Wat is het onderscheid tussen aanslagbelastingen en aangiftebelastingen? Geef van beide soorten
belastingen één voorbeeld.
Aangiftebelasting is gebaseerd op gegevens zoals deze via een aangifte berekend en ingediend door
de belastingplichtige , denk hierbij aan bijvoorbeeld omzetbelasting. In de basis volgt de inspecteur
deze aangifte. De aanslagbelastingen zijn belastingen die worden vastgesteld volgens heffing bijwege
van aanslag, deze worden opgelegd naar aanleiding van het doen van een gevraagde aangifte.
Bijvoorbeeld de inkomstenbelasting
Aangiftebelastingen kunnen worden onderverdeeld in voldoeningsbelastingen en
afdrachtsbelastingen. Wat is het verschil tussen beide categorieën? Geef wederom van beide soorten
één voorbeeld.
Bij voldoeningsbelastingen wordt de belasting afgedragen door de belastingplichtige die de belasting
verschuldigd is bijvoorbeeld de omzetbelastin., Bij de afdrachtsbelsatingen wordt de belasting
afgedragen door een andere partij namens degene die de belasting verschuldigd is. Bijvoorbeeld de
loonbelasting die namens de werknemer door een werkgever aan de belastingdienst wordt
afgedragen.
Nikki is accountant. Door zijn werkgever Deloitte wordt hij gedurende heel 2023 uitgezonden naar de
vestiging in Antwerpen (België). Hij beschikt daar over een appartement waar hij verblijft van
maandag tot en met vrijdag. Nikki verblijft in de weekenden bij zijn vrouw en dochtertje in Arnhem.
Om belastingtechnische redenen staat Nikki vanaf 1 januari 2023 ingeschreven in het
bevolkingsregister in Antwerpen. Bepaal aan de hand van bovenstaande gegevens en de fiscaal
relevante regelgeving de woonplaats van Nikki.
Nikki staat wel ingeschreven in het bevolkingsregister in Antwerpen , maar zijn leven naast het werk
speelt zich af in Arnhem. Zijn sociaal middelpunt is in Arnhem , wat dus zal worden aangemerkt als
zijn woonplaats. art. 4 AWR
Ruben is ondernemer en dient periodiek een btw-aangifte in. In 2017 heeft Nikki een factuur vervalst
waardoor hij € 20.000,– teveel omzetbelasting heeft teruggevraagd. Na een controle legt de
inspecteur in 2023 een naheffingsaanslag op.
1. Waarom is voor het opleggen van een naheffingsaanslag – in tegenstelling tot een
navorderingsaanslag – geen nieuw feit vereist?
2. Mag de inspecteur de naheffingsaanslag opleggen? Motiveer uw antwoord aan de hand van
relevante wetsartikelen.
Er is geen nieuw feit vereist voor de naheffingsaanslag omdat bij de aangiftebelastingen (zoals de
omzetbelasting is) de gegevens in eerste instantie berekend en ingediend worden door de
belastingplichtige zelf. De termijn voor het opleggen is 5 jaar na afloop van het aangiftejaar cf. art. 20
lid 3 AWR , deze termijn is in 2023 verstreken , de naheffingsaanslag mag niet opgelegd worden
Noem de drie essentiële voorwaarden voor een dienstbetrekking.
- Er is een gezagsverhouding aanwezig tussen werknemer en werkgever
- Er wordt persoonlijk arbeid verricht in een bepaalde periode
- Als beloning voor deze arbeid wordt loon uitbetaald
, Wat wordt verstaan onder een fictieve dienstbetrekking? Geef twee voorbeelden en verwijs daarbij
naar het relevante wetsartikel.
Een dienstbetrekking waarbij niet alle elementen van een echte dienstbetrekking aanwezig zijn.
Essentieel bij de fictieve dienstbetrekking is dat de gezagsverhouding tussen werknemer en
werkgever ontbreekt. In dit kader wel art. 3 lid 1 Wet LB noemen. In artikel 4 en 5 van Wet op
Loonbelasting wordt vermeld:
- "degene, die een tak van sport op topniveau beoefent en ter zake daarvan een
inkomensvoorziening of een kostenvergoeding geniet" , oftewel een topsporter.
- "degene, die de onder a bedoelde persoon als hulp bij het verrichten van de arbeid bijstaat" ,
bijvoorbeeld een stagiaire.
Wat is de sanctie op het niet (correct) naleven van de identificatieplicht?
Het anoniementarief moet worden toegepast en loonheffingskorting mag niet worden toegepast op
grond van art. 26b letter b en art. 29 lid 2 Wet LB
De ING Bank keert eenmaal per jaar een bonus uit aan haar werknemers. Volgens welke
loonbelastingtabel moet de in te houden loonbelasting worden bepaald?
Tabel bijzondere beloningen op grond van art. 26 lid 1 Wet LB.
Jan Jansen exploiteert als eenmanszaak een elektronicazaak. Hij heeft één werknemer in dienst. Voor
2023 geldt het volgende. De werknemer heeft een fiscaal loon van € 25.000,–. Hij krijgt een
kilometervergoeding van € 0,28 per zakelijk gereden kilometer, en rijdt 5.000 zakelijke kilometers. De
werknemer ontvangt een kerstpakket ter waarde van € 250,–. Hij krijgt een verkeersboete van €
140,– vergoed, wegens een snelheidsovertreding tijdens een zakelijke rit met zijn privéauto. Ten
slotte krijgt hij 50% korting op een tv met een normale verkoopprijs van € 1.000,–. De werkgever wil
zo veel mogelijk vergoedingen als eindheffingsbestanddeel onderbrengen in de vrije ruimte.
Bereken de verschuldigde eindheffing en verwijs daarbij zo veel mogelijk naar de relevante
wetsartikelen.
De vrije ruimte is 3% van 25.000 EUR per jaar , oftewel 750 EUR. (zie art. 31 Wet LB). De
kilometervergoeding valt voor 0,21 EUR per km onder de gerichte vrijstellingen en voor 0,07 EUR per
km in eindheffingsloon. (art 31 lid 2 a-k Wet LB) Het kerstpakket valt onder eindheffingsloon. De
verkeersboete (art 31 lid 4) niet en valt onder individueel loon van de werknemer. De gegeven
korting van 500 EUR , is meer dan de toegestane 20% van de verkoopprijs als gerichte vrijstelling. (art
31a , 2i Wet LB) Hiervan valt 300 EUR in het eindheffingsloon.
Per saldo zijn de vergoedingen: (0,07 x 5.000 km) + 250 + 300 = 900 EUR
De vrije ruimte bedraagt 750. De verschuldigde eindheffing bedraagt (900 - 750) * 80% = 120 EUR
Het 80%-tarief is gebaseerd op art. 31a lid 2 Wet LB.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JM1981. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.37. You're not tied to anything after your purchase.