Dit document is een begrippenlijst van het vak Klassieke Sociologische Theorie, gedoceerd door Prof Walter Weyns. Deze begrippenlijst biedt een duidelijke samenvatting van de hoofdzaken van het vak.
Begrippenlijst KST
Hoofdstuk 1: Inleiding
Theorie Algemene verklaring ve welomschreven verz v feiten of
gebeurtenissen, bevestigd dr/e consistente dataverzameling of dr
experimenten. Theorieën zn ideeën waarmee je fenomenen kan
verklaren; kan weerleg worden (empirische toets).
Model Visuele, verbale of wiskundige representatie ve
wetenschappelijk(e) idee of theorie.
(Sociologisch) paradigma Een basisvoorbeeld dat sociale fenomenen helpt te begrijpen en
verklaren. Voorbeelden: ruil, conflict, coöperatie, betekenis,…;
met een begrip/bril vr ogen kijken nr/d wereld > interpretatie
Kritiek (Kuhn) Kennisopbouw = revolutie/omwenteling, kennis als groeiende
boom (ipv kennisaccumulatie), paradigma’s volgen elkaar op
- 4 fasen v revolutie Normale wetenschap – anomalieën (wnm’en passen niet binnen
oud kader) – crisis (kader valt weg) – nieuw paradigma - …
- >< Polyparadigmatische Meerdere dominante paradigma’s & stromingen; paradigma-
wetenschap strijd niet te verzoenen
Sociologische traditie Kennis koesteren & doorgeven van generatie tot generatie ><
wetenschap (kennis toetsen en eventueel verwerpen)
Sociologisch denken < positivisme (A. Comte, sociale wlh verklaren gebaseerd op
empirische/positieve feiten)
< sociale problemen
< wens om eigen tijd te begrijpen (reflectie)
Ontwikkeling sociologische Klassieke fase: nieuwe wetenschap maken, nt verzoenbaar
theorie – 3 fasen Moderne fase: gemeenschappelijke grond zoeken, poging tot
verzoening, versch paradigma’s (4) binnen 1 wetenschap
Eclecticisme: samenvoeging vd paradigma’s tot 1 geheel
Hoofdparadigma’s < 2 basisvragen: sociaal gedrag vrij of gedetermineerd & sociaal
gedrag van individu of collectieve actor?
1. Ruiltheorie (Weber) Sociaal gedrag = gedetermineerd & individueel: kiezen uit
voorkeur, m! niet vrij, ind handeling verklaren obv
gedetermineerde factoren
2. Conflicttheorie (Marx) Sociaal gedrag = gedetermineerd & collectief: ind handeling
beïnvloed dr groep waartoe men behoort
3. Functionalisme (Comte & Sociaal gedrag = vrij & collectief: groep neemt zelf beslissing
Durkheim) (coöperatie)
4. Symbolisch Sociaal gedrag = vrij & individueel: handeling uit dialoog met
interactionisme (Mead) jezelf, terwijl je handelt (= vrij handelen)
Hoofdstuk 2: C. H. de Saint-Simon en A. Comte
Algemene synthese v kennis Technologische vooruitgang (industrialisering): industrie mensen
met wetenschappelijke inzichten, le principe organisateur
(samensmelting v alle kennis > organiseren > orde)
“Alles door en alles voor de Arbeid krijgt positieve connotatie = daad van liefde (want je helpt
industrie” mensen): utopisch socialisme; la parabole (parasitaire >< nuttige
beroepen)
, Sciëntocratie Samenwerking & mensenliefde: altruïsme (Saint-Simonisten
droegen uniform als herinnering dat je elkaar nodig hebt);
politiek als toegepaste wetenschap (macht aan wetenschap):
collectieve wilsvorming
Drieslag-/driekamerstelsel > hervorming vh parlement; kennis vd natuurwetten =
geneesmiddel vr/d kwalen vd mensheid; 3 kamers: uitvinders,
exacte wetenschappers en de uitvoerende kamer
Kennismaatschappij Wetenschap neemt bestuur en handelen over op alle domeinen
vh leven, sml zo wetensch mgl besturen, handelen gebaseerd op
wetensch kennis
- Sociologie als Voorwerp = “volledige mensheid”, taak vd sociologie: nieuwe
koepelwetenschap synthese obv feiten
Religie Positivisme (wetenschap) = religie vd mensheid: liefde als
principe, orde als basis en vooruitgang als doel
Wet van de vooruitgang = wet van de drie stadia
1. Theologisch (bovennatuurlijk, verbeelding)
2. Metafysisch (abstract)
3. Positivistisch (verschijnselen > wetten)
- Kennis Vooruitgang < kennis > rust & orde
Consensustheorie Sociale orde < minimum aan overeenstemming bij leden
Het reële >< het verbeelde (imaginair); toegankelijk vr ons
begripsvermogen, uitsluiting v ondoordringbare mysterie (religie)
volwassenwording vd mensheid (realistischer worden, het
theologische achterlaten), verbeelding onderwerpen aan wnm,
m! onduidelijk onderscheid (vb. faits sociaux - Durkheim)
Het nuttige >< het ledige (parasitair); ter verbetering v onze bestaansvw’en;
“savoir pour prévoir, prévoir pour pouvoir”: kennis = macht
Het zekere >< de twijfel; precies & ondubbelzinnig & brengt harmonie ih
individu en id geestelijke gemeenschap vd gehele soort,
wetenschap > organisatie > orde, streven nr alg consensus
- >< repressieve tolerantie Iets (nt feitelijk) laten bestaan is beste manier om het
(Marcuse’s kritiek) onschadelijk te maken/te laten verdwijnen (vb. “aarde is plat”
mag gezegd w’en, want in volgende generaties zal blijken dat het
niet klopt)
>< Het negatieve Desorganisatie > politieke & morele anarchie
Reorganisatie > definitieve sociale toestand vd menselijke soort
Logisch positivisme Zoektocht nr ondubbelzinnige taal die feiten uitdrukt, m! zo
ondubbelzinnig dat het atomaire feiten worden, m! bestaan niet
Saint-Simon >< Comte Doeners (wereldlijke macht) >< denkers (geestelijke macht)
Gerealiseerde technocratie Wereld < feiten problemen = onwenselijke feiten;
wetenschappelijk mens leert een oordeel vormen,
onbevooroordeeld dr persoonlijke gevoelens en met wegcijfering
v zz (onderwerping aan objectieve feiten): wetenschap maakt
wereld enkel vreemder vr ons > controle & beheersing
Hoofdstuk 3: K. Marx
Geschiedenisopvatting Einde vd geschiedenis = begin vd verlossing en verzoening
Historisch materialisme: materiële en economische
omstandigheden hbb centrale rol
Talmoedisch = becommentariërend denken, interpretatie op interpretatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stienthomassen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.