Samenvatting van politicologie academie jaar .
Docent prof. Walgrave
Samenvatting bevat eigen notities, belangrijkste punten vanuit handboek en alle slides van de powerpoints
Emma Van Winghe Politicologie 2022-2023
Politicologie: samenvatting
LES 1: Politiek en politieke wetenschap
1.1. Inleiding
Belang van politiek
➢ Bv. invoeren v autogordel in 1975
o Veel verzet (‘wat moet overheid doen?’) => gevolg: minder doden
o => politiek heeft impact
➢ MAAR ‘maakbaarheid vd SL’ niet overschatten → politici niet denken alles kunnen regelen (bv. economie,
cultuur, technologische ontw, mentaliteit → bepalen ook hoe SL eruit ziet)
o DUS beperkte reële impact vd politiek
o Ook belangrijk wat in buurlanden w beslist (bv. drugsbeleid in landen)
o Afgelopen decennia => veel beslissingen vanuit EU → nationale regeringen minder
▪ Nationale politiek verliest zijn greep
➢ De cursus: bouwstenen voor wetenschappelijke studie vd politiek
o Actoren, instellingen & manier v functioneren
▪ → in breder kader plaatsen v dagdagelijkse versnipperd politiek nieuws
o Achterhalen betekenis?? → historische achtergrond bekijken
o Vooral vergelijkende politieke wetenschappen
Comparative politics (= vergelijkende politiek)
= Vergelijken v landen met elkaar op vlak v economie, beleid, cultuur…
➢ ‘If you only know one country, you do not know any country at all’
o Grootste politieke verschil met B is het VK
➢ Binnenlandse politiek v landen met elkaar vergelijken
o Bv. het geld v/e B minister vergelijken met geld v Spanjaard
➢ = belangrijke tak id politieke wetenschappen
➢ Door vergelijken begrijpen waarom iets is wat het is (het effect v/e bep iets)
1.2. Politiek en politieke wetenschappen
1.2.1. Politiek
➢ = sturen vd (een) samenleving
o Afspraken als mensen iets samen willen doen: duidelijke afspraken maken, dingen regelen, vrije
keuze v mensen inperken (bv. op een voetbalveld)
▪ Hoe groter de groep, hoe meer regels & afspraken => formeler vastgelegd
o Omgaan met verschillen & conflicten & keuzes gemaakt worden
o Politika = de zaken die met de polis (de staat) te maken hebben
➢ Definitie = breed want politiek is overal
o Overal waar er regels bestaan (ook in verenigingen & organisaties)
o Politiek = alles wat te maken heeft met het besturen v/e SL
1
,Emma Van Winghe Politicologie 2022-2023
1.2.2. Variaties in politiek
(1) Territorium
o Welk soort samenleving w er gestuurd?
o Samenlevingen met/zonder territorium voor de welke de afspraken gelden
o Kan je eruit stappen of niet
➢ Met territorium = omvattender & dwingender
o Regels zijn niet zomaar te ontwijken (verhuizen)
o Elk territorium = eigen regels
➢ Staten met grondgebied (<-> katholieke kerk; wilde ook ‘sturen’)
o Katholieke kerk = politiek systeem, maar niet aan specifiek territorium gebonden
➢ Niet alleen staten (decentralisatie en internationalisering) ook regio’s en gemeenten
o Bv. katholieke kerk = geen territorium, enkel nog Vaticaanstad
o Bv. gemeentepolitiek: niet akkoord? Verhuizen!
(2) Cultureel
➢ Verschillende opvattingen over mate waarin regels mogen ingrijpen (reikwijdte)
o Reikwijdte w groter!
o Bv. criminaliteit: taak vd overheid
▪ Iedereen wil het weg, maar welke aanpak?
➢ Verschuivende opvattingen
o 19de eeuwse ‘nachtwakersstaat’ (ordehandhaving, defensie, belastingen)
o Steeds meer vraag om verschillende domeinen ‘politiek’ te regelen
o Legitimiteit vd staat stijgt => overheid & politiek w belangrijker
o In welke mate moet de staat ingrijpen? → breuklijn
▪ Bv. liberalen: vrijere economie
o Enorme explosie v politiek ingrijpen (bv. homohuwelijken en adoptie)
o Politieke cultuur wijzigt: grenzen tssn privé & publiek, wat moet politiek geregeld w?
➢ Verschil in politieke inmenging v land tot land
(3) Vormen
➢ Welke vorm neemt de sturing vd (territoriale) samenleving aan?
➢ ≠ tussen politieke systemen (‘politieke regimes’)
➢ Classificaties
o Democratische vs. autoritaire regimes
▪ Democratische regimes:
• Macht = tijdelijk, gespreid, via verkozen vertegenwoordigers, fundamentele rechten
(zoals vrij spreken), basisrechten voor burger
• Binnen democratische regimes heb je federale of unitaire staten
o Unitaire vs. federale staten (bv. Nederland vs. België)
▪ Bestuur vanuit 1 punt (gecentraliseerd bestuur) of niet
o Variaties in instellingen en procedures
▪ Verkiezingen, partijen, parlement, grondwet, staatshoofd…
2
,Emma Van Winghe Politicologie 2022-2023
1.3. Wat doet een politicoloog?
De job van een politicoloog
➢ Doel = regelmaat ontdekken in fenomenen = complexe fenomenen vereenvoudigen
➢ Patronen zoeken en verbanden leggen
➢ Sociale werkelijkheid = complex
o Menselijk gedrag is moeilijker dan gedrag v materie
▪ Voorspelling v gedrag beïnvloed gedrag (bv. peiling)
o Reflexief = systeem dat over zichzelf leert
➢ Werkelijkheid ‘formaliseren’ in variabelen/ analytisch proberen de werkelijkheid uit elkaar te halen in
kenmerken (geen namen gebruiken, wel nummers)
➢ Structuren: posities & rollen determineren
o Wat we doen w een beetje bepaald door deze posities & rollen
▪ Niet teveel focussen op persoonlijkheden & individuele kenmerken, maar kijken naar de
context & regelmaat
• Patronen zie je door te vergelijken op 2 manieren
o Veel waarnemingen → grote N
o Goed gekozen waarnemingen → kleine n
1.4. Politieke wetenschap
Veel groepen praten over politiek
➢ Burgers, journalisten, kunstenaars…
➢ Politieke wetenschappers willen politieke gebeurtenissen & instellingen beschrijven, begrijpen en verklaren
&& NIET beoordelen (journalisten ook)
➢ Daarom eigen regels:
o (1) Intellectuele distantie:
▪ Doel is niet in 1ste plaats te zeggen hoe het moet & zelf participeren
▪ MAAR neutraliteit bestaat niet (voorkeuren, belangen, interesses…)
• = essentie v (sociale) wetenschappen
▪ Keuze v onderwerpen → eigen belangen schijnen door
▪ Politicoloog doet verslag v zijn bevindingen (kan dan gebruikt w door andere)
o (2) Wetenschappelijke methode:
▪ Vele bewuste ingezamelde waarnemingen
• Systematische inzameling v gegevens
• Gebeurtenis duiden als fenomeen dat uiting is v/e bredere categorie
• Vergelijking, bewust zoeken naar gelijkaardige & verschillende cases
▪ Keuze v onderzoekstechnieken = hoe waarnemingen w geanalyseerd
• Hoe data analyseren? Kwalitatief of kwantitatief?
▪ Open rapporteren over wat en waarom → volledige transparantie
• Repliceerbaarheid (herhaalbaar) = enkel mogelijk bij transparantie
• Controleren en verfijnen (cumulatief)
3
, Emma Van Winghe Politicologie 2022-2023
1.5. Instrumenten van de politieke wetenschap
Eigen ‘taal’ vd politieke wetenschappen: orde brengen in de chaos/complexiteit
Instrumenten van die taal zijn (1) concepten, (2) modellen en (3) theorieën
1.5.1. Concepten → definitie waarover we het hebben (fenomenen, actoren)
Concepten
➢ Een begrijp of algemene categorie dat een verschijnsel precies afbakent
o Geslacht vs. gender, politieke partij vs. kartels
o Concept dient om het denken te organiseren; het helpt om classificaties te maken & zijn een manier
om naar politieke gebeurtenissen te kijken & erover te spreken
➢ Zonder concepten kunnen we niet over politiek spreken
➢ Hoofd- en bijzaken v elkaar onderscheiden → essentie zoeken
➢ Concept = ideaaltype (= essentiële definitie v/e bep verschijnsel) → werkelijkheid is nooit perfect
1.5.2. Modellen → relaties tussen concepten
Modellen
➢ Bepaalde vereenvoudigde voorstelling vd werkelijkheid
➢ Statistische modellen bevatten slechts bep variabelen – ‘verklaarde
variantie’
➢ Meer dan een concept → ook relaties tssn concepten w beschreven
o Bv. politieke kringloop v David Easton
▪ Eisen, gate keepers, steun (actief & passief), output,
feedbackloop
1.5.3. Theorieën
Theorieën
➢ Beschrijven hoe en waarom politieke verschijnselen met elkaar in verband staan
o Bv. waarom hebben mensen in sommige landen meer vertrouwen id overheid?
o = verhaal over causaliteit
➢ => zijn resultaat v waarnemingen & onderzoek, maar theorieën sturen ook waarnemingen & onderzoek
o Deductief = vertrekken vanaf een verschijnsel en kijken of het ergens anders ook zo is
o Inductief = vertrekken vanuit iets dat gebeurd is & kijken of er een verklaring is
➢ Cruciale link tussen theorie en onderzoek = hypothese
o = voorspelling waarvan nagegaan kan w of ze klopt
o = een nog niet bewezen theorie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavanwinghe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.