit BV A aan een
dochter. Als er geen fiscale eenheid is, zie je de vordering op de balans bij de moeder en de
schuld op de balans bij de dochter. Je ziet rentelasten en rentebaten. Bij een fiscale eenheid
verdwijnt de vordering- en schuldverhouding. De alsof-fictie zegt namelijk dat alles wat D
doet, wordt toegerekend aan M. D heeft een schuld en die wordt dus toegerekend aan M. M

, heeft een vordering, dus je ziet een soort schuldvermenging.
Onderlinge diensten en transacties zie je ook niet. Als M een dienst verleent aan D, dan
verleent hij die dienst eigenlijk aan zichzelf op grond van de alsof-fictie.

Uitzondering op wezen van fiscale eenheid
- Let op alle bepalingen in art. 15ab Wet VpB 1969 en verder!!!
- Allemaal uitzonderingen op het wezen van de f.e.
- Wezen van f.e. kan leiden tot misbruik of oneigenlijk gebruik.
- Bepalingen bestrijden dit misbruik of oneigenlijk gebruik.
- Fiscale eenheid heeft geen ‘derdenwerking’.

Bepalingen na art. 15 Vpb zijn uitzonderingen op het wezen van de fe. Het wezen van de
fiscale eenheid is dat we alles wij elkaar kunnen gooien. Verliezen verrekenen met winsten.
Geen onderlinge transacties. Art. 15ab Vpb e.v. zegt dat als jij misbruikt maakt van de fiscale
eenheid, we de alsof-fictie een stukje terug gaan nemen. We willen dan het resultaat
bereiken alsof zij toch nog een beetje zelfstandig belastingplichtig zijn.

De fiscale eenheid heeft geen derdenwerking. Stel M heeft een D en een KD. D en KD
vormen een fiscale eenheid, M niet. De fiscale eenheid werkt dan alleen voor D en KD, die
worden geacht één belastingplichtige te zijn. Voor hen geldt geen deelnemingsverhouding
meer. D heeft geen deelneming in KD. Wat gebeurt er als je D liquideert? Welke bepaling pas
je dan toe? Art. 13d lid 4 Vpb: liquidatie van tussenhoudster. Voor art. 13d lid 4 Vpb moet je
waardedalingen van de deelnemingen die D houdt, corrigeren. D ziet geen deelneming
meer, maar als je vanuit het belastingperspectief van M kijkt, dan geldt art. 13d lid 4 Vpb en
moet je wel degelijk de waardedaling van de deelneming in mindering brengen. De fiscale
eenheid doet de deelneming verdwijnen voor de positie van D en KD, maar voor de
belastingpositie van M bestaat de fiscale eenheid niet. Dit betekent dat de fiscale eenheid
geen derdenwerking heeft. Voor M heeft de fiscale eenheid geen gevolgen, alleen voor D en
KD. Voor M moet je dus net doen alsof er wel een deelneming is.

Voorwaarden fiscale eenheid
- Bezitseis.
- Tijdvakeis: welk boekjaar hanteer je?
- Winstbepalingseis (niet verder behandeld): beide entiteiten moeten dezelfde
winstbepalingsmethode hebben.
- Vestigingsplaatseis: beide entiteiten in beginsel in NL gevestigd.
- Rechtsvormeis moeder: welke rechtsvormen kunnen moeder zijn?
- Rechtsvormeis dochter: welke rechtsvormen kunnen dochter zijn?
- Voorraadeis (niet verder behandeld): je mag een dochter niet houden als voorraad.
- Verzoek.

Bezitseis
- Bezitseis (art. 15 lid 1 Vpb) moeder heeft:
- Gehele juridische en economische eigendom van ten minste 95% van de aandelen
in het nominaal gestort kapitaal van dochter;
- Ten minste recht gevend op ten minste 95% van de stemrechten;
- In alle gevallen recht geeft op ten minste 95% van de winst en van het vermogen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daan123tjuh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.76  7x  sold
  • (1)
  Add to cart