100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdlijnen Nederlands Recht 12e druk $3.76
Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdlijnen Nederlands Recht 12e druk

4 reviews
 188 views  13 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Hierbij bied ik mijn uitgebreide samenvatting aan van het vak Hoofdlijnen Nederlands Recht. Het boek is geschreven door C.J. Loonstra. Het betreft de 12e druk uit 2016. Ik heb de samenvatting geschreven in oktober 2017 en de samenvatting betreft 38 pagina's. Ik heb 8 preview pages toegevoegd, hie...

[Show more]

Preview 8 out of 38  pages

  • No
  • Hoofdstuk 6 wordt niet behandeld
  • May 22, 2017
  • 38
  • 2016/2017
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: lrefos • 6 year ago

reply-writer-avatar

By: leoniedejong • 6 year ago

Translated by Google

Thank you for your five stars Irefos!

review-writer-avatar

By: joycetempelman • 6 year ago

reply-writer-avatar

By: leoniedejong • 6 year ago

Translated by Google

Thank you Joyce for your four stars! X

review-writer-avatar

By: xquintyy • 6 year ago

reply-writer-avatar

By: leoniedejong • 6 year ago

Translated by Google

Thanks Quinty!

review-writer-avatar

By: mandysieders • 6 year ago

reply-writer-avatar

By: leoniedejong • 6 year ago

Translated by Google

Thanks Mandy for your 4 stars!

avatar-seller
Samenvatting recht
Hs. 1 Terreinverkenning

Functies van het recht
Er zijn vier functies van het recht, namelijk;
- Normatieve functie ( recht wat heel normaal is, ook wel opgenomen in het wetboek )
- Geschiloplossende functie ( het heft in eigen handen nemen, ‘’eigenrichting’’, is verboden )
- Additionele functie ( geen juiste afspraak gemaakt, dan wordt er een regeling getroffen )
- Instrumentele functie ( voorbeeld is het verkeersrecht )

Rechtsnormen
We vinden het normaal dat moord, diefstal, verkrachting, terrorisme etc. niet normaal zijn. Dit is ook
wel een voorbeeld van rechtsnormen.

Regering
De regering is de koning met zijn ministers.

Nationale wetgever
De nationale wetgever zijn de regering samen met de Staten-Generaal.

Staten-Generaal
De Staten-Generaal zijn de Eerste en Tweede kamer samen.

Formeel recht
Gaat niet over inhoud maar over regels en procedures.

Formele zin
Wet gemaakt door de regering en de Staten-Generaal.

Objectief recht
Dit geldt voor iedereen.

Subjectief recht
Dit geldt voor een bepaald aantal mensen.

Rechtsbronnen
Rechtsbronnen zijn plaatsen waar je het recht kan vinden;
- Het wetboek
- Jurisprudentie ( uitspraken van rechters )
- Verdragen ( afspraken tussen verschillende landen )
- Gewoonterecht ( rechts rijden op de weg )

Privaat recht
Privaatrecht wordt ook wel het civiele recht of het burgerlijk recht genoemd. Het valt uiteen in twee
deelgebieden. Het beschrijft de regels voor de onderlinge verhoudingen tussen personen.
Privaatrecht
Personen- en familierecht Vermogensrecht
Geboorte, huwelijk, geregistreerd partnerschap, Hieronder vallen alle op geld waardeerbare
echtscheiding, adoptie, vermogen tussen handelingen tussen burgers onderling waaraan
echtgenoten. juridische gevolgen verbonden zijn.

1

,Burgerlijk wetboek
Het Burgerlijk Wetboek (afgekort BW) is een Nederlands wetboek en maakt deel uit van het
Nederlandse burgerlijk recht.

Ondernemingsrecht
Dit rechtsgebied regelt alles wat ondernemingen en bedrijven betreft.

Procederen
Naar de rechter gaan om een geschil te laten beslechten (einde maken), noemen we procederen.

Burgerlijk procesrecht
De regels die op het voeren van juridische procedures op het terrein van het privaatrecht van
toepassing zijn, worden tot het burgerlijk procesrecht.

Privaatrecht
Het privaatrecht bevat dus in totaal;
- Personen- en familierecht
- Vermogensrecht
- Ondernemingsrecht
- Burgerlijk procesrecht

Publiekrecht
Het publiekrecht geeft regels ten aanzien van de verhouding tussen de burger en de overheid. Ook
handelt dit over de verhouding tussen overheidsinstanties onderling. Bij de laatste drie
rechtsgebieden zien we dat de staat en overheid steeds een belangrijke plaats innemen. Onder het
publiekrecht vallen;
- Strafrecht
- Staatsrecht
- Bestuursrecht

Privaat- en publiekrecht
Privaatrecht  Burgers en/of bedrijven vs. Bedrijven en/of burgers
Publiekrecht  Overheid vs. Burgers en/of bedrijven

Publiekrecht Privaatrecht
Bestuursrecht Faillissementsrecht
Staatsrecht Arbeidsrecht
Strafrecht Vermogensrecht
Fiscaal recht Ondernemingsrecht

Strafrecht
De staat kan door middel van het Openbaar Ministerie (OM) actief optreden om sancties ( boete,
gevangenisstraf e.d. ) te eisen bij overtreding van de normen. Bij het strafrecht bezit de staat een
monopoliepositie.  Alleenrecht hebben om een gevangenisstraf op te leggen.

Staatsrecht
Het staatsrecht regelt ruwweg gesproken de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel wordt
vormgegeven en de invloed die de burgers daarop kunnen uitoefenen.

Grondwet
Hierin staan de basisregels van ons staatsbestel opgesomd.


2

,Bestuursrecht
Het bestuursrecht heeft betrekking op de mogelijkheden die de overheid heeft om regulerend op te
treden ten aanzien van de maatschappij.

Terugtrekken overheid
Als de overheid zich meer terugtrekt spreken we wel van privatisering en deregulering.

Wetgever op centraal niveau
Wetgever op centraal niveau is met name de nationale wetgever. ( Staten-Generaal & regering )

Wetgever op decentraal niveau
Decentrale wetgevers treffen we onder meer aan op provinciaal niveau en gemeentelijk niveau. Ook
provincies en gemeenten vaardigen dus wetten uit. Ze heten niet zo zeer ‘’wetten’’, maar
verordeningen. ( zie figuur 1.7 bladzijde 25 )

Wet in formele zin
Een wet in formele zin is een wet die tot stand is gekomen door de regering en Staten-Generaal, de
nationale wetgever dus. Ieder ‘’product’’ van deze wetgever wordt een wet in formele zin genoemd.
(strafrecht)

Wet in materiële zin
Een wet in materiële zin is iedere regeling van een wetgever die bestemd is voor een onbepaalde
groep mensen. (burgerlijk wetboek)

- Een groot aantal wetten is én wet in formele zin én wet in materiële zin, want de wetten die
door regering en Staten-Generaal worden uitgevaardigd, zijn voor een onbepaalde groep
mensen.
- Sommige wetten zijn wél wet in formele zin, maar geen wet in materiële zin, want wetten
afkomstig van de centrale wetgever richten zich soms tot bij name genoemde personen of
concreet gemaakte onderwerpen. Voorbeelden zijn een wet waarin de begroting van een
departement wordt goedgekeurd of een wet waarin het huwelijk van de kroonprins wordt
goedgekeurd.
- Een groot aantal wetten is geen wet in formele zin maar wél met in materiële zin, want veel
wetten op provinciaal en gemeentelijk niveau richten zich tot een onbepaald aantal mensen.
- Een besluit niet afkomstig van regering en Staten-Generaal en niet gericht tot een onbepaald
aantal mensen is noch een wet in formele zin noch een wet in materiële zin. Een voorbeeld
daarvan is het verstrekken van een vergunning aan de eigenaar van een stuk grond om
daarop een huis te bouwen.

Verdrag
Een verdrag is een afspraak, een overeenkomst, gesloten door twee of meer staten. Een verdrag
tussen twee landen heet een bilateraal verdrag; zijn er meer dan twee staten bij een verdrag
berokken, dan noemen we dit een multilateraal verdrag.

Jurisprudentie
Jurisprudentie betekent rechtspraak. Recht wordt gesproken door een enkele rechter (unus) of door
een rechterlijk college. Hun beslissingen worden vonnissen, arresten of uitspraken genoemd.

- Een vonnis wordt gegeven door de rechtbank.
- Een arrest wordt gewezen door een gerechtshof en de Hoge Raad.



3

,Interpretatiemethoden
Een rechter heeft hulpmiddel om uitspraken te doen. Deze hulpmiddelen worden
interpretatiemethoden genoemd. We noemen de volgende;
- De grammaticale interpretatiemethode
* Hoe je het grammaticaal interpreteert. ( pluimvee, parkieten? Nee, geen pluimvee )
- De wetshistorische interpretatiemethode
* Uitleg van een wetsartikel zodat de oorspronkelijke bedoelingen duidelijk worden.
- De anticiperende interpretatiemethode
* Anticiperen = vooruit lopen, bijna-recht, toekomstig recht. ( staat nog niet vast in de wet )
- De rechtsvergelijkende interpretatiemethode
* Verwijzing naar hoe je een vage zin in de wet moet lezen in een buitenlands rechtstelsel.
- De systematische interpretatiemethode
* Hierbij legt de rechter uit dat de wetten onderdeel uitmaken van een groter geheel.
- De teleologische interpretatiemethode
* De rechter doet een beroep op de bedoeling die de wetgever met de regeling heeft gehad.
- Overige interpretatiemethoden
* Precedenteninterpretatie; De rechter verwijst naar een eerdere uitspraak van rechters
waarin de onduidelijke bewoordingen in een wet al zijn uitgelegd.
* Interpretatie naar redelijkheid en billijkheid; Onduidelijke bewoordingen in een wettelijke
regeling worden door rechters met een beroep op de redelijkheid en billijkheid ingevuld.

Redeneerwijze
Een redeneerwijze is een bepaalde manier van denken om tot een bepaalde uitspraak te komen. De
twee bekendste redeneerwijze zijn;
- a-contrarioredenering
- redenering naar analogie

- a-contrarioredenering = het tegenovergestelde
Hierbij gaat de rechter ervan uit dat een bepaalde rechtsregel niet van toepassing is, omdat die regel
uitsluitend geschreven is voor de gevallen die uitdrukkelijk in die regel worden genoemd. Het is een
redenering waarbij een wettelijke regeling omgedraaid kan worden. Jan heeft gestolen, dan is Jan
strafbaar.

- redenering naar analogie
Bij de redenering naar analogie stelt de rechter zich op het standpunt dat een bepaalde kwestie
zoveel lijkt op een kwestie waarin de wet wel voorziet, dat die laatste regel ook van toepassing wordt
verklaard op de niet-geregelde kwestie. Het is een vorm van redeneren waarbij een regel in een
vergelijkbaar, maar niet geregeld geval wordt gehanteerd.

Gewoonterecht
Onder gewoonterecht valt een vaste gedragslijn en een rechtsplicht. Onder een vaste gedragslijn valt
bijvoorbeeld; rechts rijden op de weg, tanden poetsen elke ochtend, etc. Onder een rechtsplicht valt
rechts rijden, want als je dat niet doet, ontstaan er ongelukken. Dus je moet ook wel rechts rijden,
ook al staat het nergens vermeldt in de wet.

Materieel recht ( inhoudelijk recht )
Materieel recht heeft betrekking op datgene wat men mag en niet mag, welke rechten en plichten
men heeft. ( geboden en verboden ) Materieel recht is dus inhoudelijk van aard.




4

,Formeel recht ( procesrecht )
Het formele recht ( procesrecht ) houdt de regels in die men moet volgen om het materiële recht uit
te voeren. Het geeft aan waar men moet procederen ( naar de rechter stappen om je gelijk op te
eisen ), welke termijnen er in acht moeten worden genomen, welke rechten met daarbij heeft, etc.
Onder het formele recht vallen het burgerlijk procesrecht, het strafprocesrecht en het
bestuursprocesrecht.

Materiaal- en formeel recht
Materiaal recht gaat over inhoud ( strafrecht )
Formeel recht gaat over procedure ( strafvordering )

Strafrecht  inhoud, wat is er gedaan, welke boete, wat gebeurt er als ik iemand mishandel, etc.
Strafvordering  geeft aan op het moment dat iemand een delict heeft gepleegd, welke procedure
je moet volgen. Hoelang mag je iemand vasthouden,

Procederen
Naar de rechter stappen om je gelijk op te eisen.

Verordening
Regel die door de overheid is vastgesteld en waar je je aan moet houden.

Dwingend recht ( moeten / nietigheid )
Dwingend recht is recht waarvan de burgers niet mogen afwijken. De wetgever vindt in zo’n situatie
een wetsartikel of een bepaalde wet zo belangrijk dat hij van mening is dat je er niet van mag
afwijken, ook al zou je dat in bepaalde omstandigheden wel willen.
( als het woordje moeten / nietigheid er in staat, spreek je van dwingend recht )

Aanvullend recht ( kunnen )
Aanvullend recht betekent dat je van dit recht kan afwijken. De enige voorwaarde is wel dat beide
partijen met deze afwijking akkoord gaan.
( als het woordje kunnen er in staat, spreek je van aanvullend recht )

Objectief recht ( recht uit rechtsbronnen )
Hiermee wordt het geldende recht bedoeld, of ook wel het positieve recht. Het zijn de regels die in
algemene bewoordingen aangegeven wat rechtens ( volgens het recht ) is. Objectief recht is bet
geheel van regels dat uit alle al eerdergenoemde rechtsbronnen voortvloeit.

Subjectief recht ( recht van een individu )
Een subjectief recht is een recht dat een individu in een specifiek geval bezit. Het is ook wel recht van
partijen die betrokken zijn bij een bepaalde overeenkomst. De individu wordt ook wel een natuurlijk
persoon genoemd.

Rechtspersoon
Een rechtspersoon is een ondernemingsvorm die zelfstandig aan het maatschappelijk verkeer
deelneemt. De belangrijkste voorbeelden zijn wel de NV en de BV.

Rechtssubjecten
Natuurlijke personen en rechtspersonen gezamenlijk worden rechtssubjecten genoemd.

Privaatrecht
Tot het privaatrecht worden gerekend het burgerlijk recht, ( zowel het personen- en familierecht als
het vermogensrecht ) het burgerlijk procesrecht en het ondernemingsrecht.

5

,Publiekrecht
Het publiekrecht omvat het staatsrecht, het bestuursrecht en het strafrecht.

Nationaal-, internationaal- en het Europees recht
Tot de bovengenoemde rechten behoren verdragen als het Verdrag van de Europese Unie (VEU) en
het Europees Sociaal Handvest (ESH). Uit deze opsomming kan worden opgemaakt dat het
privaatrecht betrekking heeft op het recht dat geldt tussen de burgers onderling.

Overheid als burger
De overheid kan als burger optreden. ( kijk hierbij naar het bovengenoemde begrip ) Zo kan een
willekeurige burger besluiten een auto te kopen, ook een gemeente kan daartoe overgaan omdat
bijvoorbeeld een extra auto nodig is voor de reinigingsdienst.




6

,Hs. 2 Verbintenissenrecht – de overeenkomst

Partijen
Desbetreffende mensen die met het recht te maken hebben, worden partijen genoemd.

Overeenkomst
Een overeenkomst is een afspraak tussen twee of meer partijen ( personen ) die juridisch relevant
zijn. Als uit een overeenkomst rechten en plichten voortvloeien, nomen we dat verbintenissen. Een
overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.

Verbintenis
Uit een verbintenis ontstaan een recht en een plicht.

Obligatoire overeenkomst
Een overeenkomst die door twee partijen is gesloten met het doel dat daaruit rechten en plichten
voortvloeien, noemen wij een obligatoire of verbintenisscheppende overeenkomst. Er wordt een
afspraak gemaakt die dan moet worden nagekomen. ( bijv. koopovereenkomst )

Wederkerige overeenkomst
Een overeenkomst die meebrengt dat beide partijen tenminste zowel een recht verkrijgen als een
plicht op zich nemen. Naast een koopovereenkomst zijn bijvoorbeeld ook de huurovereenkomst en
de overeenkomst van geldleen wederkerige overeenkomsten.

Eenzijdige obligatoire overeenkomst
Eenzijdige overeenkomsten zijn afspraken waaruit slechts één verbintenis voortvloeit. Voorbeeld;
stel een oma geeft waardevolle oude munten aan mij, dan is dat een schenkingsovereenkomst die
eenzijdig is.

Bod intrekken
Een aanbieder kan zijn bod intrekken, maar er zijn twee voorwaarden. Ten eerste mag het bod nog
niet aanvaard zijn. Ten tweede mag de aanbieder zijn bod niet onherroepelijk hebben gemaakt.
(termijn stellen waar binnen de aanvaarding moet plaatsvinden)

Uitnodiging aanbod
Er ontstaat geen overeenkomst als er geen aanbod, maar slechts een uitnodiging tot het doen van
een aanbod wordt gedaan. Uit advertenties blijkt dit onder meer uit de opmerking ‘prijs n.o.t.k.’
(nader overeen te komen).

Wilsverklaringen
Met wilsverklaring of verklaring van de wil wordt het kenbaar maken van de wil aangeduid.

Wilsdefect
Bij een wilsdefect wordt gesteld: wat ik verklaard heb, wilde ik eigenlijk niet; daarom kan er, hoewel
jij, wederpartij, dat misschien dacht, ook geen overeenkomst zijn ontstaan. (per ongeluk €250,-
overmaken aan de hartstichting i.p.v. €25,-)

Discrepantie tussen wil en verklaring
Een discrepantie is een situatie dat twee dingen niet met elkaar overeenstemmen. Dit houdt dus in
dat tussen wil en verklaring twee of meer dingen niet met elkaar overeenstemmen.




7

, Wilsgebrek
Bij een wilsgebrek betoogt een partij dat de verklaring wel strookte met de wil, maar dat de wil op
een gebrekkige wijze tot stand is gekomen. Wilsgebreken vallen uiteen in vier categorieën;
- Dwaling
- Bedrog
- Bedreiging
- Misbruik van omstandigheden

Dwaling doet zich voor wanneer iemand een overeenkomst heeft gesloten terwijl hij, als hij van de
werkelijke situatie op de hoogte was geweest, die overeenkomst zeker niet had gesloten. We zeggen
in dit verband; de betreffende persoon moet hebben gedwaald over de zelfstandigheid van de zaak.

Van bedrog is sprake als iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling
beweegt door opzettelijk onjuiste mededelingen te doen of door daarvan juist opzettelijk af te zien.
Bedrog wordt ook wel gekwalificeerde dwaling genoemd. Het voordeel van bedrog boven dwaling is
dat je – als bedrog kan worden aangetoond – ook altijd de schade vergoed krijgt die is geleden.

Van bedreiging is sprake als iemand met ongewone pressiemiddelen een ander beweegt tot het
aangaan van een rechtshandeling.

Misbruik van omstandigheden doet zich voor als iemand behendig gebruikmaakt van een bijzondere
situatie waarin een ander verkeert, bijvoorbeeld een abnormale geestestoestand als gevolg van het
overlijden van een familielid.

De overeenkomst, tot stand gekomen als gevolg van een wilsgebrek, is vernietigbaar. Dit houdt in dat
de overeenkomst in stand blijft tot het moment waarop de betrokkene zich op het wilsgebrek
beroept. Gebeurt dit terecht, dan betekent dit dat de overeenkomst vanaf dat moment niet meer
bestaat en dat alle verrichte handelingen moeten worden teruggedraaid. Juridisch heet dat; de
verbintenissen worden ongedaan gemaakt.
- Situatie; wilsdefect, wilsgebrek, handelingsonbekwaam
- Overeenkomst bezit rechtskracht totdat een beroep op vernietigbaarheid wordt gedaan

Nietig
Nietigheid houdt in dat de overenkomst geacht wordt nooit te hebben bestaan. De overeenkomst die
ik met een huurmoordenaar sluit om mijn concurrent te doden, is nietig wegens strijd met de goede
zeden en de openbare orde. Ik kan daarom niet met succes nar de rechter gaan om nakoming van
deze gemaakte afspraak (verbintenis) te vorderen. De overeenkomst heeft gewoon niet bestaan.

Vernietigbare overeenkomst
Een vernietigbare overeenkomst is een overeenkomst die rechtskracht bezit tot het moment waarop
deze door de partij die wordt beschermd, vernietigd wordt. Gebeurt dit niet, dan blijft de
overeenkomst gewoon bestaan.

Handelingsbekwaamheid
Elk persoon is handelingsbekwaam, voor zover de wet niet anders bepaalt. Handelingsbekwaamheid
houdt in dat de mogelijkheid om onaantastbare rechtshandelingen te verrichten.




8

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leoniedejong. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.76  13x  sold
  • (4)
Add to cart
Added