hey allemaal! dit is mijn samenvatting van cognitieve psychologie 1. Deze bestaat uit de slides en mijn nota's. Omdat ik de lessen online gekeken heb zijn mijn nota's heeel uitgebreid en staat zo goed als alles erin dat ze in de les gezegd heeft. ik behaalde een 16 voor dit vak aan de hand van deze...
2 grote soorten redeneren
• 1e soort: Deductie:
• Dwingende conclusie volgt uit algemene premissen over een specifiek geval:
m.a.w. als deductie volgens de regels van de kunst verloopt is de conclusie per
definitie juist
• Syllogisme (vb. zie verder): aantal premissen en hieruit dwingende conclusies
trekken
• 2e soort: Inductie
• Waarschijnlijke algemene conclusie die wordt getrokken obv. specifieke
premissen: !belangrijk = ‘waarschijnlijk’: inductie is niet per definitie een sluitende
redenering!
• Berust op veralgemening: bv. alle raven die je gezien hebt zijn zwart = je gaat
concluderen dat alle raven zwart zijn ook al heb je ze niet allemaal gezien,
covariatie: wanneer kenmerk a aanwezig is, gaat dit stelselmatig gepaard met
aan- of afwezigheid van kenmerk b?, bv. bevinding in tijdschrift: als ouders licht te
veel aanlaten ’s nachts bij kinderen dat er een grotere kans is dat de kinderen
bijziendheid ontwikkelen => statistisch gezien klopt dit! MAAR covariatie is te
verklaren door 3e oorzakelijke variabele: ouders die bijziend zijn zijn meer geneigd
het licht aan te laten (om dingen te kunnen zien) en ze geven genetisch de
bijziendheid door! (zowel licht aanlaten als bijziendheid van de kinderen wordt
verklaard door bijziendheid van de ouders) dus we moeten oppassen met covariatie
: correlatie is geen causaliteit!, causale inferenties: zie sociale psychologie:
consensus, consistentie en distinctiviteit => leidt tot intern/extern en situationeel
beoordelen van de oorzaak, analogie (bv. proeven muizen => conclusies mensen:
dit is een analoge redenering!)
Deductie vs. inductie
Filosofisch onderscheid wordt neurofysiologisch weerspiegeld (GOEL & DOLAN, 2004):
o Inferieure prefrontale cortex sterker geassocieerd met deductie dan met inductie;
syntactische verwerking(grammaticale aspect van taal), fonologisch werkgeheugen
o Dorsolaterale prefrontale cortex sterker geassocieerd met inductie; belangrijk voor onze
semantische kennis (wat we weten over de wereld)
Onlogisch redeneren: inductie
We moeten oppassen met inductieve redeneringen!
Appelblauw-zeegroen: aantal echtscheidingen in VS, Oranje: gemiddeld gebruik van margarine
per persoon in VS =>r =0.99 (bijna perfecte correlatie) maar natuurlijk geen enkel oorzakelijk
verband tussen de twee: correlaties moet je kritisch bekijken!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Carovdlooverbosch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.