Dit is een samenvatting van alle stof voor het tentamen van Straf(proces)recht I van de UvA voor het collegejaar 2016/2017. De samenvatting is opgedeeld in de stof per week. Week A en week B staan ook apart.
Het is een samenvatting van alle stof uit de boeken en de reader, een korte uitleg van de ...
Alle stof voor het tentamen spr i van 2016/2017
May 21, 2017
May 21, 2017
76
2016/2017
Summary
Subjects
rechtsgeleerdheid
spr i
bachelor
eerste jaar
samenvatting
strafprocesrecht i
20162017
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Rechtsgeleerdheid
Strafrecht
All documents for this subject (15)
2
reviews
By: jellekoopman • 7 year ago
By: daniltentusscher • 7 year ago
Seller
Follow
annalaagland
Reviews received
Content preview
Hoi!
Bij dezen een disclaimer: bij voorbaat excuses voor mogelijke spel- en typfouten in mijn
samenvatting. Als je een ‘echte’ fout tegenkomt, stuur mij dan alsjeblieft een berichtje. Dan kan ik
het aanpassen en iedereen die de samenvatting heeft gekocht krijgt dan de verbeterde versie.
Als je rare getallen ziet staan, zijn dat artikelen (uit het Wetboek van Strafrecht of Strafvordering,
welke van de twee het is kan je opmaken uit de context en of het onderwerp materieel of
vorderingsrecht is)
Op sommige plaatsen heb ik de artikelen niet uitgebreid uitgelegd. Dat voegde dan niet veel toe
aan de samenvatting en ik zou je dan kunnen aanraden om de artikelen even door te lezen.
Ik zou je sowieso willen aanraden om de artikelen die ik noem erbij te pakken en te markeren. Ook
de rechtsoverwegingen die ik noem bij de arresten zijn handig om te markeren.
Ik heb aantekeningen van hoorcolleges en werkgroepen alleen in de samenvatting opgenomen als
ze een toevoeging zijn bij de samenvatting van de stof uit het boek. Hetzelfde heb ik gedaan als
we in een week uit meerdere boeken over hetzelfde onderwerp moesten leren: sommige
paragrafen heb ik weggelaten, omdat het in de samenvatting van een ander boek al duidelijk was.
Heel veel succes met het leren en het tentamen!
A
Week 1A Het legaliteitsbeginsel
Enschedé Beginselen van het strafrecht
H1 Het strafrechtelijke systeem
2 Normen en sancties; rechtsnormen
Norm in de natuurwetenschap: regelmatigheid
Norm in sociale wetenschap: opvatting omtrent gewenst gedrag (mogelijkheid tot afwijking)
sancties:
formele sancties:
negatieve sancties (iemand schorsen)
positieve sancties (no-claimkorting)
informele sancties (iemand uitlachen)
Een norm is een rechtsnorm, wanneer d overheid de naleving van die norm in rechte afdwingbaar
maakt of wanneer zij althans het bestaan van die norm in rechte erkent.
3 Strafrecht als negatief sanctiebestel
Een rechtsnorm eist gehoorzaamheid, maar er is de mogelijkheid van afwijking.
Gedrag in strijd met de rechtsnorm is wederrechtelijk/onrechtmatig.
De overheid heeft een dwang- en geweldsmonopolie (eigenrichting is verboden)
Functies rechtsregels:
- richtsnoeren toe hij zich moet gedragen voor burgers (materiele normen)
- maatstaven ter beoordeling van gedrag achteraf voor de rechter
- legitieme verwachtingen van anderen
,Sanctiestelsels van rechtshandhaving: (rechtsnormen die tot overheidsorganen gericht zijn)
- burgerrechtelijk (bijv schadevergoeding) > initiatief bij partijen
- bestuursrechtelijk (bijv administratieve boete) > initiatief bij de overheid en sanctie zonder
rechterlijke tussenkomst
- strafrechtelijk (bijv gevangenisstraf) > initiatief bij de overheid en sanctie mét rechterlijke
tussenkomst alleen bij vermoede of geconstateerde strafbaar gestelde rechtsnormschending
met negatieve sanctie. > negatief sanctiestelsel
- tuchtrecht: soms civiel sanctierecht, soms strafrecht soms administratief, soms mengsel van alle
drie.
De overheid mag naar aanleiding van de schending van een materiële rechtsnorm alleen ingrijpen
als de schending beantwoord aan een delictsomschrijving.
Sommige materiële normen zijn wel en andere niet strafrechtelijk gesanctioneerd. Materiële
normen behoren niet tot het strafrecht, maar tot andere rechtsgebieden. Soms staat de
sanctienorm ook in dat rechtsgebied en soms staat die in het strafrecht.
Vaak is de materiële norm ongeschreven en staat de sanctienorm in het strafrecht.
Het strafrecht is dus geen stelsel van materiële, tot de burgers gerichte, normen, maar een
sanctiestelsel dat de rechten en plichten bepaalt van politie en justitie ten aanzien van de
handhaving van materiële normen.
6 Criminele politiek; het veroorlovende en het stuursysteem
Het recht laat aan de politie een zekere vrijheid van beleid: ze mogen iets door de vingers zien ipv
meteen een proces verbaal opmaken.
Dat geldt ook voor de vervolging; het OM is belast met de vervolging van strafbare feiten, maar dit
is geen starre plicht. (167 Sv)
En ook de rechters hebben een zekere vrijheid binnen de straftoemetingsgrenzen.
Stelsel van bevoegdheden van politie, justitie en uitvoerende macht = een veroorlovend systeem:
de wet kent bevoegdheden toe, geeft de autoriteiten verlof tot bepaalde handelingen. Wie
bevoegdheden hanteert die hem keus laten uit verschillende actiemogelijkheden, voetbeleid; hij
kan stilzitten of handelen; hij kan zus handelen of zo.
Beleid:
- feitelijke gang van zaken: wijze waarop iemand zijn bevoegdheid gebruikt beschrijven
- normatief: hoe de bevoegdheid gebruikt hoort te worden
Een veroorlovend systeem is niet goed denkbaar zonder stuursysteem.
Stuursystemen:
- traditioneel stuursysteem: politie en justitie maken gebruik van hun bevoegdheden zoals men
dat gewend is (bevoegdheden worden als symbolen van gezag gebruikt)
- ideologisch stuursysteem: men hanteert zijn bevoegdheden op de grondslag van ideologie,
zonder zich daarbij te bekreunen over de vraag welk effect het beleid heeft (bevoegdheden
worden als symbolen van gezag gebruikt)
- rationeel stuursysteem: het beleid oriënteert zich op gekozen doeleinden (bevoegdheden
worden als middelen gebruikt)
Strafrecht is het ultimum remedium om criminaliteit tegen te gaan.
7 Materieel en formeel strafrecht
Zowel strafrecht als strafprocesrecht vallen onder het sanctierecht, en niet onder het materiële
recht. Alle normen zijn dus geadresseerd aan de rechterlijke autoriteiten.
Materieel strafrecht = welke gedragingen zijn strafbaar en welke sancties?
Formeel strafrecht = wie en hoe wordt onderzocht, welke bewijsmaatstaven?
8 Wetsgeschiedenis
,Sinds 1795 meer eenheid en overzichtelijkheid in het staatsbestel dmv de regeling dat wetboeken
gemaakt moesten worden.
1811 > Franse wetten van kracht
1813 > Franse wetten bleven van kracht na onafhankelijkheid
1815 en 1848 > Grondwetten met codificatieartikel 107 Gw. (franse wetten nog steeds van kracht)
1838 > Wet op de rechterlijke organisatie
1836/1886/1926 > Wetboek van strafvordering
1881/1886 > Wetboek van strafrecht
Niet alle delicten staan in het Wetboek van strafrecht. Ook in andere wetboeken.
Belangrijke ontwikkelingen in straf(proces)recht:
- rol van slachtoffer in strafproces
- overstap van strafrecht naar burgerlijk recht bij verkeersovertredingen
10 De legaliteit in het strafrecht
Art 1 lid 1 Sr, 16 Gw, 7 EVRM, 15 IVBPR > legaliteitsbeginsel (er moet een wettelijke strafbepaling
zijn en het heeft geen terugwerkende kracht)
Afwijking van legaliteitsbeginsel is mogelijk ten gunste van de verdachte. Of na een revolutie of
vijandelijke bezetting (bijv WO2)
Analoge interpretatie is verboden.
Art 1 Sv > legaliteitsbeginsel strafprocesrecht
De Kelk Studieboek materieel strafrecht
H3 Het legaliteitsbeginsel
3.1 Materieelrechtelijke en strafvorderlijke legaliteit
Art 1 Sr > legaliteitsbeginsel
Feuerbach: nullum crimen, nulla poena sine, lega previa (geen strafbar feit en geen straf zonder en
daaraan voorafgaande wettelijke bepaling)
Legaliteitsbeginsel = opdracht voor wetgever
Legaliteitsbeginsel > democratische grondslag van de strafrechtspleging verzekeren
Legaliteitsbeginsel onder druk: door uitbreiding van strafbaarheid (voorbereiden van misdrijven
strafbaar)
Dogmatisch begrip van het strafbaar feit:
- een strafbaarheid is een persoonlijke gedraging
- die valt binnen de grenzen van de wettelijke delictsomschrijving < legaliteitsbeginsel en tweede
vraag van 350 Sv
- die wederrechtelijk is
- en die aan de schuld van de dader te wijten is
3.2 De achtergronden van het legaliteitsbeginsel en de rechtsstaat
De regeling van de staatsmacht:
- is het geheel van wettelijke voorschriften
- dat de instellingen beheerst die begiftig zijn met de wettelijke macht
- en de procedures waarin deze voorschriften door de instellingen kunnen worden toegepast
- hetgeen gericht is op de bescherming van de essentiële belangen van individuen
- die in onze samenleving gegarandeerd is door beperkingen aan de macht van de staat.
,Volgens Peters is het belangrijk voor de rechtsstaat dat in het strafproces de belangentegenstelling
tussen staat en individu legitiem is, door bijv contradictoire procedures, hoor en wederhoor en
mogelijkheden van beroep.
De rechtsstaatsgedachte/Rule of Law vereist dat delictsomschrijvingen duidelijk zijn en dat de
belangen van het individu zijn onderkend.
Dimensies van het legaliteitsbeginsel:
- constitutionele dimensie (primaire dimensie en csqn voor andere dimensies!): de instrumentele
uitoefening van de strafrechtelijke staatsmacht > vooral de verlening van bevoegdheden aan
overheidsinstanties. De grondslag voor overheidsbevoegdheden in strafrecht, ligt volgens
Beccaria in het feit dat individuen een deel van hun vrijheid hebben ingeleverd in ruil voor de
verzekering van de overgebleven individuele vrijheid.
- rechtsbeschermende dimensie: de constitutionele dimensie brengt een rechtsbeschemende
dimensie met zich mee (ze wet die aan de overheid bevoegdheden geeft, stelt ook grenzen)
- generaal-preventieve dimensie: een crimineel-politieke dimensie. Criminele politiek = de
ratonale organisatie van de maatschappelijke reactie op criminaliteit. Generale preventie heeft
invloed op de criminaliteit. Feuerbach zegt dat elk strafbaar feit gestraft moet worden > leer van
psychologische dwang.
3.3 De concrete betekenis van het legaliteitsbeginsel in ons materiële strafrecht.
Concrete eisen van het legaliteitsbeginsel:
1. Duidelijk geformuleerde delictsomschrijvingen (lex certa) > primair gericht aan wetgever.
Voor de wetgever is het van belang zo min mogelijk bestanddelen in de omschrijvingen te zetten
(elk bestanddeel is immers een eis voor strafbaarheid die het OM moet bewijzen), maar het moet
wel duidelijk blijven. §
Methoden om delicten te formuleren:
- een uitsluitend juridische kwalificatie (Mishandeling wordt gestraft met…)
- opsommen van bestanddelen, gedragingen en omstandigheden zonder kwalificatie te noemen
- combinatie van opsommen van bestanddelen en juridische benaming.
Sommige termen zijn normatief en niet descriptief, dat zijn open delictsomschrijvingen.
HR beschouwt het lex certa-vereiste als inspanningsverplichting voor de wetgever.
Eis van lex certa:
De delictsomschrijving moet voldoende concreet duidelijk maken welke gedragingen strafbaar zijn,
zodat de burger zijn gedrag op de norm kan afstemmen.
2. Gebondenheid van de rechter aan de tekst van de wet. Maar heeft wel interpretatievrijheid:
1. grammaticale interpretatie
2. wetshistorische interpretatie: wat de wetgever destijds bedoelde
3. wetssystematische interpretatie: kijken naar het stelsel van de wet en hoe de regel zich daarin
verhoudt tot andere regels
4. teleologische interpretatie: doel van de wet naar huidige opvattingen
5. functionele interpretatie: kijken naar de maatschappelijke functie van de regel
Extensieve (strikte) interpretaties zijn niet verboden, maar zijn vanuit het oogpunt van
rechtsbescherming wel problematisch.
Uitbreidende interpretaties ten gunste van verdachten zijn minder kwestieus.
3. Verbod van analogische wetsinterpretatie = een regel toepassen die lijkt op het niet
regeerde geval.
De wetgever maakt delictsomschrijvingen die grenzen van strafbarheid vormen > uit de
omschrijving moet a contrario worden afgeleid dat de wetgever straffeloosheid heeft gewild.
Dat extensieve interpretatie en analogische interpretatie hetzelfde resultaat hebben, maakt niet uit
> de redenering is van belang en analogische redenering is dus verboden.
4. De gewoonte is geen directe bron van strafrecht > lex scripta (enkel geschreven wetten in
materiële zin mogen bronnen van strafrecht zijn)
,Gewoonte kan wel een aanvullende rol spelen bij open normen.
5. Het verbod van terugwerkende kracht
De strafbepaling moet anterieur zijn.
Belangrijk voor de rechtszekerheid en generale preventie (iets dat nog geen regel is kan niet
afschrikken)
Lid 2 > bij verandering van de wetgeving na het begaan van het feit, wordt de voor de verdachte
gunstigste bepaling toegepast. (bepalingen kunnen worden gesplitst zodat het ene deel wel geldt
en het andere niet) (lid 2 kan ook werking hebben als tijdens het proces een regel veranderd)
Beperkte materiële (gehele wetgeving van belang) leer: het gaat om alle wetswijzigingen,
maar alleen wetswijzigingen die (1) niet betrekking hebben op normen die uit hun aard een
tijdelijke werking hebben en die (2) berusten op een gewijzigd inzicht in de strafwaardigheid van
het feit en niet op gewijzigde omstandigheden.
6. De nulla poena-regel > de rechter is gebonden aan de wet ook als het om de oplegging van de
strafrechtelijke sanctie gaat. (geen onbekende straffen, dus geen rare voorwaarden, of straffen die
boven het wettelijk maximum gaan)
7. De noodzaak de wet te kunnen kennen > 88 Gw
Als je niet wist dat je een strafbaar feit pleegde, kan je straffeloos blijven mits er kan worden
gesproken van excuseerbaar dwalen van het (on)geoorloogde karakter van zijn gedraging > buiten
gerechtelijke strafuitsluitingsgrond > afwezigheid van alle schuld (rechtsdwaling)
Arresten
Elektriciteit: elektriciteit heeft economische waarde en is dus een goed. (310, 326 Sr)
Onbehoorlijk gedrag: een norm moet volgens het legaliteitsbeginsel voldoende concreet zijn. In
sommige situaties is het onvermijdelijk om vage termen gebruiken in delictsomschrijvingen. Een
concretere omschrijving is dan niet mogelijk, omdat er tig gedragingen onder een begrip/norm
vallen, waardoor een open formuleren noodzakelijk is. (1 Sr, 7 EVRM) (r.o. 6.3)
Runescape: Om als ‘enig goed’ gekwalificeerd te worden dient aan enkele vereisten te zijn
voldaan: a) een zelfstandig bestaan, b) de overdraagbaarheid door menselijk toedoen, c) een
zekere vermogenswaarde en d) de mogelijkheid van toe-eigening. In 1982 werd door het ‘Giraal
geld’-arrest nog een tweetal criteria toegevoegd: e) de functie in het maatschappelijk verkeer en f)
een redelijke wetsuitleg. (310 Sr) (r.o. 3.3 e.v.)
Hoorcollege A
Strafdoelen:
- verdragstheorie: als burger heb je een contract met de staat gesloten
- absolute theorie: vergelding
- relatieve theorie: doel dienen met straf, generale preventie
- verenigingstheorie: alle doelen bij elkaar
Strafrecht als middel van sociale controle
Voorwaarden voor strafrechtelijke aansprakelijkheid:
1. Menselijke gedraging (fysiek, functioneel, zorgplicht schending)
2. Die valt onder een delictsomschrijving (wederwettelijk)
3. Wederrechtelijk (er is geen rechtvaardiging)
4. Aan schuld te wijten
,Wanneer iets strafbaar stellen? Criteria strafbaarstelling De Roos:
- gedraging moet schadelijk zijn (en kan niet worden getolereerd)
- subsidiariteitsbeginsel (niet straffen als andere middelen mogelijk zijn)
- proportionaliteitsbeginsel (evenredigheid tussen straf en gedraging)
- legaliteitsbeginsel (vooral lex certa)
- hanteerbaarheid (handhaafbaarheid) en effectiviteit
Legaliteit: de overheid mag alleen handelen op basis van de wet.
Dat garandeert:
de democratisch gekozen wetgever heeft zich uitgesproken
het recht is inzichtelijk en voorspelbaar voor burgers, omdat wetten worden opgeschreven
en bekend gemaakt
Deelnormen van legaliteitsbeginsel:
- lex scripta (nullum crimen)
- nulla poena
- lex certa (bepaaldheidsgebod)
- verbod op terugwerkende kracht
- verbod op analogie
1. grammaticale interpretatie
2. wetshistorische interpretatie: wat de wetgever destijds bedoelde
3. wetssystematische interpretatie: kijken naar het stelsel van de wet en hoe de regel zich daarin
verhoudt tot andere regels
4. teleologische interpretatie: doel van de wet naar huidige opvattingen
5. functionele interpretatie: kijken naar de maatschappelijke functie van de regel
Week 2A Voorwaarden voor strafbaarheid: opbouw van het strafbare feit
Koopmans Het beslissingsmodel van 348.350 Sv
H3 Artikel 350 - hoofdvragen
3.1 Opbouw strafbaar feit
Na de voorvragen (art 348) > de hoofdvragen van 350 over het feit.
Beraadslaging over de hoofdvragen zal leiden tot vrijspraak, ontslag van alle rechtsvervolging of
veroordeling (of schuldig zonder straf)
Cumulatieve voorwaarden van het strafbare feit:
1. Er moet een menselijke gedraging zijn (jo 52 Sr)
2. Deze gedraging moet voldoen aan een geldige wettelijke delictsomschrijving: een
delictsomschrijving omschrijft het gedrag dat (1) van een norm afwijkt en (2) bepaalt dat het
plegen daarvan strafbaar is. Vaak zit bij de delictsomschrijving ook een (3) sanctienorm. (deze
drie dingen staan niet altijd in één artikel)
3. Deze gedraging moet wederrechtelijk zijn: rechtvaardigingsgrond? noodweer, wettelijk
voorschrift, ambtelijk bevel, overmacht (Opticien) en ontbreken van materiële
wederrechtelijkheid (veearts)
4. Deze gedraging moet aan de schuld van de verdachte te wijten zijn: schulduitsluitingsgrond?
ontoerekeningsvatbaarheid, overmacht, noodweerexces, onbevoegd gegeven ambtelijk bevel
en afwezigheid van alle schuld (melk en water)
Welke voorwaarden moet het OM bewijzen en ten laste leggen? voorwaarde 1 en 2.
Voorwaarde 3 en 4, wederrechtelijkheid en schuld, mogen worden verondersteld.
,Enschedé Beginselen van het strafrecht
H1 Het strafrechtelijke systeem
9 Gewoon en bijzonder strafrecht
Gewoon strafrecht +jeugdstrafrecht: Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering
Bijzonder strafrecht: militair, oorlogs-, economische en belastings-, Wegenverkeerswet enz.
11 Het strafbare feit, tenlastelegging, bewezenverklaring
De wetgever moet, wil hij aan de legaliteitseis van 1 Sr voldoen, zo nauwkeurig mogelijk de
strafbare van de niet-strafbare gedragingen moeten onderschrijden.
Hij formuleert voorwaarden voor strafbaarheid.
bestanddelen: de voorwaarden die in de delictsomschrijving staan
elementen: de voorwaarden die niet in de delictsomschrijving staan
Materiële strafrecht: alle denkbare wederrechtelijke gedragingen die ook strafbaar zijn gesteld
Er mag alleen gestraft worden naar aanleiding van een handeling die onder een
delictsomschrijving valt. Er mag niet altijd gestraft worden als het handelen onder een
delictsomschrijving valt, eerst moeten aan nog een aantal voorwaarden zijn voldaan:
1. een menselijke gedraging
2. die valt binnen de grenen van een delictsomschrijving
3. wederrechtelijk is
4. en aan schuld te wijten is
Als wederrechtelijkheid en schuld niet in de delictsomschrijving staan, zijn het geen bestanddelen,
maar wel elementen voor strafbaarheid, waarvan de rechter moet onderzoeken of ze zijn vervuld
(ook als geen van de partijen daarom vraagt)
Hoe functioneren de in het materiële recht opgestelde stafbepalingen in het strafproces?
, De vraag was er bewezen is, moet de rechter onderzoeken op grondslag van de tenlastelegging;
er kan niet meer of anders bewezen worden, dan in de tenlastelegging staat.
Als het bewezen is, wordt de bewezenverklaring getoetst aan de delictsomschrijving
Als alle bestanddelen van de delictsomschrijving in de bewezenverklaring staan, kan er sprake zijn
van een strafsanctie, mits er ook wederrechtelijkheid en schuld is.
H2 Organen van strafrechtspleging
13 Strafwetgevers
Een wet in materiële zin is elke door het daartoe bevoegde overheidsgezag vastgestelde,
algemene, de burgers bindende regeling.
Een wet in formele zin komt tot stand door regering en Staten-Generaal.
1 Sr: wetten op formele en wetten in materiële zin
1 Sv: wetten in formele zin
H3 Materieel strafrecht
20 Materieel strafrecht, gewoon materieel strafrecht; commune delicten, algemeen deel;
systematiek
Materieel strafrecht: strafbare feiten en sancties
Niet alle delicten staan in het Wetboek van Strafrecht.
91 Sr: bepalingen van eerste boek zijn ook van toepassing op feiten uit andere wetten, tenzij bij
formele wet anders is bepaald
Cummune delicten: delicten in het tweede en derde boek van het Wetboek van Strafrecht
Om de commune delicten groeperen zich in het gewone materiële strafrecht een aantal algemene
leerstukken (het algemene deel van het materiële strafrecht
Materiële strafrecht is geschoeid op een typologie van daden en niet van daders.
In het Wetboek van Strafrecht zijn de delicten in bepaalde klassen ingedeeld, maar de indeling is
niet beslissend,
Belang van onderscheid:
- toepasselijkheid Nederlands strafecht op buiten Nederland gepleegde feiten, is voor misdrijven
ruimer
- poging en voorbereiding tot en medeplichtigheid aan overtredingen zijn niet strafbaar
- voor overtredingen een krotere verjaringstermijn (70 Sr)
- bij overtredingen beperkter gebruik van dwangmiddelen
22 De delictsomschrijving
1 Sr > de wetgever heeft tot taak in de wet alle gevallen van onrechtmatig gedrag aan te duiden
waarin hij de mogelijkheid van strafrechtelijk ingrijpen wilde openen
Manieren in Sr om een delict aan te duiden:
- door delict als gedraging of nalaten te omschrijven (meestal)
- door het alleen met een naam te vermelden (soms) > concrete inhoud wordt door rechtspraak
bepaald
- door een delictsomschrijving en een naam (vaak)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annalaagland. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.