100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting module 1 psychologie (prof. Van Diest) $15.48   Add to cart

Summary

Samenvatting module 1 psychologie (prof. Van Diest)

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document is een samenvatting van module 1 (inleiding in de psychologie) gebaseerd op de slides van de prof. Les 6 was bij ons zelfstudie en is niet opgenomen in deze samenvatting, maar de hierbij horende PowerPoint is heel duidelijk en niet veel leerstof.

Preview 4 out of 47  pages

  • August 22, 2023
  • 47
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Deel I: Inleiding in de
psychologie
Les 1: Inleiding
A. Sceptisme tegen psychologie
 Soft science: persoonlijkheid is moeilijk tastbaar + geen meetinstrumenten, maar methodes
om de waarheid te benaderen (= concepten moeilijk meetbaar)
 Teveel en te verscheiden theorieën: hoeveelheid aan theorieën is ook wel een sterktepunt
o Theorieën die tegen elkaar ingaan (oude en nieuwe), maar zorgen wel voor
vooruitgang
 Iedereen psycholoog, want iedereen heeft interesse in mensen
o Psychologie gaat verder dan de nieuwsgierigheid naar het gedrag van mensen
o Belangrijk voor alle aspecten van de maatschappij, dus ook voor de medische sector
 Doorsturen naar de psycholoog, want het zal wel tussen de oren zitten = fout denkbeeld
o In de realiteit: veel complexer  gezondheidszorg: dualistisch georganiseerd
(psychologie en de medische handelingen dienen samen te gaan)

B. Wat is psychologie?
Definitie: psychologie is de wetenschap waarbij het gedrag wordt bestudeerd en waarbij gedrag
gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan de basis liggen van gedrag

Psychologie is een wetenschap: elke assumptie wordt ondersteund door evidentie en data
onderzoek.
 Bepaalde onderzoeksvragen (bv. hoeveel keer komt een individu in een gevecht terecht?)
worden op een wetenschappelijke manier bestudeerd a.d.h.v. systematische observaties,
openbaar maken en toetsbare theorieën.

C. Voorlopers van de Psychologie
In de oudheid dachten filosofen al na over psychologie
 Plato: tabula rasa (onbeschreven blad)
 Socrates: vogelkooi
 Gebeurde op een intuïtieve (niet-wetenschappelijke) manier door rede en observatie (rede >
observatie)
 Duurde lang vooraleer de wetenschapspsychologie zich ontwikkelde
 Redenen waarom het zo lang duurde:
(1) Complexiteit van het fenomeen
(2) Mensbeeld: mens = uniek, niet aards  dus viel niet te bestuderen (iets goddelijks mag men
niet aanraken

Ontwikkelingen die de psychologie mogelijk maakten
1. Toenemend belang van (exacte) wetenschap in de maatschappij
In de middeleeuwen werd de waarheid naar voren gebracht door de kerk (centrale rol)
 Na de val van het Romeinse rijk was de Katholieke kerk de enige die onderwijs stimuleerde
o Gevolg: geloofswaarden primair (ziel is niet aards, maar goddelijk)
o Veranderde bij opkomst van het protestantisme: hadden kritiek op de katholieke
kerkvaders

,Reformatie in de 16de eeuw
 Tegelijk een wetenschappelijke revolutie
 Copernicus: geocentrisme  heliocentrisme ( de mens is niet zo centraal & eerder een deel
van het groter geheel)
o Mensen (en de Aarde) niet langer het middelpunt
o Mensen ook onderworpen aan natuurwetten en kan (mag) het voorwerp van studie
zijn
o Later ook Galilei en Newton

Vanaf de 18de eeuw: enorme groei van wetenschappen en techniek
 De methodes binnen wetenschappen en techniek hebben een belangrijke bijdrage geleverd
aan de psychologie (= exact-wetenschappelijke methode, zie later)

2. Ontwikkelingen in de filosofie

Dualisme gepromoot door Plato & de katholieke kerk: lichaam en geest gescheiden  ook Descartes,
MAAR verlaat het strikte dualisme (beetje interactie lichaam & geest):

Descartes:
 Rationalisme: de waarheid kan afgeleid worden via de rede, door na te denken, observatie is
niet nodig
 Nativisme: sommige kennis is aangeboren
 Dualistisch interactionisme: geest & lichaam interageren (plaats van interactie =
pijnappelklier/hypofyse); lichaam niet louter ‘slaaf’ van geest, maar wederzijdse invloed
 Menselijk lichaam = ‘machine’, kan wetenschappelijk bestudeerd worden (maar de geest
niet)

Nadien won het Empirisme aan invloed: kennis komt tot stand door observeren (observatie =
noodzakelijk: tegen rationalisme)
 Geest komt tot stand via sensorische processen (en is niet aangeboren “Tabula Rasa”) 
geest kan ook bestudeerd worden
 Hobbes (1588-1679) -> theorie verspreid door Locke (1632 -1704)
 Associationisme: belangrijk principe (zaken die in realiteit vaak samen komen, bv. peper &
zout)  hogere kennis komt tot stand via associaties van eenvoudige ideeën
o Als 2 dingen tegelijk ervaren worden, worden die mentaal geassocieerd (bv. dokter
en verpleegster, friet en mayonaise)
 Lichaam EN geest zijn “machines” en volgen de natuurwetten

3. Darwin en de evolutietheorie
Evolutietheorie
 Mens afkomstig uit vroegere levensvormen (wij komen voort uit dieren)
o Belang van toevallige omstandigheden
o Genetische variatie en natuurlijke selectie
o Soorten die zich best aanpassen hebben meer succes (survival of the fittest)
 Het besef dat de mens per toeval is ontstaan, en niet door een goddelijke hand
 Wij zijn toeval van de natuur, dus wij kunnen net zo goed bestudeerd w als dieren

Belangrijk voor de psychologie
 Mens ontstaan uit dieren  dieren kunnen ons iets leren over de mens
 Start van comparatieve psychologie: gedrag van dieren én mensen als studieobject

,  Mens is even onderhevig aan natuurwetten als dieren
 ‘moderne’ wetenschapper (Darwin): Systematische observatie, zorgvuldige documentatie,
hypothesen formuleren

D. De eerste scholen van de psychologie
Europa
1. Wundt en het structuralisme
 Eerste psychologisch laboratorium 1879 in Leipzig  bestudering van waarnemingen & paste
het structuralisme toe op vele zaken
 Titchener: bracht het structuralisme naar de VSA
 Onderzoek naar de elementen van het bewustzijn: elk complex proces kan gereduceerd
worden tot een combinatie van elementaire componenten
 Structuur van het bewustzijn w onderzocht

Structuralisme
 Drie basisvragen:
(1) Wat zijn de basiselementen? -> wat zijn de structuren?
(2) Hoe worden ze gecombineerd?
(3) Wanneer worden ze gecombineerd?
 Methode: analytische introspectie (ervaringen zeer nauwkeurig observeren en analyseren om
de elementen van het bewustzijn te vinden)
 Kritiek
o Weinig praktisch (tijdrovend)
o Onbetrouwbaar! Verschillende meningen maar wie is juist? (bv. iedereen vindt pijn
anders & geeft een andere beschrijving)
 Naar achtergrond vanaf 1920


2. Binet en de toegepaste psychologie

Intelligentietest (Binet-Simon test, zie later)  doel: hebben kinderen extra onderwijs nodig?
 Oorspronkelijk: schedelafmetingen, eenvoudige waarnemingsproeven, MAAR geen succes
(geen relatie met oordeel leerkracht)
 Later: gedicht instuderen en opnieuw opschrijven (ontstaan van de 1 ste intelligentietest) 
meer voorspellende waarde

Onderzoek van Binet = toegepast onderzoek, in andere woorden oplossingen zoeken voor een
praktisch probleem.
 <> fundamenteel onderzoek, in andere woorden een fenomeen begrijpen en een theorie
ontwerpen

3. Freud en het onbewuste
 Grondlegger psychoanalyse
 Gedrag en bewustzijn zijn slechts oppervlakkige fenomenen. Veel belangrijker is het
onbewuste.
 Psychologische problemen in volwassenheid gaan terug op problematische ervaringen die
verdrongen zijn in het onbewuste (trauma’s)
o Onbewuste onderzoeken door analyse van ‘vergissingen’, droomduiding, vrije
associatie
o ‘oplossing’ voor deze mensen is terug bewust maken
 Kritiek

, o Vaag (niet echt toetsbaar)
o Onsystematische gegevensverzameling (casestudies patiënten met weinig diversiteit
van patiënten)

VS
1. Functionalisme
 Veel Amerikaanse studenten bij Wundt die bij terugkeer allemaal een laboratorium
oprichtten
 Eerste stroming is functionalisme (maw hoe functioneert iets en niet welke structuur heeft
het)
 Vooral toegepast
o Onderwijs
o Bevordering productie (e.g. ergonomie en de Hawthorne experimenten)
 Het Hawthorne-effect is het effect van een interventie op een onderzocht persoon dat
uitsluitend te wijten is aan het feit dat deze aan een onderzoek meedoet.
 Experiment: bij bepaalde werknemers voerde men een manipulatie uit: maar ook al ging het
licht uit bleven de mensen heel goed werken. Bij de controle groep werd er ook veel beter
gewerkt door die aandacht van de onderzoekers en niet door de manipulatie van het licht
 Interesse in individuele verschillen
 William James (1842-1910)
 Principles of Psychology – stream of consciousness (geen statische componenten)
 Nadruk meer op gedrag, ook nog introspectie
o Verruiming van studiepopulaties: mentaal gehandicapten, dieren (invloed van
Darwin)
 “Succes psychologie zal afhangen van de mate waarin het oplossingen biedt aan praktische
problemen”

2. Behaviorisme
 Sterk beïnvloed door evolutieleer -> vooral (aangepast) gedrag is van belang
 Gedrag is direct observeerbaar  iedereen kan dit observeren en komt tot hetzelfde
resultaat
o Stoot zich af van de vorige scholen, want hier puur gedrag
 Reactie op structuralisme
o afzetten tegen introspectie (gedrag als enige studieobject)
 Reactie op functionalisme
o Studie van de geest is onmogelijk (functionalisme bestudeerden deze via gedrag)
 Agressie is niet te bestuderen, enige houvast is het aantal gevechten waarin
persoon terecht geraakt (= het puur observeerbare)

Kleine Albert: experiment uitgevoerd door John Watson (onethisch/fout)
 Het experiment: ze maakte de baby bang van witte ratten door witte raten te laten zien
gevolgd door een hels geluid  na een paar keer: angst bij het zien van een witte rat, ook als
er geen hels geluid op gevolgd w (=conditionering)
 Studie beperkt tot direct observeerbaar gedrag
 Geest w niet ontkend, maar het kan niet bestudeerd w

Veel leeronderzoek uitgevoerd door Skinner  SR-onderzoek
 S = stimulus – R = respons – C = consequentie
 Mechanistisch behaviorisme dat op zoek ging naar hoe stimuli gedrag konden uitlokken en hoe dat
beïnvloed w: hoe kan het gedrag veranderd w?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller astridvermeire. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $15.48. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77764 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$15.48
  • (0)
  Add to cart