Inleiding Internationaal en Europees Belastingrecht
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
In deze uitwerkingen zijn de hoofdlijnen van de werkgroepen beschreven en worden deze uitgebreid behandeld. Het gaat om het Europese Belastingrecht bij de laatste vier problemen. Per probleem wordt ongeveer 5 pagina's gewijd. De complexe arresten worden schematisch weergegeven (uitgetekend) om een ...
Inleiding Internationaal en Europees Belastingrecht
All documents for this subject (12)
2
reviews
By: floydfloyd • 7 year ago
By: maxieemus • 7 year ago
Seller
Follow
abiento
Reviews received
Content preview
Probleem 1
Algemeen
De interne markt-gedachte
Belastingen moeten worden geheven met inachtneming dat gelijke gevallen dezelfde fiscale
behandeling verdienen (gelijkheidsbeginsel). Daarnaast dient de belastingheffing
binnenlandse en grensoverschrijdende bedrijfsprocessen en de inzet van productiefactoren
in dit verband zo min mogelijk te verstoren (neutraliteitsbeginsel). Binnen de interne markt
zonder binnengrenzen behoren belastingplichtigen met binnenlandse economische
activiteiten en belastingplichtigen met binnengrens overschrijdende economische
activiteiten aldus dezelfde fiscale behandeling te krijgen.
In de eerste plaats moeten belastingplichtigen met inkomsten uit grensoverschrijdende
activiteiten fiscaal op dezelfde manier behandeld worden met belastingplichtigen met
inkomsten binnen het eigen grondgebied.
Het HvJ EU toetst of de belastingmaatregelen van de lidstaten verenigbaar zijn met het
primaire EU-recht. De belastingmaatregelen van de lidstaten zijn zo naar elkaar toe gegroeid
(negatieve integratie, omdat het niet door de Europese wetgever gebeurd, maar door de
rechter).
In de tweede plaats moeten de lidstaten zich inspannen om de marktverstoringen weg te
nemen die het gevolg zijn van de verschillen tussen de belastingsystemen (ook wel
dispariteiten genoemd). Deze verschillen beïnvloeden de opgelegde belastingdruk en
verstoren de beslissing om grensoverschrijdende activiteiten te voeren. Deze dispariteiten
worden weggenomen door de belastingsystemen van de verschillende lidstaten onderling af
te stemmen (7.4). Dit gebeurt door de Europese wetgever in plaats van de rechter (positieve
integratie).
Verdragsvrijheden
Algemeen
De EU- verdragsvrijheden beogen binnen de werkingssfeer van het VWEU een fiscaal gelijke
behandeling van economische gelijke gevallen te garanderen.
Een verschillende behandeling van belastingplichtigen door een lidstaat op basis van
nationaliteit of woonplaats levert discriminatie op.
Een verschillende behandeling op basis van de locatie van het behaalde inkomen
levert een belemmering op.
De vrijheden hebben gemeen dat ze allemaal het gelijkheidsbeginsel (‘non-discriminatie’) en
het neutraliteitsbeginsel (‘non-belemmering’) tot uitdrukking brengen.
,Beslisschema HvJ EU
De vrijheden richten zich alleen tot de lidstaten, maar voor de kapitaalverkeersvrijheid ook
tot niet-EU-onderdanen! De lidstaten mogen niet discrimineren of belemmeren.
Onderdanen beroepen zich op de vrijheden. Het HvJ EU doorloopt dan het beslisschema:
1. ‘Wordt betrokken marktdeelnemer door één of meerdere verdragsvrijheden
beschermd?’ (Toegang tot het Vedrag/welke vrijheid?)
Valt het binnen de werkingssfeer van het EU-recht?
Personele werkingssfeer (‘wie’ vraag)
Hier wordt gekeken naar de objectieve feiten en omstandigheden (niet naar
misbruikintentie, antimisbruikbepalingen kunnen worden gerechtvaardigd). Het
VWEU beschermt alleen EU-onderdanen door het hebben van de nationaliteit van
een lidstaat. Voor vennootschappen geldt dat ze moeten worden beheerst door het
rechtspersonen of personenvennootschappenrecht van een lidstaat en hun statutaire
zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging binnen de Unie hebben. Dit geldt voor het vrije
verkeer van goederen, diensten en personen. Voor kapitaalverkeersvrijheid geldt er
echter derdelandwerking.
Geografische werkingssfeer (‘waar’ vraag)
Het VWEU beschermt alleen marktdeelnemers die binnen de personele
werkingssfeer vallen en de grensoverschrijdende activiteiten verricht worden binnen
de EU, en dus niet binnen één lidstaat. Er moet sprake zijn van ondernemings- of
werknemersactiviteiten.
Bij kapitaalverkeer geldt een uitzondering met betrekking tot de
grensoverschrijding van de EU. De kapitaalverkeersvrijheid heeft
derdelandwerking. De personele werkingssfeer is universeel voor dit recht en ook
voor de geografische werkingssfeer. Dat betekent dat ook niet-EU-onderdanen zich
kunnen beroepen op dit recht. Wel moet het zich alsnog afspelen in een
grensoverschrijdende situatie, en niet zuiver intern zijn.
Materiële werkingssfeer (‘welke vrijheid’ vraag)
Valt de betreffende grensoverschrijdende beweging te kwalificeren als een
kapitaalbeweging? Er moet een afweging worden gemaakt als er een samenloop van
vrijheden is. Het gaat om de vrijheid waarop hoofdzakelijk inbreuk wordt gemaakt.
Stel er is samenloop van verdragsvrijheden en er moet een onderscheid
gemaakt worden tussen kapitaal- en vestigingsverkeer, dan hanteert het Hof een
beslisboom. Bij aandelenbelangen wordt er gekeken naar:
Minderheidsbelang – wanneer geen beslissende invloed door de
aandeelhouder over de activiteiten wordt uitgeoefend, wordt getoetst aan
kapitaalverkeersvrijheid.
Meerderheidsbelang – wanneer wel beslissende invloed wordt uitgeoefend,
dan moet gekeken worden naar de bedoeling van de toepasselijke
belastingmaatregel in de betrokken lidstaat:
o Richt de maatregel zich tot beleggingen (zoals niet-kwalificerende
beleggingsdeelnemingen of misbruikbestrijding)
(antimisbruikbepalingen in de VPB), dan is er kapitaalbeweging.
o Richt de maatregel zich tot ‘beslissende-invloedbelangen’ (fiscale
eenheid), dan is er sprake van vestigingsvrijheid.
Generieke werking van de nationale belastingmaatregelen – bijvoorbeeld de
deelnemingsvrijstellen, -verrekening, aanmerkelijkbelangregeling en
, aftrekbeperking voor bovenmatige deelnemingsrente. Als het generiek is,
moet gekeken worden naar feiten van het concrete geval.
2. ‘Wordt de marktverstoring opgeworpen door het belastingsysteem van een enkele
lidstaat, of is deze het gevolg van een onderling verschil tussen de belastingsystemen van
twee (of meer) lidstaten?’ (Discriminatie/belemmering of dispariteit?)
De vrijheden bieden alleen bescherming als de verstoring is opgeworpen door één lidstaat
en discriminatie of belemmering als gevolg heeft. Bij dispariteiten bieden de vrijheden geen
oplossing.
Wat zijn dispariteiten? – Als er marktverstoringen worden opgeworpen door
verschillen tussen belastingsystemen van twee of meer lidstaten. Probleem het
gevolg van een onderling verschil tussen de belastingsystemen van twee of meer
lidstaten.
Wat is het gevolg van een dispariteit? – Marktverstoringen die zorgen voor
economisch dubbele (non-)belastingheffing bij de vaststelling van het subject, object,
allocatie, heffingsgrondslag of belastingtarief. Ook door juridische dubbele (non-
)belastingheffing door verschillende aanknopingspunten voor de heffingsbeginselen.
Hoe opgelost? – Deze dispariteiten worden weggenomen door onderlinge
afstemming/harmonisering met een bijvoorbeeld een richtlijn, niet door de EU-
vrijheden.
Wat is discriminatie? – een verschillende fiscale behandeling van een
belastingplichtige door een lidstaat aan de hand van een persoonlijk kenmerk van
deze belastingplichtige, zoals nationaliteit (directe discriminatie) of woonplaats
(indirecte discriminatie). Gaat om een probleem binnen het belastingsysteem van
een enkele lidstaat.
Wat is het gevolg van discriminatie? – Een dergelijk nadeliger behandeling
ontmoedigt de verrichting van diensten of andere activiteiten in andere lidstaten. Je
wordt als niet-onderdaan van een lidstaat anders behandeld dan als onderdaan door
het niet toegang krijgen tot bijvoorbeeld het belastingverdragennetwerk (Saint-
Gobain arrest: i.s.m. vestigingsvrijheid door het zwaarder belast worden dan
vergelijkbare Duitse ondernemingen), het niet toegestaan krijgen om zakelijke kosten
(vaste kosten) in aftrek te brengen (Gerritse arrest) of niet toegestaan krijgen
persoonsgerelateerde uitgaven in aftrek te brengen (Schumacker en Renneberg
arrest).
Als het bron gerelateerde inkomsten zijn (vaste kosten) dan Gerritse, als het
persoonsgerelateerde kosten zijn dan Schumacker en Renneberg
Arnoud Gerritse arrest – vaste (zakelijke) kosten (indirecte discriminatie)
Een artiest woon achtend in Nederland die werkzaamheden uitvoerde in Duitsland (hij trad
daar op). Duitsland betrok het inkomen van Gerritse in de Duitse belastingheffing en liet
hem niet toe de zakelijke kosten in aftrek te brengen. Binnenlanders kregen wel aftrek van
zakelijke kosten. Gerritse werd dus zwaarder belast dan een vergelijkbare binnenlandse
artiest. Een nadeligere behandeling ontmoedigt andere buitenlandse artiesten om diensten
te verrichten. Dit was in strijd met het vrije verkeer van diensten. Als Duitsland
binnenlanders aftrek van beroepskosten toestaat, moet het dat ook voor buiten Duitsland
woonachtige in Duitsland belastingplichtige EU- onderdanen doen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller abiento. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.