100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Fysiologie: Hoofdstuk 4: Het hormoonstelsel $3.75
Add to cart

Summary

Samenvatting Fysiologie: Hoofdstuk 4: Het hormoonstelsel

 130 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Heel uitgebreide samenvatting met alle slides, afbeeldingen, handboek en notities.

Preview 4 out of 10  pages

  • May 21, 2017
  • 10
  • 2016/2017
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 4: Het hormoonstelsel
Het hormoonstelsel heeft een coördinerende functie zoals het zenuwstelsel. Het gaat sturend werken
en gaat ervoor zorgen dat de cellen met elkaar kunnen communiceren. Dit allemaal om de homeostase
te bewaren. Hormonen gaan ook het gedrag gaan beïnvloeden.



1. Werkingsprincipe hormonen


De communicatie tussen cellen is essentieel om goed te functioneren. Het kan gebeuren door het
neurale systeem. Er is een zeer algemene en heel brede communicatie. Ze kunnen een boodschap
verspreiden over het hele lichaam. Endocriene cellen sturen zo een hormoon uit in de bloedbaan. Dus
heel het lichaam krijgt de boodschap te horen. Maar niet alle cellen moeten dat weten. Er zijn slechts
een beperkt aantal celen die met het hormoon iets kunnen doen.

We hebben ook exocriene klieren, het zijn klieren die iets gaan uitscheiden maar niet in de bloedbaan
maar aan de buitenwereld.



Soorten hormonen


Eerste onderscheid: Hydrofiele hormonen of lipofiele hormonen:
 Hydrofiele hormonen: ze gaan binden op een receptor op het celmembraan en ze gaan een
tweede boodschapper activeren. Zij houden van water en zijn wateroplosbaar. Zij kunnen dus
niet door het membraan, zij blijven op de rand zitten en werken dus via een tweede
boodschapper. Ze hebben een receptor op de wand.

 Lipofiele hormonen: hormonen die wel door de celmembraan kunnen, zij zijn vetoplosbaar.
Zij kunnen de cel binnen gaan. Ze gaan binnen in de cel gaan binden op een intracellulaire
receptor en oefenen daar een effect uit.



Tweede onderscheid: chemische structuur:
 Peptidehormonen: dit is de grootste groep. Het zijn ketens van aminozuren die een peptide
vormen. Het is een hydrofiele hormoon. Zij kunnen dus niet door de cel en hebben een tweede
boodschappen nodig.
Voorbeelden: ADH, insuline, glucagon

 Vetderivaten: deze zijn afgeleid van cholesterol, het zijn lipofiele moleculen.
Voorbeelden: testosteron en oestrogeen

 Aminozuurderivaten: dit zijn kleine moleculen en zijn afgeleid van één aminozuur.

, Voorbeeld: adrenaline en thyroxine



De structuur is belangrijk om te weten hoe we op een hormoon kunnen inwerken. Er zijn hormonen
die we gaan eten (anticonceptie pil die oestrogeen en progesteron bevat). Deze worden dan verspreid
doorheen het lichaam en worden niet afgebroken door de darmen of de lever.

Bij insuline zou het afgebroken zijn omdat het aminozuren zijn en kan het zo zijn werking niet meer
uitvoeren. Daarom gaan we het via een spuit gaan toedienen.



2. Regeling van de hormoonafgifte


We hebben een centrale coördinatie van de hormoonafgifte. Maar soms is er ook een lokale,
humorale regeling. Bijvoorbeeld: glycemie: we hebben gegeten, onze suikerspiegel is omhoog gegaan,
er zijn bètacellen die dat detecteren en die gaat insuline gaan uitscheiden. Hier zitten de hersenen
voor niets tussen. Maar meestal is er toch een centrale coördinatie vanuit de hersenen. De
hypothalamus is hiervoor het regelcentrum! De homeostase/hormoonafgifte wordt via drie
mechanismes geregeld:

1. Er is een activatie van de sympathicus die vertrekken naar het bijniermerg en zorgen voor de
uitscheiding van adrenaline en noradrenaline.

2. Er wordt ook gecoördineerd via de hypofyse. De hypothalamus geeft regulerende hormonen af
aan de hypofyse die ze dan gaat uitscheiden. We kunnen de hypofyse opdelen in twee delen: een
voorkwab en een achterkwab:
 De voorkwab: gaat trofines afgeven naar de verschillende endocriene organen. De trofines
gaan ervoor zorgen dat de endocriene organen hun hormoon gaan uitscheiden.
 De achterkwab: ADH en Oxytocine.



3. De hypofyse


Hypofyse- voorkwab
De hypofyse voorkwab gaat Trofines gaan uitscheiden. Dit zijn hormonen die een troof signaal geven.
De boodschap die de hormonen bevatten zeggen aan het doelorgaan dat ze hun hormoon moeten
uitscheiden (secretie). Een tweede boodschap die ze kunnen zeggen is dat het doelorgaan moet
groeien. Er worden een aantal van die trofines uitgescheiden:

1. Groeihormoon (GH): dit heeft een vrij algemene werking. Dit gaat vooral naar de lever gaan en die
gaat signalen uitsturen naar ons skelet en spieren om te groeien. Problemen:
- Gigantisme: Als er dus problemen zijn in de hypofyse voorkwab waarbij er te veel
groeihormoon aanwezig is. Dit kan komen door een hypofyse tumor. de persoon is wel nog in
proportie.
- Groeiachterstand: er is te weinig groeihormoon.

,2. Prolactine (PRL): het zorgt voor een borstontwikkeling en de stimulering van melkproductie. Het
zorgt niet zelf voor de melkafgifte maar de productie in de melklieren zelf.
3. Thyroid-stimulerend hormoon (TSH): dit stimuleert de schildklier om zijn hormonen vrij te stellen.
En activeert ook de afgifte van schildklierhormonen.
4. Adrenocorticotroop hormoon (ACTH): dit stimuleert de bijniercortex om zijn hormonen vrij te
stellen.



Gonadotropines: gaan de primaire geslachtkenmerken aanzetten om hormonen te produceren en ook
om te groeien. Bij de mannen zorgt dit ervoor dat de testes sperma gaan maken en testosteron gaan
vrijstellen. Bij de vrouwen zorgen ze voor de folikelrijping waar er oestrogeen gaat vrijgesteld worden.
ook gaan ze zorgen voor de eisprong waarbij er progesteron wordt vrijgesteld. Er zijn twee hormonen
die gonadotropfines zijn:

5. Follikel-stimulerend hormoon (FSH): bevorderd de ontwikkeling van de follikels (eicelln) bij de
vrouw en stimuleert de afgifte van oestrogeen. Bij de man stimuleert dit hormoon de spermacellen
in de testes.

6. Luteïniserend hormoon (LH): stimuleert de ovulatie bij de vrouw en de afgifte van oestrogeen en
progesteron in de ovaria. Deze hormonen bereiden het lichaam voor op zwangerschap. Bij de man
vormt dit de geslachtshormonen namelijk testosteron.



7. Melanocyt stimulerend hormoon (MSH)



Werking van de hypofyse- achterkwab
De hypofyse gaat die trofines gaan vrijstellen maar de hypothalamus is de baas. De hypofyse gaat zelf
eerst gestimuleerd worden nadat de hypothalamus hem een signaal heeft gestuurd. Dit wordt gedaan
door releasing hormonen (RH) en inhibiting hormonen (IH).

Als de hypothalamus merkt dat er ergens te weinig hormonen zijn gaat de hypothalamus die releasing
hormonen vrijstellen naar de hypofyse. Dit stelt ons in staat om in te grijpen op de processen. Dit
systeem werkt volgens het negatieve feedbacksysteem. De hypothalamus krijgt feedback van de
toestand van een bepaald hormoon.



De hypofyse- achterkwab
Hier is er een opslag en vrijzetting van 2 hormonen die geproduceerd zijn in de hypothalamus:

 Anti-diuretisch hormoon (ADH): deze gaat de nieren aanzetten om spaarzaam te zijn met
water. Water fluctueert in ons lichaam en als er te weinig water is dan gaat de concentratie
ADH hoog liggen. Onze nieren gaan dan aan waterretentie doen en gaat de urine
geconcentreerd zijn (= antidurese).

,  Oxytocine:
- Vrouw: Melkafscheiding tijdens zogen en maakt contracties in de baarmoeder tijdens de
bevalling. Als het kind wordt geboren legt men het direct aan de borst om te drinken. Het
kind moet de melkafscheiding op gang trekken en ervoor zorgen dat er oxytocine wordt
vrijgegeven. Ook zorgt het ervoor dat na de bevalling de baarmoeder terug inkrimpt.
- Man en rouw: het zou vrij komen tijdens het orgasme. Ook bij paarvorming zou het iets te
maken hebben.



Overzicht:

GEDEELTE HORMOON DOEL HORMONALE
EFFECTEN
Hypofysevoorkwab TSH Schildklier Afgifte
schildklierhormonen
ACTH Bijnierschors Afgifte
glucocorticoïden
(cortisol)
Gonadotropinen:
FSH Follikelcellen in ovaria Oestrogeenafgifte,
ontwikkeling follikels
LH Steuncellen van testes Rijping spermacellen
Follikelcellen van Ovulatie, vorming gele
ovaria lichaam en afgifte
progesteron
Interstitiële cellen van Afgifte testosteron
testes
Prolactine (PRL) melkklieren melkproductie
Groeihormoon (GH) Alle cellen Groei, eiwitsynthese,
mobilisatie vetten en
katabolisme
MSH Melanocyten van de Toename synthese
huid melanine in de
opperhuid
Hypofyseachterkwab ADH nieren Terugresorptie van
water, verhoging
bloedvolume en
bloeddruk
oxytocine Uterus, melklieren Contracties bij baring,
(vrouw) uitdrijving melk
Zaadleider en Contracties van
prostaatklier (man) zaadleider en
prostaatklier

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentenUGent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75
  • (0)
Add to cart
Added