100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting BCDI 2de bachelor $11.23
Add to cart

Summary

samenvatting BCDI 2de bachelor

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting deel Clarys volledig

Preview 4 out of 47  pages

  • August 23, 2023
  • 47
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Deel Clarys



Metabolisme basisconcepten en
design
Inleiding
GEMEENSCHAPPELIJKE MOTIEVEN METABOLISME (5)
 Het metabolisme kent een aantal gemeenschappelijke motieven / designs
 Er is een gebruik van een universeel betaalmiddel => ATP dat gebruikt wordt om
reacties te laten doorgaan
 Een levend organisme heeft E nodig en deze E is in de vorm van ATP (adenosine
tri fosfaat) dit universele betaalmiddel wordt gebruikt om reacties te kunnen
laten doorgaan
 Er is een grote hoeveelheid aan reacties maar het aantal soort reacties is klein
 Veel reacties die doorgaan in het metabolisme maar het soort reacties is klein
 Er zijn een beperkt aantal geactiveerde tussenproducten die nodig zijn
 De metabole reacties/ routes worden allemaal op gelijkaardige manier geregeld
 Het metabolisme bevat anabole (opbouwende) reacties en katabole
(afbrekende) reacties
 Dit is omkeerbaar, de anabole producten die opgebouwd zijn kunnen via
katabolisme terug afgebroken worden en de vrije bouwblokken kunnen ook terug
opgebouwd worden via het anabolisme
 De opbouw en de afbraak gebeurd beiden op een andere plaats en kunnen niet
tegelijkertijd doorgaan => ongunstig
Algemene principes metabolisme (6)
 Het metabolisme kent 6 algemene principes:
1. Brandstoffen worden afgebroken tot kleinere moleculen. Meerdere moleculen
worden opgebouwd door gekoppelde metabole reacties= metabole routes
2. Het universele betaalmiddel ATP maakt de verbinding tussen energie-vragende
reacties en energie-producerende reacties
3. De oxidatie van C-brandstoffen is de drijfveer van de vorming van ATP
4. Het metabolisme omvat veel reacties maar een beperkt aantal soorten reacties en
een beperkt aantal gezamenlijke tussenproducten die aan de reacties deelnemen
5. Het metabolisme is sterk gereguleerd
6. Enzymes gaan zich in een complex opstellen waardoor de snelheid waarmee de
reacties doorgaan verhogen en waardoor ook de efficiëntie stijgt.
Gekoppelde reacties
 Alle organismen hebben een constante toevoer van energie nodig om 3 belangrijke
redenen:
 1. Ze hebben dit nodig om mechanische arbeid te kunnen verrichten om
 Aan spiercontractie te kunnen doen
 Cel-beweging toe te laten
 2. Ze hebben dit nodig om actief transport te kunnen laten doorgaan
 3. Ze hebben dit nodig om macromoleculen te produceren of andere moleculen
te produceren uit eenvoudige precursoren

,Deel Clarys



Energieleverende reacties en energie-verbruikende routes
 Het metabolisme/ de stofwisseling bestaat uit E-verbruikende en E-leverende routes.
 Deze routes zijn onderling afhankelijk van elkaar
 Hun activiteit wordt gecoördineerd door gevoelige communicatiemiddelen
(allosterische enzymes spelen hier een belangrijke rol in)
 2 grote klassen van reacties:
 De reacties die E halen uit brandstoffen en deze omzetten naar biologisch
bruikbare energie
 De reacties die input van E nodig hebben om ze te laten doorgaan
 De synthese reacties en de katabole reacties gaan bijna altijd gescheiden van elkaar
doorgaan voor 2 belangrijke redenen
 1. Energetische reden
 2. Makkelijkere controle van het metabolisme
Interacties tussen de verschillende metabole ketens
 De metabole ketens hebben een interactie met elkaar onderling
 Centraal staat het KH-metabolisme
 Aeroob en anaeroob gedeelte => C6 fragmenten worden omgezet naar C2
fragmenten, een groter moleculle dat omgezet wordt naar kleinere stukjes
 Koolstoffragmenten acetyl co a zijn verbonden met andere mechanismen, het KH-
mechanisme en het AZ mechanisme
 KH mechanisme ook sterk verbonden met het nucleotide mechanisme
 Nucleotide stikstofbase en een pentose (C5 suiker) zijn nauw verbonden met het
AZ metabolisme

Er is dus een grote verbondenheid tussen de verschillende metabole routes
 We zien 2 cycli in het metabolisme
 krebcylus => verbonden afbraak (acetyl co a fragmenten = C2 fragmenten met
productie gereduceerde co-enzymes die verder kunnen naar het E-metabolisme
om op optimale manier ATP te gaan produceren
 Ureumcyclus => verwijderen van stikstof (N) verbonden aan het AZ metabolisme.
Beperkt aantal soorten reacties
 Er is een enorm scala aan reacties als het gaat over het metabolisme maar er zijn maar
een 6 tal soorten reacties in totaal
 Oxidatie-reductie
 Isomerisatie
 Vorming van covalente bindingen
 Reacties die E vragen =ligatie reacties
 Hydrolytische splitsing
 Splitsing dmv toevoeging van water
 Verplaatsen van groepen => groep transfer
 Toevoegen van functionele groepen

,Deel Clarys

Thermodynamisch gunstige en ongunstige reacties
 Thermodynamisch gunstige reacties, zijn reacties waarbij er energie vrijkomt. Deze
kunnen NIET spontaan verlopen.
 Thermodynamische ongunstige reacties, zijn reacties waarbij er energie verbruikt wordt.
Deze reacties kunnen WEL spontaan verlopen
 ⊿G °' = geeft de indicatie van de verandering in energie
 ⊿G °' is + bij thermodynamisch gunstige reacties => E gewonnen
 ⊿G °' is – bij thermodynamisch ongunstige reacties => E verloren (gaan spontaan
door)
 Thermodynamisch ongunstige reactie wordt gestuurd door een thermodynamische
gunstige reactie waaraan deze gekoppeld is.
 2 reacties die samen de finale reactie vormen
ATP als universeel betaalmiddel
REACTIE ATP
 ATP is het universele betaalmiddel in biologische systemen
 Via de hydroylse van ATP gaan we E gaan vrijstellen die gebruikt kan worden voor de E
vragende reacties.
 ATP bevat 3 fosfaatgroepen, wanneer 2 fosfaatgroepen afgesplitst worden door
hydrolyse dan zal er E vrijkomen.
 ATP wordt omgezet tot ADP (adenosine difosfaat) en pirifosfaat
 ATP => AMP en 2ppi levert meer E op dan ATP => ADP en 1ppi
STRUCTUUR ATP
 ATP bestaat uit
 Urine base = hetero-cyclische stikstofbase
 Pentose => monosacharide met 5 C-atomen
 Fosforgroepen, die gebonden zijn aan een anhydride fosfor => fosforanhydride
bindingen!!
 Fosforanhydride bindingen zijn hoog energetische bindingen, ze gaan graag een
fosforgroep gaan afgeven waardoor ATP een hoog fosforyltransferpotentiaal
heeft want er kan E vrijgemaakt worden als de binding verbroken wordt.
Derivaten van ATP
 Derivaten van ATP zijn molecullen waarin de structuur van ATP zit
 FAD en NAD
 Zijn beide co-enzymes, ze spelen een belangrijke rol in ofwel het transporteren
elektronen C2 of langere c-fragmenten
 FAD= flavine adenine di nucleotide
 NAD= nicotine adenine di nucleotide
Cellulaire energie transformatie
 Er zijn verbindindingen die een hogere fosforyltransferpotentiaal hebben dan ATP
 Al deze verbindingen kunnen gebruikt worden om vanuit ADP terug ATP te
maken => cellulaire energie transformatie
 Fosfo-enol-pyruvaat
 1-3-bifosforglyceraat
 Heeft een hoger fosforyltransferpotentiaal dan adenosine tri fosfaat waardoor
1,3- bi-fosfor-glyceraat gebruikt kan worden om van ADP terug ATP te maken.

, Deel Clarys

 Creatinefosfaat
 Creatine fosfaat zit in de spiercel en kan gebruikt worden bij inspanning. Bij
inspanning kan creatine fosfaat een fosfaat afstaan waardoor ADP terug ATP kan
worden waardoor de inspanning langer volgehouden kan worden.
Koolstofbrandstoffen belangrijke E bron cellen
ATP ALS BETAALMIDDEL
 ATP is de energie die we gaan gebruiken als betaalmiddel om reacties te kunnen laten
doorgaan, ATP is een goed energiemiddel maar het wordt niet opgeslagen. 1 minuut na
dat het geproduceerd is is het meetsal al verbruikt
 Een persoon in rust verbruikt 40 kg ATP in 24 uur
 Tijdens de inspanning zal er meer ATP nodig zijn en zal als een persoon 1 uur
loopt 60 kg ATP verbruiken.
OXIDATIE VAN KOOLSTOFBRANDSTOFFEN
 Door koolstofbrandstoffen te oxideren gaat er energie vrijkomen.
 Van die C-brandstoffen gaan we elektronen afhalen en deze gebruiken om ATP
te regenereren uit ADP en pi
Koolstofhoudende brandstoffen zijn:
 Vetten/ lipiden (meest aantal => C-atomen dus meeste E uit halen)
 Koolhydraten => glucose/ suikers
 Eiwitten (wordt gebruikt als brandstof in het lichaam als er niks anders qua
brandstof beschikbaar is, in slechtere omstandigheden (vasten))
 Als er aeroob gewerkt wordt, de brandstoffen worden aeroob verbrand dan
zullen de elektronen overgedragen worden aan O2 en dan onstaat er H20
 Koolstofbrandstoffen worden geoxideerd tot CO2
 Zuurstof is de elektronen acceptor
 CO2 is het oxidatieproduct
 De energie die vrijkomt uit de geoxideerde brandstoffen kunnen er op 2 manier voor
zorgen dat ATP gevormd word
 1. Door bindingen te vormen met een hoog fosforyltransferase potentiaal
 2. Door een ionengradiënt te creëren
GEREDUCEERD VS GEOXIDEERD
 Als een molecule gereduceerd is dan heeft deze de hoogste energetische waarde.
 Als een molecule geoxideerd is dan is de energetische waarde gedaald.
 Hoe meer gereduceerd een substraat is hoe meer E we er uit kunnen halen door
het te gaan oxideren, dit zal stap per stap gebeuren zodat we op een efficiente
manier ATP kunnen produceren
 Als we iets gaan oxideren dan moet er iets anders gereduceerd worden!
VETTEN VS KOOLHYDRATEN
 Vetten zijn meer gereduceerd dan koolhydraten waardoor er uit vetten het grootste
aantal E uit gehaald kan worden
 Vetten= tryglyceriden, kunnen opgestapelt worden in het lichaam ideale manier
om E op te slaan
 Koolhydraten of meer specifiek glucose kan omgezet worden naar glycogeen en
wordt in de spieren opgeslagen als E reserve
 Vetzuren zijn veel groter en de koolstofatomen zijn maximaal gereduceerd
 Glucose is minder groot en de koolstofatomen zijn geoxideerd

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chris37. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.23
  • (0)
Add to cart
Added