100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Tandheelkunde Cyclus 1.1.2 Microbiologie (LTK 1.1) RUG Bachelor 1/ Propedeuse Collegejaar (nieuw curriculum) $6.42
Add to cart

Summary

Samenvatting Tandheelkunde Cyclus 1.1.2 Microbiologie (LTK 1.1) RUG Bachelor 1/ Propedeuse Collegejaar (nieuw curriculum)

 48 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerking van de kennisclip van Cyclus 1.1.2 Microbiologie (LTK 1.1 Gezondheid) aan de Rijksuniversiteit Groningen uit Bachelor 1/ Propedeuse Collegejaar .

Preview 6 out of 25  pages

  • August 23, 2023
  • 25
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
KENNISCLIP STERILITEIT EN HYGIËNE

Infectiepreventie maatregelen zijn heel belangrijk in de tandartspraktijk.
Enkele ziektes die in de tandartspraktijk kan worden overgedragen zijn:
- hepatitis B virus
- hepatitis C virus
Hepatitis B en C zijn er in Europa 20-30 miljoen mensen die de ziekte onder de leden hebben.
In NL is dat met hepatitis B ongeveer 40.000 mensen (0,3%).
In NL is dat met hepatitis C ongeveer 28.000 mensen (0,2%).

Hepatitis C onderscheidt zich van hepatitis B met name met betrekking tot het feit dat er geen vaccin bestaat.
Voor hepatitis B bestaat er wel een vaccin.
Kenmerken van hepatitis C zijn:
- geen vaccin beschikbaar
- late diagnose
- anti-viraal therapie Vosevi
Patiënten merken vrij laat of merken helemaal niet dat ze hepatitis C hebben.
In de late fase van hepatitis C leidt dit in vele gevallen tot een levertransplantatie.
Levertransplantatie is een dure gelegenheid.
Er is een behandeling voor hepatitis C tot stand gekomen.
Behandeling is duur.
Behandeling is 51.000 euro voor 12 weken behandeling.




Ziektes voor een tandartspraktijk die van belang zijn om niet overgedragen te worden:
- corona
- HIV en aids
- tuberculose/ TBC
- Hepatitis B
- Hepatitis C
Al die infectiepreventie protocollen die in de tandartspraktijk worden uitgeoefend, zijn tot stand gekomen
onder de epidemie van HIV.
Achteraf bleek dat HIV niet de belangrijkste ziekte is om te voorkomen in de tandartspraktijk.
Hepatitis B en C zijn veel ernstiger qua besmettingsrisico.

,Het aantal besmette patiënten met tuberculose in NL schommelt rond de 800.
Hiervan zijn er ongeveer ⅔ afkomstig van het buitenland.
Met name mensen die in NL zijn gekomen via migratie.




Hieronder getallen met betrekking tot de overdracht van de belangrijkste infectieziekten.
Infectierisico dat hier wordt genoemd, komt tot stand als er overdracht plaatsvindt van de geïnfecteerde
patiënt (bekend met de ziekte) naar een immuun persoon.
Immuun persoon is een persoon die geen immuniteit tegen de ziekte heeft opgebouwd.
Besmettingskans is de risico op besmetting.
Besmettingskans na prikaccident (bloed op bloed contact) van een patiënt met hepatitis B is 6-30%.
Besmettingskans van een patiënt met hepatitis C is 0,5-1,8%.
Voor HIV is de besmettingskans enigszins lager.
Voor HIV is bij bloed op bloed contact is de besmettingskans 0,3%.
Voor HIV bij slijmvliescontact is de besmettingskans 0,1%.
De besmettingskans, waarbij patiënt bekend is dat die besmet is met de desbetreffende ziekte, is bij hepatitis B
behoorlijk hoog (in vergelijking met de andere ziektes).

Prikaccident met een patiënt waarvan niet bekend is dat diegene een besmettelijke ziekte heeft, staan onder in
de dia weergegeven.
Hierbij wordt de kans dat de patiënt de ziekte heeft ook ingecalculeerd.
De getallen van deze groep zijn vele malen lager (in vergelijking met die van patiënt die wel bekend zijn).
Voor hepatitis B is de besmettingskans afgerond 0,13%.
Voor HIV is de besmettingskans 0,00033%.

Infectierisico met hepatitis B is hoger (vergeleken met hepatitis C en HIV).

,Belangrijke micro-organismen, die kunnen worden overgedragen, zijn:
- bacteriën
- virussen
Er zijn nog andere micro-organisme maar daar hebben we het dit college niet over.
In de tandartspraktijk met betrekking tot de overdracht van infectieziekte zijn bacteriën en virussen de
belangrijkste micro-organismen.

Belangrijke verschillen tussen virussen en bacteriën zijn:
1. grootte (bacteriën zijn groter dan virussen)
2. groei

Eerste belangrijk verschil tussen bacteriën en virussen is de grootte:
- bacteriën hebben een diameter van 0,3-10 micrometer
- virussen hebben een diameter van 0,01-0,25 micrometer
Micrometer is een duizendste millimeter (mm).
Virussen zijn kleiner vergeleken met bacteriën.
Virussen zijn circa 25-1000 maal kleiner dan bacteriën.
Bacteriën zijn velen malen groter.
Bacteriën worden sneller tegengehouden door een mondkapje.
Virussen zijn dusdanig klein, dat ze toch niet compleet tegen worden gehouden door een mondkapje.
Er zijn verschillende soorten mondkapjes mbt de doorlaatbaarheid.
De poriën in een mondkapje kan variëren.
Doorlaatbaarheid is dus afhankelijk van type mondkapje gebruik.
Type mondkapje met de kleinste poriën/ doorlaatbaarheid is nog niet geheel ondoorlaatbaar voor virussen!
Dit is een belangrijk aspect.




Tweede belangrijkste verschil is de groei tussen bacteriën en virussen.
Bacteriën groeien geheel zelfstandig.
Bacteriën delen zich.
Deling verloopt exponentieel.
1 bacterie deelt zich uiteindelijk op naar 2 bacteriën.
Vervolgens delen 2 bacteriën zich op naar totaal 4 bacteriën.
Er vindt dus continu mits de groeiomstandigheden gunstig zijn, vindt er steeds constant verdubbeling plaats
van die bacteriën. Dit heet ook wel exponentiële groei.
Bacteriën groeien zelfstandig.
Bacteriën heeft geen hulp nodig van andere organismen nodig.
Behalve als de groeiomstandigheden niet gunstig gezind zijn, dan stopt die groei van de bacterie en gaat de
bacterie rusten.
Groeiomstandigheden zijn:

, - temperatuur
- voedsel
- pH
- gunstige gezindheid
Indien de groeiomstandigheden gunstig zijn, groeit de bacterie exponentieel in grote aantallen.




Virussen groeien niet zelfstandig.
In de viruspartikel bevat erfelijk materiaal.
Virussen groeien alleen in (eukaryote) cellen.
Het virus moet in de eerste instantie een menselijke cel/ eukaryote cel binnendringen.
Voor dit college houden we het bij de menselijke cel.
Virussen zijn goed in staat tot binnendringen van een menselijke cel.
Vervolgens wordt het erfelijke materiaal van de virus uitgepakt in de menselijke cel.
Vervolgens wordt het virus gerepliceerd in de menselijke cel.
Daarvoor, die replicatie van erfelijk materiaal van het virus, daarvoor wordt het machinerie van de menselijke
cel gebruikt.
Virus heeft de machinerie van de menselijk cel nodig voor:
- het erfelijke materiaal te repliceren
- om eiwitten te synthetiseren
Een virus kan dat niet zelfstandig!
Als het erfelijke materiaal wordt gerepliceerd en de eiwitten zijn gesynthetiseerd voor de eiwitmantel, dan
worden die viruspartikels weer ingepakt.
Veel viruspartikels komen vrij uit de menselijke cel.
Bij uittreding van viruspartikels gebeurd het volgende:
- de menselijke cel gaat ten gronde
- viruspartikels gaan op zoek naar andere menselijke cellen (om zichzelf opnieuw te repliceren)
Dus belangrijk verschil is bacteriën groeien zelfstandig en virussen hebben daarvoor een menselijke cel nodig.

,De manieren waarop een infectie wordt overgedragen:
- cross contamination/ kruis contaminatie
- cross-infection/ kruisinfectie

Verschil tussen cross contamination en cross-infection is het feit dat bij contaminatie betekent het dat je
bacteriën vanuit je omgeving op je huid of in je lichaam binnendringen.
Bij contaminatie betekent niet dat er een infectie ontstaat.
Bij contaminatie betekent niet dat er een besmettelijke ziekte zich zal gaan ontwikkelen.
Dat is afhankelijk van grote andere factoren.

Bij een infectie is de bacterie/ virus in staat geweest in het lichaam of op het lichaam zich te gaan
vermenigvuldigen tot grote aantallen.

Maar dat betekent niet in alle gevallen van contaminatie!
Contaminatie is dus bijvoorbeeld als je met je hand over de smerige tafel gaat, dan krijg je bacteriën vanaf het
oppervlak op je handen.
Handen zijn gecontamineerd met bacteriën.
Dit betekent niet dat er onmiddellijk een infectie of ziekte zal ontstaan.

Met betrekking tot de overdracht van infectieziekte is met name de infectieketen opgesteld.
Infectieketen die moet geheel doorloopt worden, wil er zich een infectie ontwikkelen in een persoon.
Voor die infectieketen zijn een aantal stappen nodig:
1. infectieuze agens
2. reservoir
3. porte de sortie/ uitredingswegen
4. besmettingsweg/ transmissie
5. porte d’entree
6. gevoelige gastheer

Infectieuze agens zijn bacteriën en virussen.

Infectieuze agens moeten afkomstig zijn uit een reservoir.
Dat reservoir kunnen het volgende zijn:
- mens
- dieren
- oppervlaktes
Vb van oppervlakte is een tandartsstoel.

, Uit de reservoir moet de virus of bacterie daar kunnen uittreden.
Voorbeelden van porte de sortie/ uittredingswegen van virussen en bacteriën, zijn:
- ademhalingsstelsel
- spijsverteringskanalen
- geslachtsorganen
- placenta
- mucosa/ wonden aan de huid
- bloed

Vervolgens als ze uittreden, zullen ze moeten worden overgedragen.
Ze moeten dus via transmissie worden overgedragen op de volgende persoon.
Er zijn aantal manieren van transmissie:
- direct
- indirect
- druppeltjes
- via airborne
Direct contact is contact via fysieke contact met mensen.
Indirect contact betekent dat de overdracht van persoon tot persoon via een tussenstap plaatsvindt.
Vb van indirect contact is tandarts instrumentarium, instrumentarium waarmee het met een contact is
gekomen met een patiënt en vervolgens direct wordt gebruikt voor de volgende patiënt.
Druppeltjes transmissie dat zijn die druppels die minder dan 1m (< 1m) afstand in de lucht afleggen.
Bv een persoon hoest en die druppels die via het hoesten in de lucht komen, die minder dan 1m afstand
afleggen, is druppeltjes transmissie.
Als je dus binnen een straal van 1,5m afstand staat bij een persoon die hoest, kun je dus in contact komen met
die druppeltjes die maximaal 1m afstand leggen in de lucht.
Druppeltjes zijn de grote druppels.
Algemeen wordt er in de wetenschap gesproken over druppeltjes bij een diameter groter dan 5-10 micrometer
(> 5-10 micrometer).
Als druppels groter zijn dan 10 micrometer dan vallen ze vrij snel op de grond en zou er minder kans zijn dat
deze druppeltjes patiënten infecteren/ contamineren.
Airborne transmissie zijn druppels die een diameter hebben van kleiner dan 5-10 micrometer.
Airborne transmissie kunnen een groter afstand in de lucht overbruggen.
Airborne transmissie kan een grotere afstand overbruggen van meer dan 1 m (> 1m).
Airborne zijn druppeltjes die vrij lang in de lucht blijven zweven.
Als deze airborne druppeltjes ook bacteriën en virussen bevatten, dan zullen ze bij inademing bij andere
personen mogelijk een infectie bij de desbetreffende persoon veroorzaken.
Dit is een belangrijke verschil bij druppeltjes transmissie en airborne transmissie.

Als de transmissie dan plaatsvindt van de ene persoon naar de andere persoon, dan zullen dus die
micro-organismen (bacteriën en virussen) binnentreden/ op het lichaam plaatsvinden bij de navolgende
persoon.
De plaatsen waar de micro-organismen op het lichaam zich kunnen plaatsvinden/ binnentreden:
- ogen
- muceus membraan
- ademhalingsstelsel
- placenta
- wonden
De plaatsen binnen de cel zijn over het algemeen gelijk aan de plaatsen van uittreding.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RUGtandheelkundestudent20222023. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.42
  • (0)
Add to cart
Added