Class notes
Directe Belastingen II - werkgroep 9
- Course
- Institution
Collegedictaat van werkgroep 9.
[Show more]
1 review
By: dabeek • 4 year ago
Seller
Follow
daan123tjuh
Reviews received
Content preview
DB IIWGR 9
Art. 10a Vpb
1) Schuld aan een verbonden lichaam.
2) Besmette rechtshandeling (lid 1 sub a t/m c).
3) Verband tussen de schuld en de rechtshandeling.
Tegenbewijsregeling
- Lid 3 sub a: dubbele zakelijkheidstoets. Belastingplichtige moet aannemelijk maken dat
zowel aan de schuld als aan de rechtshandeling zakelijke overwegingen ten grondslag liggen.
Als gevolg van het Mauritius-arrest moet je kijken naar de beweegredenen van alle
betrokken partijen.
- Lid 3 sub b: compenserende heffing. Op het moment dat de rentebaten voor tenminste
10% in de heffing bij de debiteur wordt betrokken, dan is er sprake van een compenserende
heffing. De compenserende heffing toets je dus bij de ontvanger van de rente (bij de
crediteur). Indien er sprake is van een compenserende heffing, dan kan de inspecteur
aantonen dat of de rechtshandeling onzakelijk is of de schuld onzakelijk is.
Compenserende heffing
- Indien blp kan aantonen dat er sprake is van een compenserende heffing,
- Heeft de inspecteur vervolgens mogelijkheid om aannemelijk te maken dat,
- Aan de schuld of daarmee samenhangende rechtshandeling in overwegende mate zakelijke
overwegingen ten grondslag liggen.
Art. 10a lid 4 sub c Vpb (week 8, vraag 3d)
We hebben een derde (lichaam of natuurlijk persoon). Deze derde doet een kapitaalstorting
in een laag belaste jurisdictie. De laag belaste jurisdictie verstrekt een lening aan NL BV.
Sub c: een lichaam (laag belaste jurisdictie) waarin een derde voor tenminste 1/3-belang
heeft, terwijl de derde tevens 1/3-belang heeft in de belastingplichtige (NL BV). De derde
heeft dus zowel een belang in het lichaam (de laag belaste entiteit) als een belang in de
belastingplichtige (NL BV) voor tenminste 1/3. Het feit dat de derde een belang heeft in de
laag belaste entiteit en in NL BV zorgt ervoor dat de laag belaste entiteit en NL BV met elkaar
verbonden zijn. Deze twee zijn met elkaar verbonden als zusjes zijnde.
Bjorn woont in Zweden, maar heeft een NL paspoort. Bjorn deed een kapitaalstorting in de
laag belaste entiteit. Vervolgens werd vanuit de laag belaste entiteit een lening verstrekt aan
NL BV. Er werd dus een renteaftrek gecreëerd op het niveau van NL BV en een rentebaten
die laag belast binnenkwam bij de laag belaste jurisdictie. Is art. 10a Vpb hier van
toepassing?
Op grond van art. 10a lid 1 sub b Vpb kan een kapitaalstorting worden verricht door de
belastingplichtige (NL BV) of door een met belastingplichtige verbonden lichaam die in NL
woont. Degene met wie NL BV verbonden is, moet dus in NL wonen. Bjorn heeft een
Zweedse nationaliteit. Op grond daarvan kan hij dus niet geraakt worden. Ze zijn dus wel
verbonden, maar het is ook relevant dat de natuurlijk persoon in NL woont.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daan123tjuh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
64438 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now