100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Woordenlijst kwalitatieve criminologische methoden en technieken $6.93   Add to cart

Summary

Samenvatting Woordenlijst kwalitatieve criminologische methoden en technieken

 9 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige woordenlijst 'Kwalitatieve criminologische methoden en technieken'

Preview 3 out of 18  pages

  • August 23, 2023
  • 18
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Woordenlijst Kwalitatieve Criminologische methoden en technieken

H1: kwalitatief onderzoek & criminologische theorie

Grounded theory = je moet een analyse toevoegen aan de platte feiten als je tot enige
duiding wil komen

a-theoretisch paradigma = komt doordat men te makkelijk informatie van de overheid gaat
verzamelen, en te weinig zelf data verzamelen wat vaak zorgt voor betere inzichten

Verstehen = begrijpen van iemands handelen en de betekenis die daaraan geeft

Theorie = een bepaalde manier van kijken naar de werkelijkheid waar je hypothesen uit kunt
afleiden en die je helpt om conclusies te kunnen trekken uit onderzoeksgegevens
= bestaat uit een systematische en consistente redenering die volgt uit generalisering en
abstrahering onderzoeksgegevens

Narratieve methode = uit verschillende verhalen wordt 1 groot verhaal gemaakt

Etiologische theorieën = gericht op de oorzaken van criminologie

Sociale reactiebenaderng = theorieën die proberen verklaren welke functie
criminaliteitsbestrijding heeft

Consensusmodel = regels in de maatschappij zijn vastgesteld door een democratisch proces

Conflictmodel = regels in de maatschappij zijn opgelegd door diegene die als winnaar uit een
machtsstrijd komen

Subculturele strainbenadering = zoeken van verklaringen voor delinquent gedrag van een
groep jonge mannen die in een lage inkomensbuurt woonden

Labelling = perspectief waarin criminaliteit wordt gelezen als een specifieke vomr van
afwijkend gedrag, dat mede vorm wordt gegevens als een proces van strafrechterlijke
classificatie en categorisering

Symbolisch interactionisme = handelingen krijgen pas betekenis tussen 2 mensen, want ze
hebben geen natuurlijke betekenis

Significante anderen = diegene die hun oordeel het belangrijkste is voor jou

Stigma = als gevolg van stelselmatige stigmatisering raakt iemand zijn oorspronkelijke
identiteit kwijt en kan die zichzelf enkel nog in clichebeelden zijn

Theorie van secundaire deviantie = eerste keer dat iemand regelovertredend gedrag gaat
plegen heeft verschillende oorzaken, door sociale uitsluiting, sigma en stereotypering kan
regelovertredend gedrag een structureel karakter krijgen

Becker-Goulder-debat = debat tussen symbolisch interactionisme (Becker) en structuralisme
(Gouldner)

,Kritische criminologie = dynamiek tussen gedragingen en sociale relatie staat centraal

H2: Het kwalitatief onderzoeksdesign

Wat-vragen = tweeërlei aard
- Verkennend en aanleiding exploratief onderzeok
- Hoeveel of hoe groot vragen

Hoe-en waarom vragen = eerder verklarend van aard
- Beantwoorden met historisch, kwalitatief onderzoek en experimenten

Onderzoeksdoel = formuleren van het onderzoeksdoel in vage en algemene termen

Intellectuele redenen = redenen die vanuit wetenschapsbedrijg zelf aangedragen worden om
te kiezen

Praktische redenen = redenen die te maken hebben met het doel van een onderzoeksvraag
(men wil iets bereiken)

Persoonlijke redenen = een thema raakt een onderzoeker waardoor die de intrinsieke
motivatie heeft om dit thema te onderzoeken

Exploratief onderzoek = komen tot inzichten op een domein waar tot nu toe weinig inzicht
in is

Verklarend onderzoek = causale analyses waar op basis van statistische modellen
voorzichtige uitspraken worden gedaan over causaliteit van bepaalde verbanden

Beschrijvend onderzoek = aanleren van gedetailleerde beschrijvingen van een bepaalde case

Emancipatorisch onderzoek = onderzoek waarbij men niet alleen kennis wil opdoen, maar
ook een sociaal probleem wil aanpakken

Wetenschappelijke gemeenschap = de onderzoeker wil bijdragen aan de stand van kennis
over een bepaald onderwerp, men moet dan bewijzen dat het onderzoek nog nergens anders
gevoerd is

Beleidsmaker = stellen praktische vragen over hoe hun beleid kan geoptimaliseerd worden
- Explorerend = nieuwe gegevens verzamelen voor het opstellen van een optimaal
beleid
- Evaluerend = bestaand beleid aan evaluatie onderwerpen dmv onderzoek

Praktische relevantie = onderzoek dat rechtstreeks leidt naar het oplossen van specifieke
problemen

Onderzoekbaarheid = de mate waarin een onderzoeksvraag kan en mag leiden tot een
onderzoek

Haalbaarheid = de mate waarin een onderzoek uitvoerbaar is
- Tijd

, - Geld
- Bereikbaarheid en bereidheid

Cumulativiteit = gebruiken bestaande kennis om te komen tot nieuwe kennis

Sensititizing concepts = geven richting aan het kwalitatief onderzoek en maken de
onderzoeker gevoelig voor bepaalde belangrijke concepten die kunnen helpen bij het
beantwoorden van de vragen

Elementen van probleemstelling:
1) Situering van het onderzoeksdomein
2) Maatschappelijke en/of structurele verantwoording
3) Onderzoeksdoel
4) Onderzoeksvraag
5) Deelvragen in het onderzoek
6) Conceptuele kader
7) Situering van de methoden
8) Beperkingen ivm het onderzoek

4 grondvormen van kwalitatief onderzoek:
1) Kwalitatieve survey
2) Etnografische studie
3) Case study (gevalstudie)
4) Inhoudelijke analyse)

Purpose sampling = doelgerichte steekproef

Onderzoekspopulatie = grotere geheel dat in het onderzoek bestudeerd wordt

Steekproefkader = behoort tot het haalbaarheidsonderzoek, selectie adhv
steekproefmethoden

Steekproefmethoden:
1) Geen selectie
2) Typische case
3) Heterogeniteit/maximale variatie
4) Homogeniteit
5) Kritische case
6) Bevestigende en ontkennende case
7) Sneeuwbalsteekproef
8) Extreme/afwijkende cases
9) Opportunistisch
10) Pragmatisch (convenience sampling)

De theoretische steekproef = belangrijkste steekproefmethode
- Dataverzameling en steekproeftrekken zijn met elkaar verweven in een cyclisch
proces
- 2 fases:
1) Initiële ontwikkeling van de theorie
2) Uitbouw & valideren van inforamtie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manousonck. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.93  1x  sold
  • (0)
  Add to cart