PSYCHOLOGIE
DEEL 1: INLEIDING IN DE PSYCHOLOGIE ALS WETENSCHAP
HOOFDSTUK 1: GEEST, GEDRAG EN PSYCHOLOGISCGE WETENSCHAP
1.1 WAT IS PSYCHOLOGIE EN WAT IS HET NIET?
1.1.1 PSYCHOLOGIE IS EEN COMBINATIE VAN PSYCHE EN LOGO’S
o OMSCHRIJVING
o Studie volledige gedrag van mensen → twee aspecten:
▪ 1) Geestelijke of mentale processen (interne perspectief: slechts indirect waarneembaar bijv.
denken, voelen en begeren)
▪ 2) Gedragingen van mensen (externe perspectief: waarneembaar)
Psychologie = wetenschap die aard en mogelijke oorzaken bestudeert van gevoelens, opvattingen, wensen
en gedragingen van de mens
Omschrijft een breed domein van menselijke processen en gedragingen op elk moment en elke
levensfase → verschillende specialisaties (deelgebieden) ontwikkeld bijv. Arbeids – sport – klinische
psychologie
o BELANG VOOR JURISTEN:
o Je zal altijd in contact komen met mensen die een psychische stoornis hebben
o Je wordt geconfronteerd met het gedrag van anderen
o Als je informatie wil verkrijgen als jurist is het vaak belangrijk om te weten of die persoon wel
correcte informatie kan verschaffen
o Onze waarneming bepaalt mee wat voor soort beslissing we nemen, wat voor oordeel we vellen
▪ “De eerste indruk”:
• Binnen de 0,2 seconden: fysieke aantrekkelijkheid
• Binnen de 2 seconden: indruk gevaar of veilig
• Volledige indruk binnen de 30 seconden
Waarop baseren we ons?
o Verbale informatie
o Visuele informatie
▪ = ‘a pin slice’ informatie want wordt gebaseerd op weinig informatie
We houden ons makkelijk vast aan onze eerste indruk - daarom belang dat we ons
ervan bewust zijn!
1.1.2 PSYCHOLOGIE IS GEEN PSYCHIATRIE
o PSYCHIATRIE
o = een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling van mentale stoornissen.
o GELIJKENIS: diagnostiek en behandeling
o Een gelijkenis is dat beide disciplines de studie van psychische stoornissen als onderzoeksdomein
hebben. Zowel de psychologie als de psychiatrie gaan een diagnose stellen: is er sprake van een
geestelijke stoornis en zo ja, welke?
pg. 1
, ▪ Een diagnostische activiteit = informatie verzamelen over een specifiek geval om tot een
oplossing van het probleem te komen.
o VERSCHIL: ander perspectief
o Psycholoog is een gedragsdeskundige en geen arts
▪ De psychologie bekijkt de psychische stoornissen vanuit een gedragsmatig perspectief.
▪ De psychische stoornissen zijn daarbij maar één element om het gedrag te verklaren →
het vormt maar een deel van het studiedomein van de psychologie
o De psychiater is een medicus (specialisatie medische opleiding) en beschouwt een geestelijke
stoornis als een ziekte.
▪ De psychiatrie bestudeert psychische stoornissen vanuit een medisch perspectief.
o Binnen de grote groep van psychologen is er maar één segment van psychologen dat zich
bezighoudt met psychische stoornissen en de behandeling ervan: klinisch psychologen. Deze
sluiten dus het meeste aan bij de psychiatrie. Streven naar een verandering in het gedrag o.b.v.
een bepaalde therapie (en niet d.m.v. medicatie)
o Opmerking: een therapeut is geen psycholoog. Een psycholoog is iemand met een universitair diploma
en heeft een beschermde titel. Een therapeut kan men ook zijn zonder dat men een diploma psychologie
bezit.
1.1.3 VERSCHILLENDE MANIEREN OP PSYCHOLOGIE TE BEDRIJVEN
o DRIE MANIEREN
o 1) Experimentele psychologie of onderzoekspsychologie: doen wetenschappelijk onderzoek om
nieuwe kennis en inzichten te vergaren. Ze gaan op zoek naar objectieve informatie.
▪ Kleinste groep
o 2) Docentpsychologie: psychologen die de kennis of inzichten verzameld door de experimentele
psychologen proberen te verspreiden. (onderwijs)
o 3) Toegepaste psychologie: psychologen die de door experimentele psychologen vergaarde
kennis en inzichten omzetten in de praktijk
▪ Grootste groep
o Combinaties mogelijk
1.2 LANG VERLEDEN, KORTE GESCHIEDENIS
Er is een groot verschil tussen de alledaagse psychologie en psychologie als wetenschap. Over deze laatste
discipline gaat de cursus. Als je wetenschap bedrijft moet de informatie objectief en verifieerbaar (bevestigd
worden) zijn.
pg. 2
,1.2.1 LANG VERLEDEN: HUIS-, TUIN- EN KEUKENPSYCHOLOGIE, PSEUDOPSYCHOLOGIE
o PSEUDOPSYCHOLOGIE:
o Psychologie in de betekenis van pseudopsychologie bestaat al heel erg lang
o De intuïtieve psychologie wordt al sinds mensenheugenis bedreven:
▪ Zelf redeneren op basis van het verleden over ons eigen gedrag.
▪ Zelf zoeken naar oorzaken van onze gedachten, emoties en gedragingen.
In dit geval spreekt men over de ‘huis-, tuin- en keukenpsychologie’, ervaringen die we
op doen of opvattingen van ouders of vrienden
Zo hebben we allemaal bepaalde opvattingen over het gedrag van mensen.
o Bv. Wat doet iemand die zenuwachtig is? IJsberen.
o Bv. Wat doet iemand die liegt? Zweten.
o Bv. Eens een dief altijd een dief (doch algemeen recidive percentage is ‘maar’
50%.)
Zo hebben we allemaal ideeën over hoe mensen zich gedragen wanneer ze zich in een bepaalde staat of
context bevinden. Soms is dit correct, maar niet altijd ...
= pseudopsychologie: niet-onderbouwde psychologische aanname die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd (bv. horoscoop).
▪ ≠ geen systematisch objectief verkregen inzichten = subjectiviteit
▪ O.a. astrologie, horoscopen, grafologie, waarzeggerij, etc.
1.2.2. KORTE GESCHIEDENIS: PSYCHOLOGIE ALS WETENSCHAP
o OFFICIELE BEGINPUNT 1879
o Wilhem Wundt (Duitse psycholoog) die in Leipzig een eerste laboratorium had geopend, om aan
onderzoek en psychologie te doen.
o Men tracht voor de 1e keer om objectieve kennis te verkrijgen die verifieerbaar zijn om op een
systematische wijze inzicht te krijgen in het menselijk gedrag.
1.2.3 HOE NAGAAN OF HET PSEUDOPSYCHOLOGIE IS OF ECHTE PSYCHOLOGIE?
o VIA METHODE KRITISCHE REFLECTIE (of kritisch denken)
o Deze methode staat centraal in de psychologie
o Bakent het onderscheid tussen pseudopsychologie en echte psychologie
= 6 vaardigheden weerspiegeld in 6 vragen die men moet stelln wanneer men te maken krijgt met nieuwe
informatie
Deze zes vragen komen opnieuw terug in het deel over rechtspsychologie: een
gerechtsdeskundige zal deze manier van werken moeten hanteren.
1) Uit welke bron komt deze informatie?
o Zijn er andere belangen mee gemoeid?
o Is die bron wel betrouwbaar?
o Hiermee wordt de kwaliteit van de opvatting getoetst.
2) Is deze bewering extreem of redelijk?
o Wijkt de informatie af van kennis die we tot dan toe al hadden?
pg. 3
, o Voor buitengewone beweringen is buitengewoon bewijs nodig.
o Voor moeilijke problemen bestaat zelden een eenvoudige oplossing.
3) Wat is het bewijs dat men hiervoor heeft?
o Nood wetenschappelijk bewijs! >< anekdotisch bewijs? ( ervaringen of getuigenissen van maar
enkele personen die ten onrechte voor wetenschappelijk bewijs worden aanzien)
o Het is niet omdat het overtuigend lijkt, dat het ook wetenschappelijk is
4) Is er mogelijk sprake van een bias?
o Bias = een vooroordeel, vervorming of vertekening van de situatie, meestal op basis van
persoonlijke ervaringen en waarden.
o Twee soorten bias:
▪ Emotionele bias: de neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en
gevoelens, in plaats van op een rationele analyse van bewijsmateriaal.
▪ Confirmation bias: de neiging om informatie die niet bij je opvattingen aansluit te
negeren of te bekritiseren en om in plaats daarvan te zoeken naar informatie waar je
het wel mee eens bent.
5) Worden veel voorkomende denkfouten vermeden?
o Denkfout van het gezond verstand: we hebben toch ons gezond verstand gebruikt? Gezond
verstand is niet gelijk aan op objectief verzamelde gegevens: het is geen
wetenschapsbeoefening.
o De correlatie-causaliteit-denkfout: als twee dingen tegelijk voorkomen, dan denken wij vaak dat
het een het ander wel heeft moeten veroorzaken.
6) Heb je verschillende standpunten nodig om de informatie te verwerken?
o Bv. je krijgt nieuwe informatie over het onderwerp “waarom scheiden mensen?”. Men geeft niet
alleen een verklaring uit psychologisch perspectief, maar vaak zal ook het sociologisch
perspectief nodig zijn.
1.2.4 IMPACT PSYCHOLOGIE DAGELIJKS LEVEN
o In de supermarkt:
o Uit onderzoek blijkt dat de opvallendheid van de producten en de plaats waar de producten zich
bevinden mee bepalend zijn of mensen de producten kopen. Producten die men aan de man wil
brengen moeten op ooghoogte staan of aan de kassa (mensen die wachten richten hun aandacht tot
hun omgeving).
o Datingbureaus
o Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen die meer met elkaar gemeen hebben makkelijker met elkaar
een relatie beginnen. De bureaus gaan de profielen vergelijken en zo een match maken.
o We proberen in onze vriendschappen en onze relaties de kosten zo laag mogelijk te houden en de
opbrengsten zo hoog mogelijk: reward theory of attraction → mensen die vergelijkbaar zijn hebben meer
kans op een succesvolle relatie – daarom mensen aan elkaar koppelen die op elkaar lijken
o Onderwijs
o welkeonderwijsmethodes het beste zijn om een leerstof te doceren of welke evaluaties het beste
werken.
pg. 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KatInAuto. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.