100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting levenslang leren en gelijke kansen (boek + ppt + samenvatting verplichte teksten en filmpjes) $8.04   Add to cart

Summary

Samenvatting levenslang leren en gelijke kansen (boek + ppt + samenvatting verplichte teksten en filmpjes)

 27 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document bevat een samenvatting van het boek, van de powerpoint alsook van de verplichte teksten en filmpjes die je zelfstandig moet behandelen.

Preview 5 out of 69  pages

  • Yes
  • August 21, 2023
  • 69
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
LEVENSLANG LEREN EN GELIJKE KANSEN

LES 1

 Gelijke behandeling = als je in het onderwijs zit, wordt elke lln gelijk behandeld? Ook op structureel niveau.
 Gelijke uitkomsten = geraakt iedereen op het einde waar die moet geraken?

Internationale organisaties focussen meer en meer op levenslang leren. De enige competentie die helpt om te overleven is om
nieuwe dingen te leren en oude zaken misschien te vergeten.

 Kritisch leren nadenken => moeilijk om te weten welke informatie juist is en welke niet dus hier goed over nadenken.
Out of the box denken.
 Karaktereigenschappen om te ontwikkelen als eeuwige student = Snel kunnen aanpassen, ...

WAAROM DE FOCUS OP ONDERWIJSKANSEN?

=> onderwijs is één van de belangrijkste dingen in een samenleving. Het
heeft een grote impact op de rest van het leven. Ongelijkheid in kansen
begint al zeer jong. In de overgang van kleuter naar lager, kun je de kansen
van een kind al aanzienlijk beperken. Zoals angst en depressieve stoornissen.

 Mensen die kort geschoold zijn, hebben aanzienlijk vaker last dan iemand die hoger onderwijs heeft gevolgd.

Discussiepunt over pensioen uitbetaling => mensen leven langer, meer mensen werken,…

 Onderwijs speelt ook een rol bij echtscheidingen
 De hoogopgeleide scheidde vaker. Nu is die Trent omgedraaid. Mensen die lager opgeleid zijn scheiden sneller.

WAAROM FOCUS OP ETNISCH-CULTURELE DIVERSITEIT?

Etnische diversiteit = vooral mensen die elkaar niet
kennen of nauwelijks kennen

 Diversiteit is een trigger van creativiteit en
innovatie
o Belgische namen die internationaal
zijn, zijn grotendeels gekleurd.
 De kansen van etnische diversiteit zien we
amper, wat we wel zien zijn de grote
problemen en gemiste kansen.
 Gezien steeds diverser wordende bevolking
zal de toekomst van Vlaanderen sterk
afhangen van hoe we zullen omgaan met de
realiteit van de steeds meer gekleurde
klasfoto’s.

Diversiteit gaat blijven stijgen ook buiten de steden.
Meer en meer scholen in de rand van de grote steden.

 Het brengt veel angst met zich mee want onderwijs is niet voorbereid op die diversiteit. Het is eerder een verrijking.
 Welke teams zijn creatief? Dat zijn vaak zeer diverse teams met een verschillende achtergrond.
 Out of the box denken gebeurd als je geconfronteerd wordt met een andere manier van denken.

Slaagkansen op een KOALA test waren zeer laag (afnemen in 3de kleuterklas) conclusie was: we moeten die ouders die thuis
geen Nederlands spreken het geld en kindergeld afnemen om te ze motiveren om Nederlands te leren.


1

,  Publiek debat heeft hier dus impact op.

Discriminatie begint al in de peutertijd (2,5 jaar). Ouders met een buitenlandse naam worden minder snel uitgenodigd.

We hebben een goed onderwijs maar we doen het slechter dan de VS als het gaat over sociale ongelijkheid.

 Etnische diversiteit in het onderwijs moet niet noodzakelijk in problemen resulteren.
 Er is voldoende wetenschappelijke evidentie en er zijn voorbeelden van scholen die tonen dat etnische diversiteit kan
samengaan met een kwaliteitsvol onderwijs.

INITIATIEVEN:

 Bachelor-en masteropleidingen blijken niet voldoende voor te bereiden op een etnisch diverse samenleving.
 Slechts 17% van de afgestudeerde leraren voelt zich klaar om les te geven in gecultiveerde klassen.
o De bestaande studieboeken en cursussen die de toekomstige generaties moeten voorbereiden, zitten vol met
achterhaalde en zelfs foute ideeën.
o Bv. Zwarte scholen zouden minder goed zijn, jonge kinderen zoude niet discrimineren, racisme zou te maken
hebben met slechte bedoelingen,…
o Deze stellingen zijn fout maar vormen wel een probleem
o Een dringende update van onze basiskennis is dus nodig.

Het rad van ongelijkheid = ongelijkheid, segregatie, stereotypen, vooroordelen, lage verwachtingen, discriminatie en racisme.

DEEL 1: BEGRIPPENKADER

TWEE GEKLEURDE KLASFOTO’S OP P17

 In geen van beide klassen zien we meisjes
 Tot in de jaren 1990 waren aparte scholen voor jongens en meisjes de norm.
 Ook de etnische samenstelling in beide klassen is opmerkelijk
o 2A = Vlaamse schoolklas
 Meerderheid van autochtone leerlingen
 Het zijn kinderen van de lokale middenklassen
 Leerkracht die al vele jaren les geeft
 De meeste leerlingen waren katholiek
o 2B = 6 jongens van Turkse origine
 Alle 6 in België geboren, ze spreken allemaal Nederlands, bijna allemaal naar dezelfde kleuterschool
geweest.
 Het zijn kinderen die uit een gezin waar armoede, precaire jobs en werkloosheid dagelijkse realiteit
zijn.
 Leerkracht die pas haar 1ste jaar lesgeeft
 De meeste leerlingen waren moslims
 Één persoon identificeert zich niet al een Turk, hoewel zijn ouders ook in Turkije zijn geboren
 Een andere jongen identificeert zich als Italiaan omdat hij één Italiaanse grootvader heeft
 Een persoon uit deze klas kan zich zowel 100% Turks voelen als 100% Belg voelen.
 Zien zichzelf als niet intelligent genoeg voor het ASO, laat staan de universiteit.
o Wat we weten is dat de meeste mensen, niet enkel autochtonen ouders, hun kinderen liever in klas 2A zien
dan in klas 2B.
o Het enige contact dat de twee klassen hebben met elkaar is als er op de speelplaats samen gevoetbald wordt.

Precaire jobs = een job die breekt met de 'standaardverwachting' die de meeste mensen hebben over 'een goede job': vast
contract, voltijds en voldoende betaald werk dat min of meer het klassieke dagritme van 9-5 volgt.
Wie precair tewerkgesteld is, scoort lager op het vlak van welzijn en gezondheid.

1) instabiliteit

2

, 2) lage verloning
3) onvoldoende sociale bescherming
4) flexibele en onvoorspelbare werktijden
5) gebrek aan groei- en leermogelijkheden
6) gebrek aan inspraak
7) ongelijke sociale relaties op het werk.

Voorbeelden: schoonmaaksector met dienstencheques, bouwsector,…

1.2 ETNICITEIT

= Maatschappelijke veronderstelde gemeenschappelijke afkomst van een groep van
mensen. Een etnische groep bestaat dus uit mensen van wie gedacht wordt dat ze een
specifieke gemeenschappelijke afkomst hebben.

 Etniciteit wordt vaak enkel gebruikt als het gaat over etnische minderheden,
mensen die niet tot de meerderheid behoren
o Dat is niet correct want ook de etnische meerderheid heeft een etniciteit.
o Kortom, iedereen heeft een etniciteit
 = Geen synoniem voor exotisch.
 Dispensatie van de etniciteit = de autochtone Belgen hebben een
gemeenschappelijke afkomst.
(= etnische meerderheid)
 Autochtonen = de inboorlingen van België, ze vormen de grootste etnische groep
o Etnische meerderheid
o De 2de grootste groep zijn de Nederlanders
 Allochtonen = het begrip kan moeilijk gedefinieerd worden. Het is verworden tot een mengelmoes van migratie-,
religieuze en raciale achtergronden.
o Etnische minderheden
 Labeling theorie = woorden kunnen een impact hebben.
 Etniciteit is multidimensionaal = ze kan verwijzen naar tal van eigenschappen van de afkomst van mensen.
=> nationale/regionale origine, moedertaal, religie en ras.

VERONDERSTELD:
=> Etniciteit is niet iets biologisch, het is geen essentialisme. Mensen veronderstellen dat het er is. Het is een sociale constructie
en wij mensen geven er onze betekenis aan.

 Extern = niet noodzakelijk wat je zelf denkt over je eigen afkomst. Het is geen inherente eigenschap. Het gebeurt extern
aan een individu, we geven mensen vaak een bepaalde etniciteit en dat komt soms niet overeen met hoe die persoon
zichzelf zo ziet.
o being ethic = hoe je jezelf categoriseert.
o feeling ethic = hoe je je emotioneel gebonden voelt met een bepaalde groep. Maar niet hoe je jezelf
identificeert.
o doing ethic = hoe je handelt in je gedrag.
 Deze moeten niet met elkaar overeen komen.

Etnische grenzen = de grens die mensen trekken met hen en zichzelf en die grenzen kunnen verschuiven en zijn ook flexibel.
Etniciteit is iets wat we altijd doen. Het is iets dat niet vaststaat.

Het verhaal van Vlaanderen: toont verschillende meningen over ‘wat is Vlaanderen?’ het gaat over een bepaalde groep en die
worden voorgesteld als de voorouders van Vlaanderen terwijl ze verspreid waren over vele continenten dus er kan over
gediscussieerd worden.

Filmpje over Rwanda: men heeft hier een verschil sociaal geconstrueerd. Ethische grenzen. Op een identiteitskaart.


3

,1.2.1 GEMEENSCHAPPELIJK AFKOMST / NATIONALE OF REGIONALE ORIGINE INDICATOR ETNICITEIT

 Nationale/regionale origine wordt gelinkt aan de migratiegeschiedenis in EU. Wij zijn niet
gebouwd op immigratie. VS wel.
 De migratiegolven:
1) De migratiegolven naar west-EU tijdens 20ste E zijn belangrijk om de huidige
demografische kaart met andere etnisch-nationale groepen te begrijpen.
o Door ons tekort op de arbeidsmarkt deed ons land beroep op gastarbeiders
 Eerst kwamen ze uit Zuid-EU, daarna uit Marokko en Turkije.
 Er was ook immigratie vanuit de voormalige Belgische kolonie Congo.
 Na de immigratiestop in 1974 bleef de immigratie uit deze landen verder
groeien, vooral door gezinshereniging. (de vrouwen en kinderen komen
naar België door de gezinsregeling)
 De meeste immigranten waren laagopgeleid en belanden vooral in de grote steden en rond de
Limburgse mijnen.
 Er kwamen kwalitatieve en kwantitatieve verschuivingen in de migratiepatronen.
 De immigranten namen toe + de immigratie veranderde van aard.
 De nieuwe immigratie opvlak van sociaaleconomische achtergrond en nationale origine is
veel diverser.
2) Immigratiegolf van de vluchtelingen
o Bestond uit een deel hoogopgeleide immigranten.
 Wegen de hoge aantallen migranten en hun sterke interne heterogeniteit spreekt men van een;
o Superdiversiteit = de groep niet-westerse immigranten die een jonge leeftijdsopbouw heeft. Dit betekent dat
diversiteit steeds meer zichtbaar zal worden op school.
 kwantitatief = zoals in de steden omdat qua aandeel de klassieke meerderheid daalt, er is meer
diversiteit.
 kwalitatief = binnen de groep van de immigranten wordt het steeds diverser.
 Kwantitatief: Majority-minority cities
= de meerderheid van mensen in deze steden worden gevormd door etnische minderheden.
 Kwalitatief: verschillende groepen

INDICATOREN VAN NATIONALE ORIGINE:

1) Nationaliteit of staatsburgerschap
o We hebben een groep Belgen en een groep vreemdelingen
o Steeds meer vreemdelingen kregen de Belgische nationaliteit
o Is iemand nationaliteit een geldige indicatie van iemand nationale
origine?
 Door de grootschaligheid van de naturalisatie
= het krijgen van de Belgische nationaliteit
 En omdat naturalisatie geen willekeurige selectie is
 Mensen met een strafblad bv. Worden minder vaak
genaturaliseerd.
2) Geboorteland van mensen en van hun (groot)ouders
= een betere indicator dan nationaliteit
o Als het gaat over Turkse leerlingen, gaat het meestal om leerlingen geboren in Turkije of met (groot)ouders
geboren in Turkije (= 1ste , 2de of 3de generatiemigranten)
 1) leerlingen die in het buitenland geboren zijn
 2) leerlingen die in België zijn geboren maar minsten één ouder hebben die in het buitenland is geboren.
 3) leerlingen van wie beide ouders in België geboren zijn en waarvan minsten één grootouder in het
buitenland is geboren.

4

,  4) mensen weten niet noodzakelijk waar al hun overgrootouders zijn geboren en het is niet gemakkelijk om
dat na te gaan.

1.2.2 MOEDERTAAL & THUISTAAL INDICATOREN ETNICITEIT

= de taal waarin we zijn opgevoed, de taal/talen die onze ouders aan ons
hebben doorgegeven.

 Kan iets zeggen over onze afkomst
 Thuistaal of moedertaal zijn een 2de dimensie van etniciteit
= etnolinguïstische groepen
o De grootste etnolinguïstische groep in Vlaanderen zijn de
Nederlandstaligen
o De grootste taalminderheid zijn de Franstaligen.

Taal is belangrijk omdat bij het ontstaan van België, er een machtsverdeling was tussen Vlaanderen en Wallonië.

 W had hoge welvaart en V was het arme deel dus zij moesten gaan werken in W.
 Frans was een officiële taal en had veel status/waarde.
=> In het leger is frans heel belangrijk.
 Taal is gans het volk
o Nog altijd de slogan voor flaminganten in de 21ste E.
= inwoner van (Vlaams) België die zich verzet tegen de overheersing van het Frans en die opkomt voor en
streeft naar de emancipatie van het Nederlands in België. Het is een aanhanger van de Vlaamse beweging.
o De taal die we van thuis meekrijgen, bepalen hoe we ons identificeren en reguleren onze emoties.

Meerderheid in Vlaanderen is meertalig Nederlands.

 1/3 kinderen zijn meertalig (anderstalig)
 Verschillende manier hoe kinderen meertalig worden:
o Gelijktijdig tweetalig: Kind wordt vanaf de geboorte met 2 talen opgevoed
 Bv. Een Poolse mama en Belgische papa
o Opeenvolgend tweetalig: Het kind leert pas in de crèche of op school een 2de taal, het Nederlands.
 Bv. Kind wordt geboren, beide ouders komen uit Spanje en praten dus enkel Spaans, kind leert daarna
pas Nederlands op school of in de crèche.
 Grootste talige meerderheid: Franstalig en Turkstalig

Moedertaal gebruiken we minder:
 Thuisstaal wordt officieel geregistreerd voor alle leerlingen -> heeft een impact op de school financiering

Complementariteitsprincipe = mensen die meertalig worden. Meertaligheid is heel belangrijk om te weten hoe etnische
minderheden kunnen evolueren in het onderwijs.

 Kinderen worden meertalig omdat ze die taal nodig hebben om goed te kunnen functioneren in verschillende sociale
contexten en doeleinden met verschillende mensen in verschillende situaties.
 Uitzonderlijk dat iemand even goed is in zijn twee talen

Taal La = gebruikt in 1 context maar er zijn ook contexten die je in meerdere talen kunt gebruiken

 Verschillende soorten woordenschat: bv. Veel doen in het Engels
 Als je iets heb aangeleerd in een bepaalde taal moet je er zelf een vertaling van zoeken
o Bv. Geodriehoek -> ouders in een andere taal weten niet wat dat is en weten dus niet wat hun kind bedoeld.
o Bv. Emoties en taal -> hoe zit dit op school?

Thuistaal wordt in onderwijsonderzoek gebruikt als indicator van hun etniciteit:


5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmajoris. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.04  1x  sold
  • (0)
  Add to cart