Bouw van een virus:
1. Nucleïnezuur (DNA of RNA, enkel- of dubbelstrengs)
2. Eiwitmantel, capside genoemd
3. Enveloppe (bij dierlijke virussen)
Nucleïnezuur (viraal DNA of RNA)
- De kern van een virus bestaat uit één enkele soort nucleïnezuur: DNA of RNA wat
als erfelijk materiaal fungeert.
- Het nucleïnezuur van een virus kan enkelstrengs of dubbelstrengs zijn.
Capside
Capside = eiwitmantel gemaakt uit veel (en soms verschillende) eiwit moleculen
Functies van capside:
• Bescherming van de virus DNA/RNA
• Bepaalt welk type cel (en welke diersoort) het virus zich aan kan binden.
Sleutel en slot principe – binding tussen virus eiwitmantel en receptoren
op host cellen
Enveloppe
- Vaak zijn de enveloppen afkomstig van de dierlijke cellen die ze infecteren
- Gemaakt van zowel dierlijke als virale phospholipiden en eiwitten
,Voortplantingscyclus virussen
1. Virus gaat de cel binnen en de capside van het virus wordt verwijderd.
Hierdoor komen de viraal nucleïnezuur, in dit geval DNA, vrij.
2. Replicatie = DNA wordt gekopieerd
3. Transcriptie (messenger RNA (mRNA)) en maken van capside
4. Samenstellen van nieuwe virusdelen en verlaten de cel
Hoe komt een virus in een cel?
In ieder geval binding tussen virus/celreceptor en daarna 3 opties:
1. DNA/RNA wordt geinjecteerd (virussen zonder envelop)
2. Endocytose
3. Fusie van virus envelop met celmembraan
, DNA virus
- DNA Polymerase (van host)
- Virus gebruikt enzym van host
- Replicatie vindt vaak plaats in de celkern van de host
RNA virus
- RNA Polymerase (van virus zelf)
- Virus neemt enzym zelf mee
- Replicatie vindt plaats in de cytoplasma van de host
1. Nucleïnezuur (DNA of RNA, enkel- of dubbelstrengs)
2. Eiwitmantel, capside genoemd
3. Enveloppe (bij dierlijke virussen)
Nucleïnezuur (viraal DNA of RNA)
- De kern van een virus bestaat uit één enkele soort nucleïnezuur: DNA of RNA wat
als erfelijk materiaal fungeert.
- Het nucleïnezuur van een virus kan enkelstrengs of dubbelstrengs zijn.
Capside
Capside = eiwitmantel gemaakt uit veel (en soms verschillende) eiwit moleculen
Functies van capside:
• Bescherming van de virus DNA/RNA
• Bepaalt welk type cel (en welke diersoort) het virus zich aan kan binden.
Sleutel en slot principe – binding tussen virus eiwitmantel en receptoren
op host cellen
Enveloppe
- Vaak zijn de enveloppen afkomstig van de dierlijke cellen die ze infecteren
- Gemaakt van zowel dierlijke als virale phospholipiden en eiwitten
,Voortplantingscyclus virussen
1. Virus gaat de cel binnen en de capside van het virus wordt verwijderd.
Hierdoor komen de viraal nucleïnezuur, in dit geval DNA, vrij.
2. Replicatie = DNA wordt gekopieerd
3. Transcriptie (messenger RNA (mRNA)) en maken van capside
4. Samenstellen van nieuwe virusdelen en verlaten de cel
Hoe komt een virus in een cel?
In ieder geval binding tussen virus/celreceptor en daarna 3 opties:
1. DNA/RNA wordt geinjecteerd (virussen zonder envelop)
2. Endocytose
3. Fusie van virus envelop met celmembraan
, DNA virus
- DNA Polymerase (van host)
- Virus gebruikt enzym van host
- Replicatie vindt vaak plaats in de celkern van de host
RNA virus
- RNA Polymerase (van virus zelf)
- Virus neemt enzym zelf mee
- Replicatie vindt plaats in de cytoplasma van de host