100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting gespreksmodellen - 2de bachelor orthopedagogie $7.51
Add to cart

Summary

Samenvatting gespreksmodellen - 2de bachelor orthopedagogie

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting gebaseerd op de lessen en de panopto's (in elke les aanwezig geweest + elke panopto zelf bekeken) + op het einde van een sv een stappenplan van de verschillende gesprekken - met deze samenvatting van de eerste keer geslaagd.

Preview 10 out of 40  pages

  • August 21, 2023
  • 40
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Gespreksmodellen
Gespreksmodellen..................................................................................................1
Gesprek 1: Intakegesprek.......................................................................................2
1. Omschrijving en doelstelling..............................................................................2
2. Inleefoefening.................................................................................................3
3. Verloop van een intakegesprek..........................................................................3
4. Aandachtspunten.............................................................................................7
5. Gesprekstechnische vaardigheden......................................................................8
6. Spanningsvelden.............................................................................................9
7. Oefeningen aan de hand van casussen...............................................................9
Gesprek 2: Slecht nieuws gesprek..........................................................................11
1. Omschrijving.................................................................................................11
2. Voorwaarden.................................................................................................11
3. Mogelijke verschillen......................................................................................12
4. Knelpunten....................................................................................................12
5. Verloop van je gesprek...................................................................................13
6. Oefeningen aan de hand van casussen..............................................................14
Gesprek 3: Bemiddelingsgesprek............................................................................15
1. Inleiding.......................................................................................................15
2. Functie van een bemiddelaar...........................................................................15
3. Stappen........................................................................................................16
4. Gespreksvaardigheden....................................................................................18
5. Oefenen aan de hand van een casus.................................................................18
Gespreksmodellen................................................................................................21
Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden.............................................................................21
1. Systeemtheoretische driehoek.........................................................................21
2. Algemene pijlers van de communicatie.............................................................23
3. Communicatieverschillen.................................................................................24
4. Structuur van een gesprek..............................................................................24
5. Non-verbaal gedrag........................................................................................25
6. Ruimte benutten............................................................................................25
7. Basis gespreksvaardigheden............................................................................26
Hoofdstuk 2: Methodische interventies....................................................................31
1. Inleiding.......................................................................................................31
2. Methodische interventies.................................................................................32
Hoofdstuk 3: Weerstand........................................................................................36


1

, 1. Weerstand.....................................................................................................36
INTAKE...............................................................................................................38
SLECHT NIEUWS..................................................................................................39
BEMIDDELING......................................................................................................39




DEEL 1: SOORTEN GESPREKKEN


Gesprek 1: Intakegesprek
1. Omschrijving en doelstelling
Bij een intake voert de hulpverlener een gesprek met een cliënt(systeem) met focus op
het verzamelen van informatie zodat voldoende inzicht wordt verworven over de
voorgelegde ondersteuningsvraag en de hulpverlener kan nagaan of hij hiervoor de
geschikte partner is
 Een intake heeft de bedoeling om informatie te verzamelen bij je cliënt en zijn
netwerk, waardoor je voldoende inzicht krijgt in die ondersteuningsvraag en van
daaruit kan gaan nadenken of dat jij een geschikte partner kan zijn in de
ondersteuningsvraag die gesteld wordt

Het is heel belangrijk dat je gaat nagaan of jij effectief deel kan zijn van de
hulpverleningsvraag die gesteld wordt. Soms kan het zo zijn dat iemand een vraag heeft
waarvan je uiteindelijk moet besluiten dat jij niet de goede persoon bent om dat traject
met die persoon op te starten en dan zal je deze persoon moeten doorverwijzen.

Essentie bij een intake: zoveel mogelijk informatie/gegevens verzamelen zodanig dat je
goed inzicht krijgt in welke vraag er speelt bij de cliënt en op die manier kan bepalen of
jij de geschikte partner bent in dat traject.

Kenmerken van een intakegesprek:
- Situeert zich bij het begin van het hulpverleningsproces
- Impliceert het aanreiken van informatie over de wijze waarop de hulpverlening
verloopt in de setting waar is aangemeld
- Primair gericht op informatieverzameling
- Doel is inzicht verwerven in de hulpvraag




2

, 2. Inleefoefening
‘Jos en Arlette hebben een zoon met een verstandelijke beperking. Koen is 38 jaar en
staat al jaren op de wachtlijst voor een plaats in een voorziening dichtbij. De laatste tijd
wordt het voor de ouders wat zwaar en ze vragen zich af wie er voor hun zoon zal zorgen
wanneer ze dat zelf niet meer kunnen. Op een dag worden ze door de sociaal werker van
de voorziening gecontacteerd. Naar aanleiding van een overlijden komt er volgende week
een plaats vrij.’
 Koen kan ongerust zijn dat hij niet meer thuis zal wonen, maar Koen kan het ook
wel heel prettig en spannend vinden bij het idee dat hij op een eigen plekje zal
wonen
 Langs de ene kant zullen de ouders blij zijn dat er eindelijk een plekje voor Koen
is, langs de andere zullen ze misschien ook van mening zijn dat zij de beste
personen zijn om te weten wat Koen nodig heeft en zullen zij dus ongerust zijn of
dat jij als hulpverlener die rol gaat kunnen opnemen

‘Els en Toon zijn op weg naar het COS (centrum voor ontwikkelingsstoornissen). Het was
de juf die hen had aangeraden contact op te nemen met dit centrum omwille van het wat
vreemde gedrag van hun enige zoontje Cas (4 jaar).
Cas speelt niet met andere kinderen en praat nog niet zo vlot als de andere kindjes uit
zijn klas. Het is waar dat hij af en toe eens rare grimassen trekt en met zijn handjes
fladdert, maar tot voor kort hadden Els en Toon daar geen kwaad in gezien. Nadat de juf
het erover had op een oudercontact, hebben de ouders de koe bij de horens gevat en
gebeld voor een afspraak.’
 Kan zijn dat Els en Toon ergens een beetje boos zijn op de juf omdat de juf iets
ziet dat zij niet zien en dat de juf hen ongerust maakt voor niets
 Els en Toon kunnen ook eerder dankbaar zijn naar de juf, aangezien zij de
alertheid heeft om bepaalde zaken op te merken en er op die manier voor zorgt
dat ze heel snel kunnen ‘ingrijpen’
 Els en Toon zullen sowieso wel een beetje ongerust zijn, want stel dat Cas
inderdaad anders is dan de andere kinderen, dan komt er een rollercoaster van
emoties op je af

‘An meldt zich bij de receptie van een MFC. Haar veertienjarige zoon, Felix, is er ook bij.
Sinds haar scheiding staat An er alleen voor en de opvoeding van haar drie kinderen
groeit haar boven het hoofd. Felix is al maanden aan het spijbelen, pikt af en toe geld uit
haar portemonnee en aanvaardt geen gezag meer. Als hij op zijn gedrag wordt
aangesproken, heeft hij zware woedebuien. Zijn zusjes zijn bang. Wanneer An hulp wil
zoeken interpreteert Felix dit als ’hem wegsteken in een voorziening’. Hij dreigt ermee
om bij zijn papa te gaan wonen. An is ten einde raad.’
 BELANGRIJK: Felix is erbij op het moment van de intake = heel positief  als
hulpverlener dus heel warm en zacht zijn naar Felix toe en hem ook te bedanken
voor het feit dat hij meegekomen is aangezien dit een heel moeilijke stap voor
hem moet geweest zijn


3. Verloop van een intakegesprek
1) Begroetingsstadium
2) Sociale stadium
3) Voorstelling van de hulpverleningsorganisatie en toelichting van het doel van het
gesprek

3

,4) Informatieverzameling met betrekking tot de ondersteuningsvraag
5) Afsluiten
6) Doorverwijzen (indien nodig)


3.1 Begroetingsstadium
- Begroet alle aanwezigen, ook kinderen
o Bij hele kleine kindjes echt op je hurkje gaan zitten zodat je goed
oogcontact kan maken
o Ook een tiener die een houding heeft van ‘laat mij gerust’ meenemen in je
begroeting
- Geef een hand en stel jezelf en andere hulpverleners voor
- Vraag de namen
- Nodig de leden van het cliëntsysteem uit om te gaan zitten
o Op dit moment mag je jezelf nog eens voorstellen en dan ook bijv. jouw
functie binnen de voorziening
- Vraag/check (indien nodig) algemene identificatiegegevens
o Al een aantal gegevens zullen binnengekomen zijn via de telefoon of online
dus dit ga je vlug even checken en eventueel dingen toevoegen
 Professionele (= formele) setting


3.2 Sociale stadium
- Breek het ijs
o Beetje aan small talk doen, bijv. ‘heb je het gemakkelijk gevonden?; niet
te veel file gehad?’
- (Maak contact met elke aanwezige door algemene info te bevragen)
o Bijv. aan de mama/papa vragen wat ze van beroep doen, aan het kind die
erbij is vragen waar die naar school gaat
- Geef aandacht aan de minst gemotiveerde(n)
o Kan zijn dat de minst gemotiveerde persoon een kind is waar het omgaat
(voorbeeld van Felix), maar het kan ook zijn dat de minst gemotiveerde
persoon diegene is die de langste geschiedenis met de cliënt heeft
- Ga nog niet in op het probleem
o Als ze hier zelf over beginnen, zeggen dat je hier straks verder gaat op
ingaan
- Observeer…
o Wie is waar gaan zitten?; zit er een kindje ergens op de schoot?; wie
neemt het eerste woord?; wie toont zich betrokken?
o Kijken is ook een manier van informatie verzamelen


3.3 Voorstelling hulporganisatie en toelichting doel van het
gesprek
- Leg kort de werking van je organisatie uit
o Je functie/rol nog eens zeggen en waar de organisatie voor staat, welke
hulpverlening de organisatie aanbiedt
- Geeft de structuur van het gesprek aan
- Peil naar verwachtingen van cliënt met betrekking tot het gesprek
o Kan zijn dat iemand hier weer heel erg zal willen inzoomen op het
probleem, terug aangeven dat je daar straks uitgebreid gaat op ingaan


4

, 3.4 Informatieverzameling
- Ga de visie op de ondersteuningsvraag na
o Wat is de ondersteuningsvraag en wat is hun visie daarop
- Start (indien mogelijk) bij de minst betrokkene/minst gemotiveerde als dit de
cliënt is
o Als het niet de cliënt zelf is die de minst betrokkene is, start dan eerst bij
de cliënt
- Creëer voldoende evenwicht tussen de partijen
o Laat iedereen aan het woord komen, zorgen dat je 1 iemand niet heel veel
en lang aan het woord laat en de ander maar heel kort

Probleemanalyse:
- Ernst, historiciteit, situationele context
o Ernst: ‘hoe ernstig ervaar je het probleem dat zich stelt?’
o Historiciteit verwijst naar hoelang het probleem zich al stelt  geeft een
inzicht in de oplossingsvaardigheden van het gezin
o Situationele context: ‘is dat probleem dat zich stelt enkel iets dat zich in
het gezin voordoet of is het ook iets dat zich voordoet als het kind bijv. op
school is?’

- Locatie, oorzaken, emotionele betrokkenheid
o Locatie: ‘waar doet het zich voor’
o Wat zijn mogelijke oorzaken?; heeft er een bepaalde situatie zich voor
gedaan waardoor dat gedrag gestart is?
o Emotionele betrokkenheid: ‘hoe ziet jouw dag eruit?; wie brengt jullie naar
school?; ontbijten jullie allemaal samen of niet?’
- Gezinssysteem: persoonskenmerken, subsysteemkenmerken, gezinskenmerken,
contextkenmerken
o Welke persoonskenmerken heeft elk individu
o Subsysteemkenmerken: hoe zijn uiteindelijk die verhoudingen tussen elk
gezinslid?; hoe zijn de relaties onderling in dat gezin?
o Gezinskenmerken: bijv. een los zand of kluwen gezin
o Contextkenmerken: hoe zit de context van dit gezin?; hoe zit het op
school, op het werk?
- Analyse van het opvoeden: visie, inzicht in ontwikkeling,
opvoedingsbetrokkenheid, opvoedingsbeschikbaarheid, hanteren van situaties
o Visie: wat is de visie op opvoeden?  kan heel veel verschillen, sommige
zijn meer gesloten, sommige zijn zeer toekomstgericht, anderen blijven in
het hier en nu
o Inzicht in de ontwikkeling: zinvol om te gaan checken of de mama en papa
ten aanzien van hun kindje een beetje weten wat bepaalde
ontwikkelingsfasen zijn dat een kindje moet doorlopen
o Opvoedingsbetrokkenheid (is sterk verwant aan emotionele
betrokkenheid): hoe sterk ben je geëngageerd naar de opvoeding van je
kind?
o Opvoedingsbeschikbaarheid: hoeveel keer zijn mama en papa thuis?; als
ze nooit thuis zijn in de week, wordt er dan in het weekend aan quality-


5

, time gedaan?; bijv. kind dat belt dat die ziek is, als ouder dan vroeger
naar huis komt toont dat die opvoedingsbeschikbaarheid
o Hanteren van situaties: bevragen hoe ze met bepaalde dingen zijn
omgegaan
- Probleemsituaties: signalen, uitlokkende factoren, inzicht, beleving, reactie kind
o Signalen: wat zijn signalen die worden opgevangen in dat gezin of bij de
partner
o Uitlokkende factoren: wat zijn dingen die het gedrag uitlokken?
o Inzicht, beleving en reactie van het kind: gaat erover dat je sensitief bent
over wat zich afspeelt bij je kind of bij je partner en dat je hier inzicht in
hebt in die beleving/reacties, waarom die zo reageert

 What, who, where, when, how, why?

- Hulpverleningsgeschiedenis
o Hebben ze al hulpverlening gehad?; hebben ze al eens op iemand beroep
gedaan voor hulp?

- Doelstellingen met betrekking tot de ondersteuningsvraag
o Gaan uitzoeken wat ze zouden willen bereiken
- Ondersteunende factoren
o Wie is er in dat netwerk nog beschikbaar, actief om dit gezin te
ondersteunen
 Bijv. problemen met mama en papa maar nog zeer goed terecht
kunnen bij de oma
- Wensen, doelstellingen, verwachtingen
o Zeer interessant om te weten hoe de persoon er zelf naar kijkt


3.5 Afsluiten
- Samenvatting van gesprek
o Hoofdlijnen nog eens herhalen
- Werkingsafspraken
o Bijv. zeggen van ‘ik ben heel blij dat we dit gesprek gehad hebben, ik heb
veel informatie van jullie gekregen; volgende week hebben we
teamvergadering en na die vergadering zal ik je bellen om te zien of wij
jou kunnen ondersteunen in de hulpvraag die je stelt’
- Ruimte voor vragen van de cliënt
- Evaluatie gesprek (eventueel)
o Vragen hoe ze het gesprek ervaren hebben
o Zeer zinvol bij jonge mensen die in de knoei zitten toch hun best doen en
de inspanning leveren om te komen


3.6 Doorverwijzen
Kan onaangenaam zijn aangezien de cliënt al een heel traject afgelegd heeft voor die bij
jou komt. Op het moment dat jij zegt dat je geen geschikte partner bent, is dit delicaat
aangezien dit kan aanvoelen als een afwijzing of als ‘weer een verloren inspanning die ik
lever die niet werkt’.




6

, - Oog voor belevingsaspect, kortom met zorg
o Weten dat het niet prettig is voor de persoon om doorverwezen te worden
- In dialoog en met duidelijke afspraken
o Bijv. ‘ik weet dat dit gesprek je al veel energie gekost heeft, wil ik anders
voor jou organisatie X contacteren en jou verhaal in het kort samenvatten
voor hen’  persoon ontlasten om weer die energie te vinden
o Afspraken maken rond welke organisaties je mag contacteren, binnen
welke kilometerstraal,…

 Een degelijk uitgewerkt systeem is noodzaak


4. Aandachtspunten
4.1 Algemene aandachtspunten
- Het volledige systeem moet aanwezig zijn
- Laat elkeen aan het woord, zonder meteen terug te grijpen naar iemand eerder in
de rij
- Indien iemand onderbreekt, geef aan dat je hem/haar nog aan het woord zal laten
- Neem voldoende tijd  go slowly
- Geef geen advies of oplossing!
o Intakegesprek heeft niet als doel een oplossing te brengen


4.2 Kijken is ook luisteren
Presentatie van het cliëntsysteem:
- Algemeen uiterlijk voorkomen
o Even kijken hoe iemand eruit ziet, stel dat je een kindje ziet binnenkomen
op sandalen in november wanneer het 10 graden is, dan kan dit bijv.
aangeven dat ze het thuis financieel niet breed hebben, maar dat kan ook
zijn dat diegene die de opvoeding op zich neemt, daar op deze moment de
alertheid niet voor heeft
- Bewegingsstijl
o Hoe bewegen ze zich, heeft iemand een heel gelsloten houding, zit er daar
iemand heel ontspannen
- Spraak en taal
o Bijv. een kindje die heel specifieke volwassen woorden gebruikt of woorden
waarvan je eigenlijk wel weet dat dat niet hoort bij die
leeftijdscategorie/ontwikkelingsfase  besluiten dat het kind onderhevig is
aan een situatie dat niet voor hem bestemd is
- Interactie en communicatie in het cliëntsysteem; let dus ook op het non-verbaal
gedrag bij de andere leden wanneer iemand aan het woord is
o Hoe reageren de gezinsleden op wat zij tegen jou en elkaar vertellen?; als
papa zegt van ‘ja ik zou graag hebben dat hij verder studeert en hij ziet
dat niet zitten, hij is alles aan het verknoeien’, als je dan de moeder met
haar ogen ziet draaien weet je al dat ze hierin een verschillend standpunt
hebben en dat je hierin ook moet gaan inzoomen door bijv. ‘mevrouw, kan
het zijn dat jij hier anders over denkt?’
o Non-verbaal, maar ook verbaal: wie komt er het meeste aan het woord?;
wie pakt altijd de leiding in het gesprek?; krijgt de ander de kans om iets


7

, te zeggen?; krijgt het kind de kans om iets te zeggen of spreekt/antwoord
de mama of papa altijd voor het kind?


4.3 Aandachtspunten bij het betrekken van kinderen
- Leg het doel uit van het gesprek
o Formuleer dit op zo’n manier dat het kind ook alles begrijpt
- Positioneer jezelf op dezelfde ooghoogte
- Opgelet met gesloten of suggestieve vragen: ga niet invullen
o Kindjes kunnen soms geneigd zijn niets meer te zeggen dan ja en nee of
bevestigen wat jij suggereert
o Risico dat je het antwoord krijgt dat je verwacht en op deze manier niet de
informatie krijgt die je nodig hebt
o Ook niet enkel op vragen want dit kan soms te moeilijk zijn
o Soms is het interessant om een gesloten vraag verschillende keren op een
andere manier te stellen zodanig dat je weet dat het kind consequent
antwoord op je vragen
- Belang van aangename sfeer
o Warme, betrokken sfeer proberen creëren
o Creëer je ook op non-verbale manier: oogcontact, open houding

 Dezelfde gesprekstechnieken: actief luisteren!
- Werk met voorbeelden
- Dring niet aan als het kind afhaakt, niet doorvragen
o Als je voelt dat een kind op bepaalde vragen niet wil antwoorden,
respecteer dit dan
- Laat het kind stoom aflaten na (een deel van) het gesprek
o Zeggen dat het kind eens mag gaan spelen
- Geef aan dat het onderwerp niet veroordeeld wordt
o Als je het ergens niet mee ‘eens’ bent, dit niet uitspreken
o Zit soms in de toon die je aanneemt of heel kleine woordjes zoals ‘maar’
- Complimenteer of bedank achteraf
o Bijv. ‘ik vind dat fantastisch dat jullie de kracht gevonden hebben om hier
naartoe te komen’
- Vraag wat het kind van het gesprek vond


5. Gesprekstechnische vaardigheden
- Basishouding verzorgen
o Open houding aannemen
- Parafraseren en gevoelsreflectie
- Attenderen
o Met kleine details tonen dat je aan het luisteren bent, ‘uhu’ of knikken
- Stiltes inbrengen
o Af en toe eens stil zijn, een keer iets opschrijven
- Anekdotisch vertellen/filmisch rapporteren
o Een keer aan iemand vragen hoe hun dag verloopt, hoe het ochtendritueel
verloopt vanaf ze opstaan tot ze op school/werk zijn
- Verzamelen van ‘critical incidents’



8

, o Bijv. vragen ‘wat is er dan op een bepaald moment gebeurd waardoor de
situatie ontstaan is?’
- Confronteren
o Alleen maar doen als er voldoende vertrouwen is, dus wanneer je al een
lang traject loopt met een cliënt


6. Spanningsvelden
- Participatie van de cliënt en die van de hulpverlener
o Bewust van jezelf zijn dat je misschien niet op je best bent tijdens een
bepaald gesprek door eigen problemen, weinig slaap
o Wat doen om te zorgen dat iedereen volwaardig participeert
- Structuur en flexibiliteit
o Gebruiken van een stappenplan, maar als je een bepaalde stap eens hebt
overgeslagen niet beginnen panikeren, je kan er nog naar terugkeren
- Een integrale/grondige benadering van de ondersteuningsvraag en het respect
voor de privacy van de cliënt
o De bedoeling is zoveel mogelijk informatie verzamelen zodanig dat je kan
inschatten wat de hulpverleningsvraag is, maar soms kan het zijn dat
bepaalde mensen jou een aantal dingen vertellen waarvan je toch vindt dat
ze een beetje te privé zijn en niet relevant is voor jou  met een
strategische vraag een nieuwe weg proberen inslaan zodanig dat je van
dat onderwerp weggaat
- Afstand en nabijheid
o Professionele context
o Wil niet zeggen dat je eens geen arm rond iemand mag slaan wanneer je
bijv. een slecht nieuws gesprek voert, je mag tonen dat iets je raakt maar
je moet nog steeds een steunfiguur blijven van de ouders


7. Oefeningen aan de hand van casussen
- Meerdere gezinsleden
- 1 hulpverlener
- 1 observator (+ coachfunctie)
- 5 minuten voorbereiding
- Gezinsleden verdelen de rollen en brengen de casus via rollenspel
- Hulpverlener bereidt het gesprek voor, samen met de observator/coach
- Observator neemt checklist om medestudenten te observeren en achteraf gericht
feedback te geven

Casus Julie (16 jaar)
 Aanwezig op intake: Julie, mama, papa
 Probleem bij Julie: weglopen thuis, spijbelen op school (4 e jaar ASO, richting
Economie-Moderne Talen)
 Papa is werkzaam in de psychiatrische hulpverlening
 Mama heeft een eigen kledingzaak
 Papa kiest voor betrokken en zachtaardig opvoeden
 Mama vindt dat die stijl van opvoeden niet werkt voor Julie
 De problemen zijn begonnen wanneer Julie 13 jaar was; het meisje begon toen
veel op te trekken met een jongen uit de buurt van de school; mama omschrijft

9

, de jongen als een slechte invloed op haar dochter, maar papa vindt hem best wel
‘ een ok gast’; n ze in het hoger secundair zit, lukt het niet meer om met het
weinige studeerwerk goede punten te halen
 Het gezin heeft al contact opgenomen met het JAC, maar dat is op niets
uitgedraaid. Julie ziet het probleem niet

Casus Bart (15 jaar)
 Bart zit in het derde jaar TSO, richting Industriële Wetenschappen; hij heeft een
zus, Emelie, 9 jaar
 Vader kampt met een problematisch gebruik van middelen; hij heeft regelmatig
teveel gedronken en kan er dan moeilijk zijn voor de kinderen; moeder is als
leidinggevende werkzaam in een internationaal chemiebedrijf, bijgevolg vaak weg
van huis; grootmoeder woont in en heeft een goede band met haar dochter en
kleinkinderen; haar schoonzoon doet niet genoeg zijn best om te veranderen,
vindt ze
 Bijna elke avond trekt Bart er op uit, hij doet aan bingedrinking en de intoxicatie
ontaardt regelmatig in vechtpartijen; als hij thuis komt, kan hij niets meer doen
voor school; het is een wonder dat hij ‘s morgens nog op tijd in de les geraakt; bij
het vinden van gekleurde snoepjes vermoeden zijn ouders bijkomend
druggebruik. Dat is voor de moeder erg verontrustend
 Het gezin zocht hulp bij het CLB, maar de onervarenheid van de psychologe heeft
volgens mama niet veel opgebracht
 Aanmelding bij het MFC: Bart, moeder, vader en grootmoeder zijn op de intake;
‘Bart moet hulp zoeken, het is niet meer te doen’, aldus mama

Casus Femke (17 jaar)
 Vanuit jeugdpsychiatrie komt de vraag naar contextbegeleiding in functie van
autonoom wonen; problematiek: hoogbegaafdheid, eetstoornis, Femke vervalt
telkens in extremen; Femke fungeert als steunfiguur voor haar vriendinnen in de
hulpverlening
 Contextbegeleider doet de intake: Femke, ouders en broer zijn aanwezig
 Beide ouders zijn hoogbegaafd, broer (15j) is artistiek aangelegd en heeft een
goede band met zus; Femke heeft een relatie met een man van 28j, de jongeman
werkt in vastgoed.
 Femke komt zeer volwassen over, maar ziet het niet meer zitten om naar een
gewone school te gaan; ze wil haar diploma ‘secundair onderwijs’ halen via de
examencommissie
 In het ziekenhuis volgt Femke een alternatieve dagbesteding: ‘s ochtends sluit ze
aan bij de lessen fysica en wiskunde en mag ze bijkomende oefeningen maken, ‘s
namiddags is Femke actief in de Oxfamwinkel op het gelijkvloers




10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Car2507. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53920 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.51
  • (0)
Add to cart
Added